Interview /
Op het nachtkastje van... Anne Eekhout
In de zomer van 2014 kwamen we in contact met schrijfster Anne Eekhout (1981). Een aantal maanden daarvoor debuteerde ze met haar roman Dogma, over een groep studenten die zich voorneemt een uiterst controversiële documentaire te maken, waarin één van hen zelfmoord zal plegen. Tijdens het maken van de documentaire doen vier mannen en één vrouw om de beurt verslag van de gebeurtenissen, maar ze vertellen ook over de uitwerking die het project op hun gedachten en geweten heeft. Naarmate de climax nadert wordt de vraag of ze hun plan echt gaan uitvoeren steeds prangender en de verhoudingen in de groep veranderen gaandeweg op dramatische wijze.
Op Hebban schreef Anne bijna een jaar lang over haar ervaringen als pas gedebuteerd schrijfster. Zo deelden we haar blijdschap toen ze op één dag hoorde dat Dogma was genomineerd voor de Bronzen Uil 2014 én op de longlist van de AKO-Literatuurprijs stond, leerden we over de voor- en nadelen van het schrijverschap en lazen we hoe Anne zich liet opsluiten in het een oude Pastorie in het schimmige, Duitse Malberg. Maar we volgden ook de ontwikkelingen rondom haar volgende roman, want dat er een tweede boek zou komen stond buiten kijf, alleen stond er af en toe wat uitstelgedrag in de weg. In haar laatste Hebban-column van juli 2015 kon Anne gelukkig meedelen dat ze in het herschrijfstadium van haar tweede boek was beland. Wij zijn benieuwd hoe het er nu voor staat en welke indrukwekkende boeken Anne Eekhout in de tussentijd zelf las!
Op het nachtkastje van...Anne Eekhout
Welk boek ligt momenteel op jouw nachtkastje?
'Een honger van Jamal Ouariachi. Toevallig heeft hij net de BNG Literatuurprijs gewonnen hiermee. Ik heb het nog niet uit, maar ik vind het al indrukwekkend knap geschreven en het onderwerp en de stijl maakt dat je er zo doorheen raast.'
Wat is het beste boek dat je het afgelopen jaar las?
'Goud, roem, citrus van Claire Vaye Watkins. Een post-apocalyptische roman over op hol geslagen droogte in de zuidwestelijke staten van Noord-Amerika. Compleet met desolaat-creepy omgevingsbeschrijvingen, een aandoenlijk weeskind dat niet helemaal in orde is en een sekteachtige groepering aan de rand van de oprukkende duinen in de Nevada-woestijn.'
Waar lees je het liefst?
'Op de bank bij een goede leeslamp (dat is iets van de laatste jaren die lamp. Toen ik jonge ogen had kon ik overal lezen) in bad of in de trein.'
Welk boek had je zelf wel willen schrijven?
'O, dat zijn er heel veel. Ik had The age of miracles (Wij waren hier )van Karen Thompson Walker willen schrijven, hoewel een beetje anders. Het is een coming-of-age-verhaal dat zich afspeelt in een wereld die plotseling langzamer gaat draaien, en niemand weet waarom. De dagen en nachten worden steeds langer, met desastreuze gevolgen voor de landbouw, dieren en mensen. Heel intrigerend. Ik had ook heel graag 1984 van George Orwell willen schrijven, maar ja, wie niet? Of de sprookjes van Godfried Bomans.'
Om welk boek heb je moeten huilen?
'Post Mortem van Peter Terrin. Het gaat over een man wiens dochter plotseling ernstig ziek wordt en op de intensive care terecht komt. Verpletterend droevig en invoelend geschreven. Dat het autobiografisch is hoorde ik pas achteraf. Ik denk dat dat het nóg knapper maakt.'
Welk genre spreekt je totaal niet aan?
'Ik lees vrijwel nooit fantasy, maar dat komt denk ik niet omdat het me niet aanspreekt. Ik kijk bijvoorbeeld wel graag naar Game of Thrones. Maar dat is wat luier, hè? Om echt op te gaan in een goed fantasyboek, moet je wat tijd investeren heb ik het gevoel. Het is zo’n ander genre. Ik heb soms het idee dat je er een soort studie van zou moeten maken om ervan te genieten. Eigenlijk onzin, nu ik er zo over nadenk.'
Is je boekensmaak in de loop der jaren veranderd?
'Dat valt denk ik wel mee. Ik ben iets breder gaan lezen. Ik probeer iedere paar boeken een klassieker te lezen. Zo heb ik onlangs Van de koele meren des doods van Frederick van Eeden gelezen. Zó mooi. Vroeger las ik wat vaker een thriller maar sinds ik kinderen heb kan ik daar wat minder goed tegen.'
Welke schrijver verdient volgens jou meer erkenning voor zijn/haar boeken?
'Ira Levin. Hij heeft een hele sobere, maar vlekkeloze stijl. Maar wat het beste is zijn de verhalen zelf. Meesterlijk spannend. Veel mensen kennen de gruwelijk mooie, spannende film Rosemary’s baby van Roman Polanski, maar het boek is van Ira Levin. En de film is een exacte kopie van het boek, tot en met de dialogen. Haarfijn dat boek.'
Waar ben je momenteel mee bezig?
'Ik ben op het moment erg druk met de promotievoorbereidingen voor Op een nacht, mijn tweede roman die uitkomt op 1 maart. Daarnaast ben ik het grondwerk aan het leggen voor mijn derde roman.'
Waar gaat Op een nacht over?
'James zit gevangen in een gebouw, een eenzaam, verschrikkelijk instituut, en hij weet niet waarom. Iedere nacht droomt hij dat hij een normaal leven heeft, met een vrouw en een dochter, Penelope. Hij houdt zielsveel van ze, maar sinds Penelope geboren is, is hij niet meer zonder angst geweest. Hij vreest hevig en onophoudelijk dat haar iets zal overkomen. Opeens verdwijnt Penelope, en James is radeloos. Hij vermoedt dat Penelope ook zit opgesloten in het gebouw en dan begint hij zijn grip op de werkelijkheid te verliezen. Maar welke werkelijkheid is dat? Die in het eenzame gebouw, of bij Ana en zijn verdwenen dochter? Hij moet kiezen waarin hij gelooft en die keuze heeft enorme gevolgen voor de levens van zijn vrouw en van Penelope.'
Op Hebban schreef je bijna een jaar lang over het leven als pas gedebuteerd schrijfster en over de ontwikkelingen rondom je tweede roman. Als je nu terugkijkt, hoe vond je het schrijven van je tweede boek ten opzichte van je debuutroman Dogma ?
'Heel veel sneller in elk geval! Het is een compleet ander proces geweest. Over het verhaal van Dogma was ik heel lang heel enthousiast, maar het duurde acht jaar voor het goed genoeg was om te verschijnen. Na de eerste versie van Op een nacht kreeg ik van mijn uitgever, redacteur en mijn literair agent te horen dat het zo goed was dat er niet veel meer aan veranderd hoefde te worden. Misschien heb ik veel bijgeleerd, dat hoop ik in elk geval, maar Op een nacht is ook een verhaal wat een beetje met me op de loop ging. Ik hoefde het niet zo nodig te schrijven, maar het drong zich op – veel meer dan Dogma.'
Wat is kenmerkend voor jouw boeken?
'Dat ze ergens over gaan. Ik bedoel dat – naar mijn smaak – de Nederlandse literatuur teveel over niets gaat. Er gebeurt zo weinig. Een affaire. Dronken worden in de kroeg. Iemand die depressief is en peinst over zijn verleden. Ik schrijf graag verhalen waarin er dingen gebeuren, aparte dingen, dingen waardoor personages een standpunt moeten innemen. Bijzondere gebeurtenissen definiëren wie je bent, denk ik.'
En nu…’even helemaal niks’? Of heb je alweer nieuwe schrijfplannen?
'Ja, ik ben bezig met de opzet voor mijn derde roman. Het wordt een pre-apocalypsroman en ik heb er echt heel veel zin in. Maar nu eerst even aan de slag voor de lancering van Op een nacht. Vanaf het verschijnen op 1 maart ga ik met een opklapbed langs verschillende boekhandels in Nederland en België en lees ik in dat bed – onder het dekbed met het omslag van Op een nacht erop – één op één voor aan klanten die naast me in bed willen stappen. Het wordt erg leuk. Voor wie dit wil meemaken: op mijn website www.anne-eekhout.nl plaats ik de data en boekhandels die ik aandoe.
De columns die Anne Eekhout voor Hebban schreef vind je hier.