Nederlandstalige epische fantasy: De demon van Felswyck
Pagina 2 van 3
Het schrijfproces
Op Facebook zijn je vorderingen, maar ook je verzuchtingen in het schrijfproces te volgen. Volg je daarin een strategie, of ‘roep’ je wat in je opkomt?
'Ik volg niet echt een strategie. Ik kan natuurlijk niet alles roepen, zeker niet als het om inhoudelijke spoilers gaat, maar ik censureer mezelf niet. Het schrijven van boeken van dit soort lengte is nieuw voor me en ik deel mijn bevindingen graag met anderen. Ik heb soms het idee dat er te weinig over het schrijfproces wordt gesproken, alsof het altijd van een leien dakje gaat, terwijl veel schrijvers misschien wel geholpen worden als ze merken dat andere schrijvers ook weleens vastzitten of dingen lezen die hen kan helpen in bepaalde situaties.'
Je hebt de wereld van Felswyck eerder gebruikt in De kranen van Saducco (gepubliceerd in de bundel Zwarte Kunsten en als Fantasy short bij Link) en hoofdpersonen uit dat verhaal komen terug in Invocatie. Hoe is jouw schrijven en jouw wereld veranderd tussen dat verhaal en het boek?
'Er komt een personage in Invocatie uit Kranen, dat zich afspeelt vlak voordat de roman begint (de smid, Tal). Wat er veranderd is, merkte ik tijdens het redigeren van Kranen voor plaatsing in Eclips, is dat de wereld zoveel dieper en rijker is geworden. Je bouwt je wereld op hoofdlijnen die je hier en daar verder invult, maar dat is vooral een theoretische oefening. Op het moment dat je een roman gaat schrijven met personages die in die wereld verankerd zitten, moet je de theorie ineens om gaan zetten in de praktijk. En dan moet je gaan nadenken over al die kleine details die je nodig hebt om een personage overtuigend in een cultuur neer te zetten.
Je kunt wel zeggen ‘de religie is gebaseerd op voorouderverering’, maar wat betekent dat in het dagelijkse leven? Hoe vereren ze? Wat is de symboliek die ze gebruiken? Welke mythologie past erbij? Hoe is hun cultuur bepaald door hun religie? Enzovoort. Je moet gaan nadenken over alle aspecten in zo’n samenleving en de interactie daartussen en die vervolgens via de personages naar voren laten komen. Sinds Kranen is mijn wereld zoveel rijker geworden – en zoveel duidelijker voor mij persoonlijk.
Maar ik denk dat mijn schrijven zich in die anderhalf jaar dat ik nu aan Invocatie en Revocatie schrijf nog veel meer gegroeid is. Als ik teksten uit die periode lees en die naast wat ik nu schrijf leg, zie ik dat ik veel soberder ben gaan schrijven, in de zin dat ik dichter op de personages en het verhaal ben gaan zitten, zodat ik veel minder woorden nodig heb om iets neer te zetten.
Bovendien ben ik filmischer gaan schrijven, met de nadruk op de personages en de actie, veel meer to the point. Ik begon als een soort Tolkien, veel beschrijvingen, alles stap voor stap beschrijven. Nu ben ik meer een Sanderson of Martin, alleen beschrijven wat belangrijk is en de rest overslaan.
Zoals laatstgenoemden heb ik veel aandacht voor de realistische kant van mijn wereld, de maatschappelijke en politieke achtergronden van het plot, waar uiteindelijk de motivatie van de personages uit voortkomt. Ik wil dat de lezer de wereld kan voelen alsof het echt bestaat.'
Roman vs. kort verhaal
Je hebt eerder met korte verhalen deelgenomen aan de Paul Harland Prijs (o.a. 3e plaats in 2012). Wat is het verschil tussen verhalen en een roman of zelfs een duologie, zoals waar je nu aan werkt?
'Ik ben geen korte verhalen-schrijver. Ik heb ruimte nodig om mijn plots uit te werken. Ik houd ervan om mijn personages de ruimte te geven in elke scene en zo het plot te laten groeien, de wereld te ontwikkelen door actie en dialoog. En een kort verhaal is daar niet geschikt voor.
Invocatie en Revocatie vormen samen een verhaal. Dit geeft me de ruimte om met meerdere hoofdpersonen te werken en mijn plot rustig op te bouwen, zodat ik veel van de wereld en de personages kan laten zien. Veel show, less tell, dus. Zoals ik al zei, de lezer moet de wereld in al haar facetten kunnen voelen, zodat ze begrijpen waarom mijn personages doen wat ze doen.'
De landkaarten
Je boek bevat vier pagina’s met kaarten, die je als een essentieel onderdeel van het boek beschouwt. Waarom zijn de kaarten zo belangrijk?
'Geografie is bepalend – of in elk geval medebepalend – voor de maatschappij, iets dat door veel schrijvers vaak wordt vergeten. Een volk leeft altijd in relatie met zijn omgeving en die omgeving is in hoge mate bepalend voor de culturele ontwikkeling.
De Felswégan zijn wie ze zijn omdat ze uit de Hooglanden komen, hard en onverzettelijk – heel anders dan die Laaglanders die in Felswyck wonen.
Ik heb dus nauwkeurige kaarten voor de gebieden waar mijn verhalen zich afspelen en ken de ontwikkeling van de volken die mijn wereld bewonen. Dit alles vertaalt zich in mijn personages, die handelen vanuit een sterk besef van wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Dus ik wil dat de lezer – die lezers die, zoals ikzelf, dat graag doen – datzelfde gevoel van plaats kan krijgen door op de kaart te kunnen zien waar iemand vandaan komt en welke plek die persoon inneemt in de wereld.
Wij weten dat van onze eigen wereld allemaal al zonder dat we het hoeven opzoeken, maar in fantasy moet je al die associaties die iemand heeft als hij of zij iets leest over een Chinees expliciet maken. Bovendien, ikzelf vind het altijd een absolute must om op te kunnen zoeken waar personages zich op elk moment in het verhaal bevinden.'
Wie heeft de kaarten getekend en hoe ben je met de kunstenaar in contact gekomen?
'De kaarten zijn van Peter Schravendeel, die ook de kaarten voor Adrian Stone deed en die dus via de uitgever bij mij terecht kwam. Het grappige van het proces was dat het moeilijker was dan ik dacht om die stapels en stapels met schetsen om te zetten in een kaart.
Door de jaren heen ontwikkelt een wereld zich, wat tot veel tegenstrijdigheden leidt die opgelost moeten worden. En Peter kwam met veel vragen over dingen waar ik nog niet of onvoldoende over nagedacht had en dat heeft nog tot een aantal wijzigingen geleid, waarbij een aantal gebieden werden aangepast.'
De wereld van de Westelijke Territoria heb je over heel veel jaren opgebouwd en hij is begonnen als een game-omgeving, vertel je in het Verbeeldingswerelden artikel op Hebban. Steven Erikson is zijn wereld ook zo begonnen. Heb je naast deze wereld nog meer werelden waar je toekomstige verhalen in zou willen situeren?
'Ik heb losse ideeën voor verhalen waarbij een eigenschap voor de wereld bepalend is voor het verhaal, maar dat zijn niet meer dan schetsen. Ik heb vooralsnog geen behoefte aan meer werelden, omdat ik in deze wereld nog zoveel te vertellen heb.'
Lees verder op de volgende pagina: de lezer Jürgen Snoeren