Interview /
Mons Kallentoft • Thrillerauteur eet zichzelf in coma
Mons Kallentoft is een dandy. Een perfect geschoren schedel boven een strak gesneden hemelsblauw driedelig pak. Daaronder een getraind lichaam, al stelt Kallentoft direct dat hij ‘daar niets aan doet’. Het bewijs: een dag eerder heeft hij solo een copieuze lunch van drie uur achter de rug in de brasserie van hotel l’Europe. ‘Ik had gehoord dat ze een jonge nieuwe chef hebben, dus die wilde ik uitproberen.’ Voor een auteur die zijn alcoholistische hoofdpersoon alle hoeken van de kamer laat zien, is de Zweed Mons Kallentoft een opmerkelijke levensgenieter.
COMA
Tot de dood erop volgt, bekent hij als hij praat over zijn lange zomerschrijfsessies in het Baskische San Sebastian. Daar is hij gast aan huis in het driesterrenrestaurant van de familie Arzak. Thuis gaat het gastronomische genieten soms over in excessen. ‘Anderhalf jaar geleden had ik zoveel gegeten en gedronken, dat ik met spoed in een ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Ik had zelf niet door hoe erg het was, mijn maag borrelde wel vreemd, uiteindelijk hebben ze me allerlei rare dingen met me gedaan op Intensive Care en belandde ik drie dagen lang in een soort coma. Nee, ik kreeg geen bijna-dood-ervaring. Ik schrijf in mijn boeken wel over de stemmen van de overledenen, over geesten die de levenden helpen, maar zelf zag ik geen licht aan het eind van de tunnel.’
SCHRANSPARTIJ
Waarom eet een succesvolle misdaadschrijver - gelukkig getrouwd met twee dochters - zichzelf bewusteloos? Daar is geen makkelijk antwoord op te geven, stelt Kallentoft. Een verward verhaal volgt over zijn moeder, die mishandeld werd door zijn opa en daar haar hele leven onder heeft geleden. ,Ik ga af en toe naar zijn graf. Het liefst zou ik hem eigenhandig vermoorden, helaas kan dat niet meer. Dood is dood.’ De link met zijn schranspartijen blijft vaag, maar dat achter de glimmende buitenkant bij Kallentoft een getroebleerde binnenkant schuilt, wordt snel duidelijk.
IKEA
Toch kun je hem geen klager noemen. Al vanaf zijn pubertijd wist hij dat hij schrijver wilde worden. Hij schreef een paar romans die door critici de hemel in werden geprezen maar voor geen meter verkochten. Ook een boek over zijn grote passie voedsel flopte. Van de royalty’s konden Kallentoft en zijn gezin twee weken leven. Dus besloot Mons zich te wagen aan het misdaadgenre, dat voor elke Zweedse auteur na Wallander en Stieg Larsson commercieel aantrekkelijk was en is. 'Als schrijver moet je niet moeilijk doen. Ik wil dat mijn boeken een feestje zijn waar iedereen op bezoek komt. Ik wil leesbaar zijn, niet alleen maar publiceren wat ik zelf interessant vind. Dus ging ik aan de suspense. Maar ik wilde wel mijn eigen draai aan het genre geven. Al die naturalistische Scandinavische thrillers waarin mensen de was doen en winkelen in Ikea: saai. Van mij mag er wel een stevige portie magie bij. Verhalen over leven en dood, waarbij de doden ook een woordje meebabbelen. Doden zijn dood, maar ze zijn niet weg. Waarschijnlijk wishful thinking, toch vind ik het een geruststellende gedachte. Mijn moeder is nog bij me. Die gedachte maakt het leven draagbaar.’
ADOPTIEROOF
De romans van Kallentoft hebben als vaste hoofdpersoon rechercheur Marin Fors. De alcoholiste sleept zich van de ene crisis naar het volgende probleem. Desondanks lost ze veel misdaden op, mede doordat zij luistert naar de stemmen van de moordslachtoffers. Die dodencommentaren staan in cursief door de hele roman heen gestrooid. In de nieuwste Kallentoft, getiteld Engelwater, betreft het de stemmen van het echtpaar Andergren, dat vermoord in de jacuzzi wordt aangetroffen. Postuum smeken zij Fors om hun verdwenen dochtertje op te sporen. Dat blijkt het vijfjarig Vietnamees adoptiemeisje Ella te zijn. inspecteur Fors duikt met haar collega’s in de duistere wereld van de illegale adoptie. Biologische ouders die ongewild hun kind afstaan, adoptiepapa en mama die niet weten dat hun kind Ella is weggeroofd. Of wel? Vader Andergren heeft veel in Azië gewerkt en blijkt betrokken in allerlei schimmige zaken. Naast Marin Fors krijgen in Engelwater de andere rechercheurs ook een hoofdstuk om hun visie op de zaak Andergren te geven. Heeft collega Karin Johanisson met haar Vietnamese dochter ook iets te verbergen?
BRANDING
‘Ik houd ervan als mijn boeken klinken als een koor, waarbij de verschillende stemmen solo’s krijgen om hun verhaal te vertellen. Soms smelten ze harmonieus samen. Je volgt hun gedachten, hun emoties. Daardoor krijg je ook een outsiders blik op Malin. Als alles op de juiste plek valt, krijg je een vloedstroom van verhalen die steeds hoger rijst en uiteindelijk in de branding uit elkaar spat.'
Auteur Mons Kallentoft komt niet voor niets met die beeldspraak. Engelwater is het eerste deel van een kwartet waarvan de titels refereren aan de vier elementen water, lucht, vuur en aarde. ‘Iedereen begrijpt de symboliek, die je door het hele boek kunt laten sijpelen. Het echtpaar wordt dood gevonden in een jacuzzi, het meisje verdwijnt bij de rivier. En minder letterlijk heeft het boek dus de structuur van een golf, of misschien wel een monsoen. Water verbindt alles, zelfs Zweden met Vietnam. Venus de liefdesgodin kwam voort uit de zee.’
ANALFABEET
Kallentoft wil benadrukken dat zijn nieuwste boek naast water vooral over de liefde gaat. ‘Ik weet dat je thrillers niet automatisch met de liefde associeert. In mijn vorige boeken over inspecfteur Fors stond het kwaad centraal. Over de gruwelijkste dingen die een mens kunnen overkomen. Het tegenovergestelde van kwaad is liefde. Een fijne uitdaging voor een misdaadauteur. Ik zal uitleggen hoe het kwam. Nadat het vorige boek eindigde in een witte ruimte met het ultieme kwaad, moest ik verder. Op vakantie in Vietnam kwam ik het verhaal tegen in een plaatselijke krant over een analfabete vrouw uit een bergdorp, die dacht dat ze haar kind voor zes maanden weggaf aan een opvangtehuis. Ze kreeg 150 dollar. Maar het bleek dat ze adoptiepapieren had getekend. Toen ze haar kind kwam ophalen, bleek dat verdwenen naar Italië. De ouders daar wisten niets van het lot van de biologische moeder. Beide partijen handelden uit liefde, met vreselijke gevolgen. Die tegenstelling interesseerde me. Van goed of kwaad kun je niet spreken, veel Vietnamese bergkinderen overlijden voor hun vijfde levensjaar, dus weggeven is misschien wel de beste optie. De Italiaanse ouders wilden het kind een betere toekomst geven, naar school sturen etc. Vooral bij de mensenhandelaars schuilt de corruptie, het kwaad. Ik heb geen wandaden aan de kaak willen stellen, ik heb geen sociale agenda, daar zijn opiniepagina’s in kranten voor. Maar dit adoptiegedoe levert wel fascinerende lectuur op. Hoop ik. Uit liefde het kwade doen. Zelf ben ik geneigd altijd het belang van het kind te kiezen. In dit geval heb ik geen antwoorden, wat is het beste voor dat kind? Niemand weet het.’
SJAMAAN
Een thriller over liefde klinkt misschien al te hopsasa tralala, maar de aanwezigheid van Malin Fors zorgt vanzelf voor een donker gekleurd tegenwicht. ‘Ze verveelt me nooit, ik beleef veel plezier aan haar gezelschap in mijn hoofd. Ik kan al mijn angsten en vragen op haar projecteren, ze is een vergrootglas dat mijn persoonlijkheid uitvergroot. Alle dingen die haar en haar dochter overkomen, gebeuren niet in mijn eigen leven. Het is een soort sjamanistisch ritueel, waarbij ik literaire nachtmerries gebruik om niet wakker te liggen van mijn eigen dochters. Of van mijn eigen drankzucht. Ik koester wel de illusie dat ik kan stoppen met drinken en Malin niet. Zij is levenslang verslaafd. Je kunt nooit een klein beetje drinken. Verslaving zit in haar DNA, niet in mijn brein... ‘