Moordwijven #6: Ingrid Oonincx
Soms is zelfs de waarheid ongeloofwaardig. Hoe pak je dat aan?
Voordat ik deze vraag beantwoord, wil ik het over de geloofwaardigheid in thrillers in het algemeen hebben. Als je heel kritisch bent, zijn thrillers vaak niet geloofwaardig. Neem bijvoorbeeld de vaak voorkomende onhandelbare autistische vrouwelijke rechercheur en de geniale, maar alcoholistische speurder. Zouden deze mensen in de echte wereld ook zo goed functioneren? Ik betwijfel het. Of de hyperintelligente seriemoordenaar die vaak opgevoerd wordt. In het echt lopen er vast niet zoveel rond. Echte moordmotieven zijn vaak platter: persoonlijk gewin, ideologie of geloof, haat en nijd of een impulsieve opwelling. Dat geraffineerde kat- en muisspel waar veel thrillerliefhebbers dol op zijn, komt er meestal niet aan te pas.
Is dat erg? Natuurlijk niet! Het lezen van een thriller gaat in eerste instantie om een aantal uren (ont)spanning en dat is leuker met tot de verbeelding sprekende personages en omstandigheden. Ook in mijn thriller Botsing (2011) gebeurt iets dat de geloofwaardigheid tart. (Wie Botsing niet gelezen heeft en dat wel van plan is, moet nu stoppen met lezen.) In Botsing worden drie personen bedreigd door een angstaanjagend figuur. De drie verhalenlijnen verweven zich en uiteindelijk wordt duidelijk welke gebeurtenis deze personen met elkaar verbindt: een fatale botsing tussen een passagiersvliegtuig en een vrachttoestel. Hoe groot is de kans dat twee vliegtuigen hoog in de lucht botsen? Inderdaad: uiterst klein. Maar toch is dit precies wat op 1 juli 2002 boven het Duitse Bodenmeer gebeurde. De Rus Vitaly Kaloyev verloor die dag zijn vrouw en kinderen. Een paar jaar later vermoordde hij de luchtverkeersleider die hij verantwoordelijk hield voor het ongeluk.
Botsing is in grote lijnen gebaseerd op een ware gebeurtenis, maar de toedracht en personages heb ik zelf bedacht. Ik probeerde me voor te stellen wat voor impact zo’n ongeluk op de betrokkenen heeft en welke factoren tot zo’n fatale samenloop van omstandigheden kunnen leiden. Ik denk dat ik erin geslaagd ben om dat geloofwaardig uit te werken, maar als ik ook de aanleiding voor het verhaal zelf verzonnen zou hebben, zou Botsing waarschijnlijk vergezocht en ongeloofwaardig genoemd worden. Dan is het toch fijn om in het nawoord de feiten te kunnen presenteren.
Mijn vraag aan moordwijf Marlen Beek-Visser: Verwerk jij ook persoonlijke ervaringen in je thrillers?