Louise Jensen: 'Het schrijven van verhalen heeft me echt gered.'
Hoewel Jensen, vanaf haar debuut, een succesvolle schrijfster te noemen is, zag ze dat succes zelf absoluut niet aankomen. ‘Welnee,’ lacht ze. ‘Op het moment dat mijn uitgever mij een contract aanbood, zei ik in alle eerlijkheid dat ik niet verwachtte dat veel mensen mijn boek zouden kopen.’ Waarna Jensen een lijst maakte waarop ze de namen van mensen schreef waarvan ze wist dat die haar boek wel wilden kopen. ‘Ik kwam uit op vijftien mensen.’ Onnodig te schrijven dat uiteindelijk iets meer mensen een exemplaar aanschaften. Van haar debuutthriller Het zusje werden in Engeland bijna 500.000 exemplaren verkocht en het boek werd een bestseller in Amerika en Canada. Een verklaring hiervoor heeft Jensen niet, maar als ze een gok moet wagen, houdt ze het op ‘het juiste boek, op het juiste moment.’ Dat! ‘En een prachtige cover, goede recensies en mond-tot-mondreclame.’
Dat Jensen auteur is geworden, was niet vanzelfsprekend. ‘Helemaal niet. Als kind vond ik schrijven heel erg leuk. Ik wilde graag schrijfster worden, maar dat was niet iets wat op school werd gestimuleerd. Mij werd verteld dat je met schrijven niets kon verdienen en dat ik een geschikte baan moest zoeken.’ Een raad die Jensen toentertijd ter harte nam. En dus ging ze op haar zestiende van school om als secretaresse op een kantoor te werken. ‘Heel volwassen.’
Rond haar dertigste, nu zo’n elf jaar geleden, raakte Louise Jensen gewond bij een auto-ongeluk. Iemand reed op haar in. Behalve dat Jensen in een rolstoel belandde en haar bewegingsvrijheid daardoor erg beperkt werd, kreeg ze te maken met pijn. Erg veel pijn. Jensen werd angstig en ernstig depressief. ‘Voor het ongeluk was ik een actief persoon en nu kon ik nauwelijks meer iets doen. Op een gegeven moment zei de dokter tegen me dat ik een hobby moest zoeken, als afleiding.’ Jensen dacht terug aan haar jeugddroom en begon met schrijven. ‘Ik wilde een kort verhaal schrijven, maar al snel merkte ik dat ik het schrijven zo leuk vond dat ik ermee doorging. Ik kon er gewoon niet mee stoppen.’
Therapie
‘Het schrijven van het verhaal heeft me echt gered. Het was een soort therapie voor mij. Vaak werd ik van de pijn middenin de nacht wakker. Dan stond ik op om te gaan schrijven, zodat ik niet hoefde te denken aan de dingen die ik niet meer kon, de pijn die ik voelde en de gedachtes die ik had. Het schrijven nam al die gedachten en pijn weg en hoe meer ik schreef, hoe minder medicijnen ik hoefde in te nemen.’
Maar het schrijven en het bezig zijn met de personages had nog een ander effect. ‘Ik kon ermee ontsnappen aan de werkelijkheid. Ik kon mijn personages dingen laten doen, die ik zelf niet meer kon, zoals rennen.’ En dus schreef Jensen door. In achttien maanden tijd veranderde het korte verhaal in een volwaardig boek van rond de 100.000 woorden. ‘In het verhaal was Grace aan het rouwen om het verlies van haar vriendin, maar ik denk dat ik op dat moment aan het rouwen was om het leven dat ik niet meer kon leiden, zoals ik dat altijd had gedaan.’
Meteen tevreden met het verhaal was Jensen niet. ‘O nee, nadat ik het geschreven had, heb ik het teruggelezen en het was verschrikkelijk. Ik lees veel en daardoor zag ik meteen waar de spanning ontbrak, wat veranderd moest worden en wat nog meer niet goed was.’ Het resultaat was Het zusje.
Grace is de dood van haar beste vriendin Charlie nooit te boven gekomen. Ze wordt achtervolgd door haar laatste woorden. Op zoek naar antwoorden opent ze een doos met persoonlijke aandenkens en brieven van Charlie. Daarna realiseert ze zich dat ze eigenlijk maar heel weinig wist van haar hartsvriendin.
Wanneer Grace op zoek gaat naar Charlies vader, komt ze in contact met Anna, die claimt het zusje van Charlie te zijn. Voor Grace voelt het algauw alsof Anna familie is, en door haar komst is het verlies van Charlie iets draaglijker.
Maar iets klopt er niet…
Of het nou gaat om Grace en Charlie in Het zusje of Laura en Tilly in De familie, haar laatste psychologische thriller, alle personages zijn tot in detail uitgewerkt, waardoor je het idee hebt dat je ze ieder moment op straat tegen kunt komen. Mensen van vlees en bloed met levensechte, rauwe emoties, problemen en reacties daarop. ‘Ik begrijp mensen en emoties heel goed,’ verklaart Jensen. ‘Niet alleen omdat ik zelf met veel van die emoties te maken heb gehad of niet altijd te maken heb. Ik denk dat ik een emotioneel persoon ben. Empatisch. Ik probeer zo veel mogelijk te voelen wat andere personen zouden kunnen voelen en denken en verwerk dat in mijn verhaal. Maar ik denk dat ik ook een grote fantasie heb.’
Mysterie en puzzels
Wat kenmerkend is voor Jensens verhalen zijn de vele plotwendingen. ‘Ik houd erg van plotwendingen,’ zegt Jensen. ‘Daar denk ik heel goed over na. Dan bedenk ik een situatie voor mijn personages en vraag me vervolgens af wat het meest voor de hand ligt om te doen of waarop ze zouden moeten reageren. Vervolgens verzin ik het compleet tegenovergestelde en ga daarmee aan de slag. Ik wil heel graag verhalen schrijven waarvan mensen niet van te voren weten hoe het verhaal afloopt. Het lijkt wel een beetje op het maken van een puzzel. Ik houd van de uitdaging om die puzzel te maken. Wat kan ik doen om het verhaal zo moeilijk mogelijk te maken? Om hier en daar aanwijzingen te geven, die heel logisch zijn als je het verhaal later terugleest.’ De hang naar mysteries en puzzels zat er al vroeg in, blijkt. ‘Als kind was ik dol op de boeken van Enid Blyton.’ Blyton is een Engelse schrijfster die vooral bekend is van De vijf, een kinderboekenserie, waarin vier kinderen en een hond de hoofdrol spelen. Als heuse amateurdetectives lossen ze samen mysteries op. ‘En ik keek graag naar Scooby-Doo.’ Deze tekenfilmserie draait om een groepje jongvolwassenen en de hond Scooby-Doo. Samen hebben ze een bedrijfje genaamd Mystery Inc., dat overal mysteries oplost.
Dat Jensen erg geïnteresseerd is in concepten, blijkt ook wel weer uit De familie, haar nieuwste thriller, waarin hersenspoeling een belangrijke rol speelt. Hoofdpersoon Laura is in de rouw na het plotselinge overlijden van haar echtgenoot. Ze heeft verdriet en worstelt ook om financieel het hoofd boven water te houden. Ze is dankbaar wanneer een lokale gemeenschap, Oak Leaf Organics, haar en haar 17-jarige dochter Tilly een huis aanbiedt. Maar als Laura en Tilly eenmaal zijn ingetrokken bij hun nieuwe familie, blijken er sinistere dingen te gebeuren. Op een dag overlijdt een van de leden van de gemeenschap. Laura heeft er een unheimisch gevoel over en wil vertrekken, maar Tilly, die onder de indruk is van Alex, de charismatische leider van de Familie, weigert. Laura probeert uit alle macht haar dochter uit de klauwen van Alex te redden en ontdekt een verontrustend geheim over hem. Maar dan komt ze erachter waarom de Familie haar en haar dochter ooit hebben toegelaten in hun midden – en waarom ze hen nooit meer zullen vrijlaten…
Hersenspoelen
Het concept, het idee voor dit boek kwam rechtsreeks van haar jongste zoon. ‘Samen zaten we het nieuws te kijken. Een van de items ging over een bomaanslag, toen hij me vroeg waarom sommige mensen zo slecht waren. Ik vertelde hem dat niet al die mensen slecht zijn, maar dat sommigen heel kwetsbaar zijn en vatbaar zijn voor zaken als hersenspoeling. Dat ze zo gehersenspoeld zijn en daarom slechte dingen deden. Ik ben dat concept verder gaan uitwerken. Ik begon met het idee van twee vrouwen - een moeder en een dochter - die in precies hetzelfde schuitje zitten, financieel aan de grond zitten en emotioneel diep in de put zitten. Ze hebben niemand, geen enkele familie om op terug te vallen en komen uiteindelijk bij een nieuwe familie terecht, een sekte. Hun reacties lopen erg uiteen; de een wil blijven, terwijl de ander weg wil. Waarom wil de een blijven en de ander zo snel mogelijk weg?’ Het idee was de start van de spannende psychologische thriller De familie en net zoals Jensen voor al haar boeken heeft gedaan, deed ze ook voor dit boek flink veel research. ‘Pas als ik weet wat mijn hoofdpersonage wil, begin ik met schrijven.'
Maar een verhaal in de juiste volgorde schrijven, van het begin tot het einde, van a tot z via alle tussenliggende letters van het alfabet is niet voor Jensen weggelegd. Dat is niets voor haar. ’Ik schrijf een boek in scenes. Zodra ik een bepaalde scene voor me zie, schrijf ik die op. Zo ben ik wel eens begonnen met het einde van het boek, nog voordat ik een zin op papier had gezet. En pas later, als ik alle scenes los van elkaar geschreven heb, zet ik ze in de juiste volgorde en komt het verhaal tot leven. Blijkbaar werkt deze manier van werken voor mij.’
En of het werkt. Haar thrillers vliegen in binnen- en buitenland over de toonbank. Maar klaar is ze nog lang niet. ‘Ik heb nog zoveel dingen waarover ik graag zou willen schrijven.’ Een van de dingen die ze inmiddels heeft geschreven, is een verhaal over drie ontvoerde zusjes, een drieling. De thriller The stolen sisters komt dit jaar in het Verenigd Koninkrijk uit. Het is een volgend boek waarin familie een belangrijke rol speelt. ‘Ik vind relaties binnen een familie erg boeiend. Iedere familie gaat op een andere manier met elkaar om en iedere familie kent z’n geheimen.’ Op de vraag of er in haar familie ook geheimen zijn, gniffelt Jensen, maar geeft toe: ‘In mijn familie ook.’
Auteursfoto © Tim Elliston, geleverd door uitgeverij AW Bruna.
Elke dag het laatste nieuws in je mailbox?
Zet de Hebban Lunchupdate aan in je profiel of meld je hier aan.
Heb jij een van de thrillers van Louise Jensen gelezen? Of ben je dat van plan?