Nieuws /
Nobelprijs voor de Literatuur naar Svetlana Alexijevits
Alexijevitsj stond de afgelopen dagen al bovenaan bij de wedkantoren Ladbrokes en Paddy Power. De schrijver en journaliste Svetlana Alexijevitsj uit Wit-Rusland was vorig jaar ook al voorgedragen als genomineerde. Alexijevitsj heeft onder meer boeken over de oorlog in Afghanistan en de ramp in Tsjernobyl op haar naam staan.
Svetlana Alexijevitsj werd op 31 mei 1948 geboren in de Oekraïense plaats Stanislav, als dochter van een Wit-Russische vader en een Oekraïense moeder. Ze groeide op in Wit-Rusland, en maakte een carrière in de journalistiek. Ze werkte voor diverse dagbladen en als correspondent voor het literaire tijdschrift Neman. Ze verwierf faam met haar verhalen en interviews met ooggetuigen van de meest dramatische gebeurtenissen die haar land meemaakte, zoals de Tweede Wereldoorlog, de Sovjet-inval in Afghanistan en de kernramp in Tsjernobyl. Nadat het regime van dictator Lukashenko haar wilde vervolgen, besloot ze Wit-Rusland in 2000 te verlaten. Elf jaar later keerde ze terug naar Minsk.
Sinds de literatuurprijs voor het eerst in 1901 werd toegekend, zijn slechts veertien van de 111 laureaten van het vrouwelijk geslacht. De laatste vrouw die voor Alexijevitsj de prijs won, was Alica Munro uit Canada. Zij kreeg de prijs in 2013.
Het Nobelcomité roemt in het juryrapport ‘haar meerstemmige geschriften, een monument voor het lijden en moed in onze tijd’. In 2013 verscheen Alexijevits' boek Het einde van de Rode mens, een verzameling levensverhalen uit de twintig jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In 1985 debuteerde Alexijevitsj met De oorlog heeft geen vrouwelijk gezicht, Daarin vertellen gewone Sovjetburgers over hun ontberingen in de Tweede Wereldoorlog. In hetzelfde jaar volgde haar tweede boek: De laatste getuigen. Kinderen in de Tweede Wereldoorlog. Vier jaar later kwam ze met Zinkjongens. Sovjetstemmen uit de oorlog in Afghanistan, en in 1993 bracht ze Betoverd door de dood uit, waarin ze de golf geslaagde en mislukte zelfmoorden in kaart bracht tijdens de ineenstorting van de Sovjet-Unie. De boeken van Aleksijevitsj, staan in Wit-Rusland op de zwarte lijst, maar zijn in dertig talen verschenen.
Andere veel genoemde kandidaten voor de Nobelprijs van dit jaar waren de Japanse auteur Haruki Murakami, Ngugi wa Thiong'o uit Kenia, de Amerikanen Philip Roth en Joyce Carol Oates en de Ierse schrijver John Banville. Alexijevitsj schaart zich in een lange rij met illustere voorgangers, onder wie Albert Camus, Gabriel García Márquez, Toni Morrison en Doris Lessing. In 2014 ging de prijs naar de Franse auteur Patrick Modiano.
Elk jaar worden zes- tot zevenhonderd individuen en organisaties uitgenodigd om potentiële kandidaten voor de prijs voor te dragen. De lijst van doorgaans tweehonderd namen wordt daarna teruggebracht tot een shortlist, waarna de leden van de Zweedse Academie, een groep van 18 schrijvers en hoogleraren, zich erover buigen. De auteur die een meerderheid aan stemmen krijgt, wordt bekroond.
(Bronnen: o.a. The Guardian, NRC)