Nathan Hill: De schrijver als thermometer van de tijd
De Amerikaanse docent creative writing, schrijver van korte verhalen en journalist Nathan Hill (1976) heeft met De Nix een veelgelaagde tijdgeestroman van formaat afgeleverd, ook letterlijk, want zijn wereldwijd goed ontvangen romandebuut is maar liefst zevenhonderd pagina’s dik. Waar je bij dergelijke pillen nog weleens het idee hebt dat er flink geschrapt kan worden, telt hier werkelijk elke pagina, elke uitweiding, elke filosofie mee. Dat komt omdat Hill bekwaam zijn eigen biografie heeft ingezet, zichzelf, en daarmee onze maatschappij, via zijn personages haarscherp analyseert. Hill schetst met ongekend psychologisch inzicht de pijnpunten van de huidige samenleving. Dit alles in een aanstekelijke stijl, met een goede spanningsboog, die doet denken aan John Irving, Richard Russo en T.C. Boyle.
Kartonnen doodskisten als inspiratiebron
‘Het verhaal is eigenlijk begonnen als een kortverhaal. Ik zag tijdens Occupy Wall Street een groep betogers lopen met kartonnen doodskisten en besloot een personage in die “doodsmars” te stoppen. Als vanzelf kwam ik toen te schrijven over de moeder van deze jongen, als zijnde iemand die zelf in 1968 had geprotesteerd tegen Vietnam, tegen de economische mistoestanden in die tijd. Twee coming-of-age verhalen, de kloof tussen de generaties niet zo groot als beide protagonisten denken. Maar het geheel was naar mijn mening toch te dun, te conventioneel. Jarenlang zat ik vast totdat ik besloot dat ze elkaars verhaal zouden vertellen. Ik gaf Samuel een dwingende reden om over zijn moeder Faye te vertellen, maakte er een “avontuur” van.’
Samuel is naast zijn halfslachtige baantje aan de universiteit een beginnend schrijver, die wanneer hij vastzit in zijn werk, in zijn leven, naar de virtuele wereld vlucht. Hij is bezig met het schrijven van een boek over zijn moeder, heeft er zelfs een lucratief contract van een (sensatie)uitgever voor gekregen. Faye is toen Samuel elf jaar oud was plotsklaps vertrokken. Het schrijven van het boek – een van de vele paralellen met Hills eigen bio – is dus ook een ontdekkingstocht naar de beweegredenen van de moeder om haar man en kind achter te laten.
‘Maar er moest ook een dwingende reden zijn dat Samuel überhaupt dat boek wil, nee, moet schrijven. Op die wijze kon ik twee mysteries ineen vlechten. Het vinden van de vorm van dit boek was voor mij als schrijver de “doorbraak”. Ik kon vooral in Samuel veel van mijn persoonlijke (schrijf)ideeën, van het waarom van mijn schrijven, van mijn visie op de samenleving kwijt. Faye heeft gewerkt als een katalysator. Als iemand die uiteindelijk verklaringen, hoe wankel dan ook, geeft voor haar en andermans handelingen. De vorm blijkt ook dwingend te zijn voor de lezers. Ik krijg veel “klachten”, de tekst zou verslavend werken.’
Dwingende vorm
Hill heeft zijn tragikomedie opgedeeld in tien delen. Beginnend bij een incident in 2011 tussen Faye en ene senator Packer dat door de media en het campagneteam maar al te graag extreem wordt uitvergroot. Het hoe en waarom laat hij fijn in het midden, waardoor je als lezer onbewust zelf conclusies trekt. Hill zet je sowieso aan het denken, over de huidige sociaaleconomische problematiek bijvoorbeeld. Het volgende deel vertelt het verhaal van de sensibele elfjarige jongen ten tijde van het vertrek van zijn moeder in 1998. Daarna wisselt Hill 1968 en 2011 af, laat de generaties met elkaar in gesprek gaan, geeft mondjesmaat oplossingen, maar zet je evengoed meermaals op het verkeerde been.
‘De structuur is, na een lang rommelig proces van een jaar of vier, uiteindelijk toch heel organisch ontstaan. De lezer weet precies evenveel als Samuel, ontrafelt daardoor samen met hem het mysterie. Vragen die mij al jaren bezighouden kon ik door die dwingende vorm ook in de tekst oproepen. Aanvankelijk was ik veel te gefocust op het maken van een actueel politiek boek. In 2004 was ik lamgeslagen door de Amerikaanse verkiezingsuitslag. Ik had echt niet gedacht dat Bush herkozen zou worden. Mijn tekst kreeg iets agressiefs, werd daardoor opnieuw weer heel smal. Ik wist na verloop van tijd dat ik op de menselijke kant moest focussen, de willekeur, de manipulatie, de inbreuk in het persoonlijke leven van het handelen van de overheid moest laten zien. Een dwarsdoorsnede van het systeem. De situatie in ’68 verschilt eigenlijk niets van de situatie nu. Kijk naar de president-elect en zijn visies. We leren niets uit het verleden. Het is een cirkel, of eerder de slinger van een klok die heen en weer gaat. Ik wilde geen oordelen vellen, maar de gevoelens weergeven die bij de betogers leven.'
Lees verder op pagina 2