Peter Robinson: ‘Ik had geen idee hoe ik verder moest met Alan Banks’
De auteur, geboren en getogen in Yorkshire, studeerde Engels aan de Universiteit van Leeds en besloot op zijn vierentwintigste naar Canada te vertrekken. Dertien jaar later, in 1987, debuteerde hij met Gallows View (in Nederland verschenen als Stille blik), waarin Detective Chief Inspector Alan Banks voor het eerst zijn opwachting maakte. Het boek belandde op verschillende shortlist en luidde het begin in van de zeer succesvolle schrijfcarrière van de inmiddels 62-jarige Robinson. Vele jaren, nominaties en prijzen later telt de reeks 22 delen en behoort de auteur tot een van de meest gewaardeerde en bekroonde schrijvers in het genre.
Toch was het een lange weg die Peter Robinson bewandelde.
Robinson: ‘In Engeland begon het pas bij In a Dry Season, mijn tiende boek. In de VS en Canada deed ik het al wel aardig, maar er waren nog niet veel vertaalrechten verkocht. Ik was leraar Engels en schreef in mijn vrije tijd. En als ik terugkijk op die periode, besef ik hoeveel geluk ik heb gehad. In het huidige uitgeefklimaat krijgt een auteur echt geen tien boeken om door te breken. Je mag al blij zijn als je drie kansen krijgt als jonge schrijver. Na tien boeken werd ik een overnight success, haha.’
Wat maakte dan nu net het verschil tussen zijn eerste negen boeken en het tiende?
Robinson: ‘Ik denk dat ik zelf het verschil heb gemaakt. In a Dry Season was langer en had meer diepgang. Ik verwerkte er een tweede verhaallijn in, verteld door een jong meisje tijdens de oorlog in Yorkshire. Ik heb daar veel research voor gedaan. De belangrijkste verandering zat 'm in de structuur van het boek. Die was heel anders dan de eerdere boeken. Het was ook het eerste boek waar Banks gescheiden van zijn vrouw leefde. Dat maakte andere romances mogelijk. Allemaal componenten die het verhaal interessanter maken.
Ook stapte ik toen over naar een nieuwe uitgeverij, eentje die ook echt aan promotie deed. Er werden posters opgehangen in de metro. Dat maakt natuurlijk een wereld van verschil.’
Willekeurige volgorde
Zeven jaar later, in 2006, veranderde hij voor de tweede keer van uitgever en dat zorgde voor een nieuwe boost in zijn carrière overzee. Het is dan ook niet zo gek dat hij in Nederland zo laat “debuteerde”, vijftien jaar na zijn debuut in Canada. Er werd gekozen voor Aftermath (NL: Nasleep), numero 12 in de reeks. Hoewel Peter Robinson het altijd gek heeft gevonden dat zijn boeken in het buitenland vaak in willekeurige volgorde worden uitgegeven, heeft hij er geen problemen mee.
Robinson: ‘Ik ben sowieso blij dat A.W. Bruna besloten heeft om ook de oudere titels alsnog uit te geven. Het is misschien een beetje verwarrend voor de lezers, maar je kunt de boeken goed los van elkaar lezen.’
Opvallend genoeg besloten ook de producenten van de televisieserie DCI BANKS het twaalfde boek als uitgangspunt te nemen voor de eerste aflevering.
Robinson: ‘Ze vonden het duidelijk de meest sensationele opening voor de serie. Ze hebben me nooit verteld waarom, maar ik kan me voorstellen dat het drama in Aftermath een goed startpunt voor hen was.’
Ik ontmoet de auteur in Kings Head, een hotel midden in het centrum van Richmond. De dag eerder maakten we al een lange wandeling langs de prachtige landerijen, ruïnes en begraafplaatsen die Yorkshire kenmerken. We praten nog even verder over de serie waarvan begin april bekend werd dat er ook een tweede seizoen komt. Vindt Robinson dat DCI Banks, gespeeld door Stephen Tompkinson, dicht bij zijn eigen idee over de speurder staat?
Robinson: ‘Ik denk dat het nooit helemaal hetzelfde kan zijn. Allereerst is Tompkinson een stuk langer dan “mijn Banks”. Daar moest ik bijvoorbeeld wel even aan wennen. Ik heb zelf vier afleveringen gezien. Ik zie hem groeien in zijn rol. Hij wordt steeds echter en krijgt steeds meer de persoonlijkheid van de Alan Banks uit mijn boeken. Ik denk dat Tompkinson hem fantastisch neerzet.’
Heeft de DCI Banks uit de tv-serie impact op zijn schrijven?
Robinson: ‘Daar ben ik wel een beetje bang voor geweest. Iedereen kent natuurlijk de verhalen van auteurs die na een verfilming niet meer over hun personage kunnen schrijven. Misschien heeft het bij mij geholpen dat ik op het moment van de verfilmingen niet werkte aan een Alan Banks-boek, maar een standalone schreef. Toen ik een jaar later Alan Banks weer oppakte, heeft het me wel wat tijd gekost om de Banks en de Annie (zijn sidekick) van televisie helemaal los te laten. Hun relatie is daar behoorlijk anders dan in de boeken. Ik moest me daar even goed bewust van zijn. Maar uiteindelijk is Alan Banks voor mij niet veranderd door de tv-serie.’
Derde DCI Banks
Ondanks het grote internationale succes van zijn serie, besloot Robinson - na vijftien jaar - weer een standalone, zijn derde, te gaan schrijven. Waarom?
Robinson: ‘Het is eigenlijk heel eenvoudig. Het verhaal van Before the Poison paste niet bij Banks op dat moment. Ik wilde er een keer geen politie-onderzoek van maken. Ik had behoefte aan nieuwe personages. Eerlijk gezegd was er ook nog iets anders aan de hand. Ik had geen idee meer hoe ik verder moest met Alan Banks. Hij was er zo slecht aan toe in het laatste boek. Zijn relatie was op de klippen gelopen, hij was bijna zijn dochter verloren. Het werd voor mij echt tijd om heel even afscheid van hem te nemen om later weer bij hem terug te kunnen komen.’
Het verhaal van Before the Poison is ook heel anders dan we van Peter Robinson gewend zijn.
Robinson: ‘Ja, als je het hebt over spookverhalen en spookhuizen, dan denk je al gauw aan een bovennatuurlijk verhaal. Dat is niet zo, er is ook een andere uitleg mogelijk, meer op het psychologische vlak. Ik lees zelf graag boeken die balanceren op het randje van horror en dat wilde ik nu ook eens schrijven.’
Ook al wijkt het boek zo veel af van de Banks-boeken, zijn fans kunnen het uitstapje wel waarderen, vertelt de auteur.
Robinson: ‘Mijn uitgever heeft het boek qua vormgeving dichtbij de Banks-serie gehouden. Dus het werd direct wel opgepakt. Zo goed zelfs, dat het hier in Engeland op nummer 1 terecht kwam. De reacties van de lezers zijn vooral positief, maar het boek werd ook in de media zeer goed besproken. Ik denk dat dit boek een langer leven heeft dan een boek uit de reeks. Het moet het hebben van mond-tot-mond reclame. Er wordt over gesproken, dus dat is goed.’
Dat was niet vanzelfsprekend, zo biecht de Robinson op. Zijn eerdere standalones (Caedmon's Song uit 1990 en No Cure For Love uit 1995) werden een stuk minder enthousiast ontvangen.
Robinson: ‘Dat heeft misschien ook wel meegespeeld om zo lang te wachten met weer een op zichzelf staand boek. Maar los daarvan begint het altijd met een idee voor een verhaal en bij de meeste was Alan Banks een onmisbaar onderdeel ervan. Ik heb trouwens eerder een poging gedaan. Na Aftermath heb ik geprobeerd om een standalone te schrijven. Maar na 100 pagina's besefte ik dat het verhaal zonder Banks niet zou werken. Het werd nummer 13 in de serie: The Summer That Never Was (NL: Onvoltooide zomer, 2003).’
Road map
Zoals eerder gezegd, Alan Banks is geen statische hoofdpersoon. In elk boek ontwikkelt hij zich en dat geeft kleur en diepgang aan zijn karakter. Heeft Robinson een soort road map aangelegd voor zijn hoofdpersonen?
Robinson: ‘Ach, dat heb ik in het verleden allemaal geprobeerd. Een “bijbel”, zo noemen ze dat in televisieland, waarin ze vastleggen wat een personage heeft gedaan, hoe de familie eruit ziet, et cetera. Nee, ik heb mijn interesse daarin verloren. Het maakt namelijk niks uit. Al schrijvende verander ik vaak van gedachten en dat kan zo maar een nieuwe richting opleveren voor een personage. Ik denk overigens niet dat ze hierdoor onmogelijk inconsistent worden, maar het gebeurt. Er is wel eens een lezer geweest die me wees op het feit dat Banks broer in het ene boek jonger en in het andere boek ouder was. Tja, het was voor het verhaal van A Strange Affair nu eenmaal belangrijk dat hij jonger was.
Dat Alan Banks ouder wordt naar mate de serie loopt, leek me een logische ontwikkeling. Niet realtime. Hij is niet in elk boek een jaar ouder. Dat heeft ook geen zin, want de boeken verschijnen overal op een ander moment. In sommige landen zit er twee, drie jaar tussen. Maar de omgeving is wel altijd hedendaags. Daar zit wel de actualiteit in verweven.
Maar om eerlijk te zijn, verder dan die gedachte strekt mijn masterplan niet. Ik weet echt nog niet wie het gedaan heeft als ik begin aan een nieuw verhaal. Laat staan hoe ik er moet komen. Het begint met een idee en vaak beperkt dat zich tot het beeld dat ik in de proloog oproep. Een sterk visuele opening, een bepaalde locatie, het vinden van een lijk, Banks en Annie die het onderzoek starten door vragen te gaan stellen. Ik schrijf geen outline zoals bijvoorbeeld Jeffery Deaver dat doet. Ik heb geen vaststaand plan voor een boek. En al zeker niet voor de hele serie.’
Hoe lang gaat Alan Banks als hoofdpersonage nog mee? Weet Banks zijn bedenker nog wel eens te verrassen?
Robinson: ‘Ik vind het nog steeds leuk om over Alan Banks te schrijven. Hij is wel wat zachter geworden naar mate de jaren zijn verstreken. Maar verrassen kan hij me nog steeds. Ik vind het vooral verbluffend dat Banks soms zo onnodig wreed kan zijn. Zijn donkere kant is af en toe best akelig.’
Is dat een ontwikkeling die past bij het tijdsbeeld? Het lijkt erop dat in thrillers, maar ook op televisie, de misdrijven steeds explicieter worden weergegeven. Hoe ziet Robinson dat?
Robinson: ‘Ik vind dat geweld mag als het functioneel is. Ik schrijf zelf geen extreem gewelddadige boeken zoals bijvoorbeeld Mo Hayder. Ik lees haar boeken graag, maar ze zijn behoorlijk expliciet. Ik zag onlangs de film Drive. Prachtig, maar ook daar zitten gruwelijk gewelddadige scenes in. Ik zou er niet voor terugdeinzen om zoiets in een boek te doen, maar ik vind het spannender om de gruwel te zoeken in de details.
Aftermath is wat betreft mijn meeste gewelddadige boek, maar dan vooral de openingsscène. Daarna is het vooral psychologisch geweld waar het om draait. Ik geloof ook niet dat de Banks-serie gewelddadiger of bloediger is geworden in de loop der jaren.’
Plezier met een loser smile
Wat vind hij zelf de belangrijkste ontwikkeling van zijn carrière? De awards?
Robinson: ‘Het gaat vooral om plezier hebben in wat je doet. Als ik met plezier schrijf, dan zullen de lezers meer plezier hebben met het lezen ervan. Ach, ik zou niet eerlijk zijn als ik zou zeggen dat ik de prijzen niet belangrijk vind. Het is natuurlijk een grote grap allemaal. Wanneer je eenmaal genomineerd bent, kun je alleen maar afwachten, naar de uitreiking gaan en vriendelijk lachen als je niet hebt gewonnen. Ik heb best een aantal mooie prijzen gewonnen, maar ik heb zoveel meer nominaties op mijn naam staan. Inmiddels ben ik heel goed in de loser smile, haha.’
Zijn landgenote Louise Penny is inmiddels (inter)nationaal recordhouder voor het binnenslepen van Awards.
Robinson: ‘Ongelofelijk hè? Ik denk dat zij ze allemaal al meerdere keren heeft gewonnen. Ik ben er mee opgehouden om haar nog felicitaties te sturen. Ik heb een quote geschreven voor een van haar laatste boeken. Ik weet nog steeds niet waarom ze mij zo graag op de cover wilde zetten…’
Peter Robinson is een veellezer. Naast crime fiction leest hij ook vooral literatuur.
Robinson: ‘Ik houd van mooie verhalen waarin personages zich ontwikkelen. Natuurlijk probeer ik het genre bij te houden, maar het beperkt zich vaak tot de schrijvers die ik ken en waardeer: Michael Connelly, Mark Billingham, Denise Mina. Het is veel lastiger om het werk van nieuwe auteurs te volgen, bijvoorbeeld alles wat er uit Scandinavië komt. Dat is heel veel. Ik loop wat dat betreft een beetje achter. Ze liggen op de bekende ooit nog te lezen-stapel.’
Dat er auteurs bestaan die niet meer lezen omdat ze zelf schrijven, vindt hij grote onzin.
Robinson: ‘Onbegrijpelijk! Ik ben als lezer bij het genre beland en ik ga natuurlijk niet stoppen met lezen omdat ik nu een populaire schrijver ben. Ik ben nog steeds een echte liefhebber van thrillergenre.’
Back to Yorkshire
We zijn in Richmond omdat Peter Robinson een klein deel van het jaar in Yorkshire woont. In een eerder interview vertelde hij mij ooit dat de afstand tussen Canada en Yorkshire nodig was om het goed te kunnen beschrijven, en misschien wel om er een romantischer beeld van te maken. Hoe gaat hij daar mee om sinds hij weer vaker in Engeland vertoeft?
Robinson: ‘Het is waar wat ik toen vertelde. Nu ik er weer woon, raak je toch weer meer betrokken bij de omgeving. Je leert er mensen kennen. Je gaat je er meer thuis voelen. Dat zal ongetwijfeld doordruppelen in mijn boeken, misschien dat ik de plaats, nu ik er weer vaker ben, minder ga idealiseren. En, ik moet eerlijk zeggen, ik krijg ook meer inspiratie door hier te zijn. Hoewel je dat misschien niet snel in de boeken zult terugvinden. De omgeving zal realistischer beschreven worden, misschien dat Eastvale nog iets meer gaat lijken op Richmond. Het zit vooral verborgen in de kleine dingen.
Het aardige van mijn laatste standalone is dat het zich werkelijk afspeelt in Richmond en omgeving, en niet in een fictieve stad. Het is de eerste keer dat ik over de plaats schrijf waar ik zelf leef. Dat was een leuke ervaring.’
Dat boek zal in Nederland voorlopig nog niet verschijnen. Hier verscheen deze week Zwanenzang, het zevende deel van de Alan Banks-serie dat in 1994 werd gepubliceerd.