Moordwijven #2: Ingrid Oonincx
Bestaat de waarheid eigenlijk wel?
Dat is een lastige vraag Isa. Vroeger was het simpel: mijn waarheid was dé waarheid. De wereld bestond uit mijn dorp, mijn school, mijn sportclub en mijn vriendinnen. Als ik iemand stom vond dan was die persoon ook echt ontzettend stom, daar was geen twijfel over mogelijk. Zwart, wit. Tinten grijs bestonden niet in die ongecompliceerde kinderjaren. Ik was het stralende middelpunt van mijn eigen universum.
Het lukt sommige mensen om dit hun hele leven vol te houden, maar meestal maakt het verstrijken van de jaren korte metten met dit egocentrische wereldbeeld. Zo ook bij mij. Aan het einde van mijn puberteit begon ik in te zien dat mijn waarheid slechts een onbeduidende visie was vergeleken met die van zwaarwegender types zoals leraren, werkgevers, politie, rechters en andere autoriteiten. Allemaal mensen van wie je mag aannemen dat ze hun functie uitoefenen vanwege hun wijsheid en betrouwbaarheid. Zij hebben er tenslotte voor geleerd om dé waarheid te herkennen en hebben de autoriteit om op basis van hun bevindingen ingrijpende beslissingen te nemen.
Er zijn feiten waar niemand omheen kan. Van een lijk in het bos maak je niet zomaar een slapende man en van een op een bewakingscamera geregistreerde diefstal is geen onschuldige winkelexpeditie te maken. Maar over de toedracht kun je van mening verschillen. Een veroordeelde crimineel kan volhouden dat hij of zij onschuldig was of uit noodweer handelde. Spreken de getuigen wel de waarheid of hebben ze belang bij het laten opsluiten van die persoon? Hoe waren de omstandigheden tijdens de misdaad? Was de getuige onder invloed? Had hij of zij een rotdag? Of was er misschien vooringenomenheid over de afkomst van de dader?
Je zou het maar op je bordje hebben liggen om daarover te moeten oordelen. Respect voor de mensen, politie en rechters, die dagelijks de waarheid moeten wikken en wegen. Zij proberen natuurlijk objectief te zijn, maar zijn niet onfeilbaar. Denk aan Lucia de B., de Puttense moordzaak of de Zaanse paskamermoord. Genoeg redenen om ’s nachts wakker te liggen. De gevangenissen zitten vol met mensen die onschuldig zijn of die dat oprecht geloven. We moeten altijd proberen de waarheid zo dicht mogelijk te benaderen, maar beter dan dat zal het niet worden. En bovendien: wiens waarheid weegt zwaarder?
Aan moordwijf Marlen-Beek Visser stel ik de volgende vraag: Hoe ga jij om met de ethiek van waargebeurde zaken in je boek? Houd je rekening met daders of slachtoffers die zichzelf mogelijk herkennen in jouw verhaal?