Marjolijn Hof over 'De regels van drie' voor Nederland Leest Junior 2022
De regels van drie
Marjolijn Hof
Twan en zijn tweelingzus Linde reizen met hun moeder en oma naar IJsland. Ze gaan naar Twans overgrootvader, opi Kas, die daar helemaal alleen woont. Opi Kas kan niet goed meer voor zichzelf zorgen en hij moet mee terug naar Nederland. Maar opi Kas denkt hier heel anders over. Hij heeft een ontsnappingsplan bedacht en vraagt of Twan hem wil helpen. Gelukkig heeft Twan een survivalhandboek meegenomen. Twan twijfelt. Wat moet hij doen? Opi Kas helpen of het geheime plan verraden?
Nederland Leest gaat in 2022 over ouder worden. We worden steeds ouder maar zijn ook fitter, hoe is het om oud te worden in de 21e eeuw? Ook kinderen worden ermee geconfronteerd, ze hebben opa's en oma's in hun omgeving waarvan de een nog zal werken en de ander misschien al met pensioen is. Met De regels van drie kunnen ze dit onderwerp van verschillende kanten bekijken.
Jouw boek is uitgekozen voor Nederland Leest Junior 2022. Welk gevoel ging er door je heen toen je daarvoor benaderd werd?
Ik was blij verrast.
De regels van drie verscheen in 2013 en won toen ook de Woutertje Pieterse Prijs. Nu, bijna tien jaar later, zal het boek wederom in de spotlights komen te staan en wordt de 'levensduur' verlengd (in een tijd waarin boeken door de enorme aanwas een steeds korter leven beschoren zijn). Hoe voelt dat?
Het is heel fijn dat De regels van drie weer meer aandacht krijgt. Hoewel het boek nog steeds leverbaar is, onder meer als luisterboek en e-book, ebt de aandacht na een tijdje toch weg. Een project als dit is niet alleen fijn omdat het boek straks weer meer gelezen gaat worden, maar ook omdat er over zal worden gepraat en klassen ermee aan het werk gaan.
Je won in je schrijverscarrière onder andere al een Gouden Griffel en een Gouden Uil, en voor De regels van drie ontving je de Woutertje Pieterse Prijs. Voelt dat als erkenning van jouw werk, of speelt een ander soort waardering een belangrijker rol?
Natuurlijk zijn prijzen geweldig. Ze zijn inderdaad een erkenning van je werk, strelen je ego, krikken je zelfvertrouwen op, genereren aandacht voor je boek. Maar minstens net zo fijn zijn de reacties van lezers. Dat alles speelt trouwens geen rol bij het schrijven. Ik houd ervan mezelf uit te dagen. Soms is het onderwerp van een boek uitdagend, zoals in De regels van drie, maar het kan ook een technische uitdaging zijn. Zo wilde ik met Lepelsnijder een avonturenverhaal schrijven met veel aandacht voor de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Op dat moment ben ik niet bezig met de ontvangst van een boek. Ik schrijf, ik probeer, ik ben benieuwd of het gaat lukken.
Het thema van Nederland Leest dit jaar is 'Oud worden, jong blijven'. Hoe ga je daar zelf mee om, met ouder worden?
Ik probeer het te accepteren. Ouder worden is een gegeven en ik zou willen dat er niet zo’n dwingende jong-en-vitaalblijfcultuur heerste. Dertigers die nu al bang zijn voor rimpels, dat is echt vreselijk. Tegelijkertijd is het niet altijd gemakkelijk om met het ouder worden geconfronteerd te worden. Ik ben nu zesenzestig. Laatst viel de voordeur achter me dicht en probeerde ik via de buren over de schutting te klimmen. Dat viel nogal tegen. Ik probeer vooral jong van geest te blijven. Ik ben in wezen nog steeds een meisje dat zich over de wereld verwondert. Bang voor de dood ben ik niet. Ouder worden en de dood horen bij het leven en zijn onvermijdelijk. In De regels van drie zegt opi Kas dat doodgaan plaats maken is voor anderen. Zo zie ik het ook. Het heeft weinig zin je tegen het ouder worden te verzetten. Ik heb me voorgenomen ver weg te blijven van een facelift of botox of wat dan ook. Ik vind mijn hals rimpelig worden en mijn mondhoeken gaan hangen, maar nee, ik wil niet meewerken aan de jongblijfcultus. Liever probeer ik het ouder worden te omarmen. Lukt dat? De ene dag beter dan de andere.
Nog niet zo lang geleden werd autisme bij jou vastgesteld, zo valt te lezen op je website. Hoe was het om op latere leeftijd die diagnose te krijgen?
Verdrietig, omdat ik als kind geen enkele hulp kreeg, en tegelijkertijd een grote opluchting. Eindelijk begrijp ik beter waarom het gaat zoals het gaat. Waarom ik me vaak een buitenstaander voel en sommige dingen me zoveel moeite kosten. Ik ben nu veel milder voor mezelf. Er zijn veel vooroordelen over autisme. Vrouwen worden vaak laat gediagnosticeerd, juist omdat het beeld bij hen anders is. Daarom heb ik besloten er open over te zijn. Heel spannend omdat ik daardoor te maken krijg met diezelfde vooroordelen, maar ook belangrijk omdat het misschien andere vrouwen kan helpen. Het zou mooi zijn als we bij het woord autisme niet meer denken aan Rain Man of jongens die treintijden uit hun hoofd kennen, maar ook aan huis- tuin- en keukenautisten aan wie je niet zo snel iets ziet. Ik hoop dat er meer ruimte en acceptatie komt voor neurodiversiteit en dat we minder gaan denken in termen als stoornis en afwijking.
'Het gaat niet om zomaar een boek, maar om een boek dat bij jou past. Dat deed ik als bibliothecaresse.'
Kijk je daardoor anders terug op de dingen die je hebt gedaan, of de beslissingen die je hebt genomen, als het om je schrijfcarrière gaat?
Mijn debuut was heel laat, omdat ik een laag zelfbeeld had en altijd erg onzeker was. Dat zie je helaas bij veel mensen met autisme. Ze voelen zich vaak niet begrepen. Bijna al mijn hoofdpersonages zijn buitenbeentjes. Dat verband zie ik nu pas.
In De regels van drie is de overgrootopa van hoofdpersoon Twan ver in de negentig en 'bijna op'. Terwijl zijn familie hem graag van IJsland naar huis wil halen, heeft opi Kas zijn eigen ideeën over hoe hij zijn laatste dagen wil slijten. Dat stelt Twan in het verhaal voor een groot dilemma. Hoe zou jij daar zelf mee omgaan?
Het overkomt Twan en als het mij zou overkomen zou ik dat niet zo een, twee, drie weten. Ik gun opi Kas zijn zelfgekozen einde, ik zou zelf zoiets kunnen beslissen, maar mag hij Twan daarmee opzadelen? Dat is voor mij de belangrijkste vraag.
Welke rol speelt IJsland in jouw leven?
Op dit moment speelt het nauwelijks een rol, maar wie weet ga ik er weer heen. Ik blijf van IJsland houden. De natuur is weids en ruig en de mensen zijn er lekker eigenwijs. Ik houd wel van dat tegendraadse.
Wat zijn je toekomstplannen, zowel op werkgerelateerd als persoonlijk vlak?
Ik heb twee kleindochters en ik kijk ernaar uit ze op te zien groeien en dingen met ze te ondernemen. En ik heb nog een aantal verhalen in mijn hoofd. Ik voel me vrijer nu, ik zit beter in mijn vel en ik heb ook echt zin om aan het werk te gaan. Het vervolg op Lepelsnijder komt dit najaar uit en ik heb plannen voor een volgend boek. Verder teken ik veel en ik hoop daar wat meer tijd voor vrij te kunnen maken.
Je werkte jarenlang als jeugdbibliothecaresse. Kun je ons jeugdboeken tippen die je anderen graag zou aanraden?
Dat vind ik ontzettend lastig. Niet omdat ik geen titels kan noemen, maar juist omdat er zoveel moois is en ik niemand tekort wil doen.
Hét boek uit mijn jeugd is De ark van mensen, dieren en dingen, een bloemlezing die werd samengesteld door Annie M.G. Schmidt. In mei bestaat Querido’s kinderboekenfonds 50 jaar en zal er een heerlijk dikke nieuwe bloemlezing verschijnen. Daar verheug ik me op. En veel schrijvers die ik zou willen tippen staan daarin.
Ik heb de laatste maanden veel gelezen over autisme. Eén boek sprong er echt uit: Dagboek van een natuurjongen van Dara McAnulty. Hij schreef het toen hij vijftien was. Prachtig.
En verder durf ik niet te kiezen. Werkelijk niet, omdat ik het niet kán. Loop een bibliotheek binnen, of een boekwinkel, een echte. Een kinderboekenwinkel, nog beter. Kijk naar al het moois wat daar ligt. Snuffel in de prentenboekenkast, ook al denk je dat je daar te oud voor bent. (Dat ben je niet. Dat ben je nooit.) Lees romans en gedichten. En vráág. In de bibliotheek en de boekwinkel kunnen ze je helpen. Het gaat niet om zomaar een boek, maar om een boek dat bij jou past. Dat deed ik als bibliothecaresse, mensen koppelen aan de boeken die bij hen pasten, boeken waar ze misschien zelf niet aan hadden gedacht.
Natuurlijk heb ik het liefst dat iedereen alles leest van Bibi Dumon Tak en Benny Lindelauf. Of van Erna Sassen of Simon van der Geest en… en… Maar als ik eerlijk ben, houd ik niet van die tiplijstjes met vier of vijf boeken. Ik krijg onmiddellijk last van keuzestress en het is zo willekeurig. Maar als ik je ontmoet en ik praat met je en ik weet wie je bent, dan moet je oppassen, dan stop ik je hoofd vol met boekentips.
Auteursfoto © Renske Derkx, via uitgeverij Querido