Interview /
Michele Serra over modern vaderschap: beschermen en berispen
Een charmante man, die Michele Serra. Tegelijkertijd hulpeloos in slecht Engels praten, en toch gewiekst zijn boodschap overbrengen. Serra (1954) is iemand van de soft power, waarvan je kunt voorstellen dat hij zelf als interviewer door zijn kwetsbare opstelling opmerkelijke antwoorden losweekt. Maar we zijn hier in een Amsterdams hotel om over zijn kaskraker te praten. Van zijn korte roman Wacht op mij! verkocht hij in Italië 400.000 exemplaren.
Het is een kort boek (110 pagina’s), maar toch echt een roman, waarin een vader en puberzoon het met elkaar moeten redden. Papa wil samen met zijn zoon een berg beklimmen, zoals de mannen in de familie dat al generatie op generatie doen. Zoonlief heeft meer belangstelling voor tablets, phablets en andere digitale parafernalia. Hij wil op de bank liggen, is een ‘perfectionist in nalatigheid’. De natuur, dat zijn toch die documentaires op National Geographic.
De klassieke tegenstelling tussen vaders en zonen komen we al tegen bij Aristoteles en Amerikaanse sitcoms. Maar Serra gaat veel verder. Perfect beschrijft hij het moderne vaderschap. "Ik merk dat ik de twee zwakheden bij elkaar optel: de hunkering van de Moeder om te beschermen, het dwingende verlangen van de Vader naar rechtschapenheid. Ik zie hoe ik je tegelijkertijd te hulp schiet en streng berisp."
Waarom ontbreekt opa, de papa van papa?
"Dit is een monoloog van een vader, die eigenlijk obsessief onzeker is over zijn relatie met zijn zoon. Elke opvoeder stikt nu eenmaal van de twijfels, of hij het wel goed doet met zijn kinderen. De opa in dit verhaal was afwezig, een autoriteit op afstand. De ik-persoon heeft zich aan die autoriteit ontworsteld, gooide zich op de seksuele revolutie. Nu zijn hij en zijn broers onderdeel van het establishment. Deze generatie, mijn generatie heeft die vrijheid bevochten. Maar de prijs voor vrijheid is verwarring. We weten niet meer hoe we op onze beurt onze zonen moeten aanpakken."
Wat is eigenlijk het probleem? Iedere vader is een zoon geweest, dus zou kunnen weten dat zonen nooit zoveel houden van hun vaders als omgekeerd.
"Dat klopt, maar je wilt iets doorgeven. Kan iets klein zijn, zoals in de roman het water geven aan planten, de zorg voor de natuur. Zorgen voor de wereld om ons heen. Eigenlijk is die vader vooral bang voor de puinhoop waarin zijn zoon leeft. Die verwaarloost de dingen om zich heen, zichzelf, is onverschillig voor de wereld om hem heen."
Dat generatieconflict is van alle tijden. Wat maakt deze tijd en uw boek uniek en anders?
"Een element is belangrijk: de elektronische revolutie. Dit is de allereerste generatie die opgroeit na de elektronische revolutie. Ze zijn altijd ‘on’, nooit ‘off’. Altijd zijn er impulsen van buitenaf. De vader heeft nog meegemaakt, dat er tot 17 uur geen televisie was. Wij hadden als kinderen niets te doen, we moesten onszelf bezighouden. Dat vinden pubers nu absurd. Ze kennen geen leegte meer, hoeven zich nooit te vervelen. Daardoor nemen ze nooit een rustpunt, is er nooit afstand om eens na te denken over zichzelf, de wereld. Ze reageren alleen maar op anderen, zelf initiatief nemen is er niet meer bij."
Is de vader uw alter ego?
"De vader lijkt veel op me. Madame Bovary, c’est moi. De zoon is een mix van vele jongens. Mijn fantasie, mijn eigen kinderen en hun vrienden. Uiteindelijk zegt het personage maar vier dingen in het boek, hij is vooral iemand waar de vader naar kijkt en tegenaan praat."
Hoe reageren uw kinderen?
"Mijn dochter roept: je hebt gelijk, jongens zijn viezeriken! Mijn zoon wil dat ik hem copyright betaal, want "dat ben ik, 1 op 1." Ik hoop dat ze door dit boek beter begrijpen dat als ik niets zeg thuis, dat niet uit desinteresse voortkomt, maar uit onhandigheid."
Zijn wij slechtere ouders dan vroeger, toen kinderen apart aten en deden wat ze moesten doen?
"We zijn te angstig, te bezorgd. Vroeger verschilde de wereld van volwassenen en kinderen totaal. Mijn ouders waren figuren op afstand, daardoor konden wij lekker aanrommelen."
Waarom heeft u deze ideeën niet in een essay of tijdschriftartikel verwerkt?
"Omdat ik geen psycholoog of filosoof ben, ik schrijf romans. Het grote voordeel daarvan is dat je vragen kunt stellen maar geen antwoorden hoeft te geven. Ze nodigen me nu uit op allerlei psychoanalyse congressen om over pubers te praten. Maar ik ben geen expert! Ik vind dit onderwerp boeiend, heb er een spektakel van proberen te maken in verhaalvorm. Meer niet."
Als schrijver kun je door tot de dood. Is er een moment dat u het estafettestokje aan de nieuwe generaties doorgeeft?
"Wat een wrede vraag! Heel veel auteurs schrijven louter om te schrijven, niet omdat ze iets zinnigs te zeggen hebben. Ik hoop dat ik nu en binnen afzienbare tijd drie kaskrakers produceer. Dan heb ik eindelijk genoeg tijd om al die goede andere schrijvers te lezen waar ik nu geen tijd voor heb. De werkelijke vraag die jij stelt en waarmee ik continu worstel: in hoeverre doe ik ertoe, ben ik relevant, of koester ik mijn narcisme, ego, vanitas?"
In uw boek beschrijft u hoe de vader tegelijkertijd als een moeder zijn zoon wil beschermen en hem als een vader wil berispen. Is die verwarring, die rollen die in elkaar vloeien, een goede zaak?
"Eigenlijk is dit het centrale probleem in het boek. Hoe kun je zonder autoriteit je kinderen opvoeden? Daarom voelt die vader zich niet zo zinvol of productief, in vergelijking met zijn eigen vader, die zoveel zekerheid uitstraalde. Maar hij weet dat hij onmogelijk terug kan gaan in de tijd en die oude mannenrol niet op zich kan nemen. De hoofdpersoon noemt izch een ‘post-vader’, de echte vaderrol bestaat niet meer. Het gaat niet om die aloude machorol, maar om algemene maatschappelijke waarden: niet neuken voor het huwelijk, geen geld uitgeven dat je niet hebt."
Gaan uw zonen als tegenreactie weer autoritair worden?
"Ik hoop niet dat ze reactionaire autoriteiten worden, dat ze hun kinderen ouderwets gaan drillen. Wij verkeren in verwarring, ik ben benieuwd naar de nieuwe orde die zij gaan scheppen."