Meer dan 5,7 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Peter Römer: ‘Ik schrijf met liefde over het museum, ook al is niet alles echt’

door Wilke Martens 2 reacties
Na negentien Baantjer-boeken, drie moordromans en twee thrillers die hij samen met zijn vrouw schreef, is het nu tijd voor zijn eerste eigen thriller. Acteur, regisseur en schrijver Peter Römer dook voor 'Een meesterstuk' in de schimmige wereld van de internationale kunsthandel. Voor de oude rot in het entertainmentvak gaat er geen dag voorbij zonder verhaal: ‘Ik heb een afwijking, waardoor alles wat mijn hoofd binnenkomt zich vertaalt naar plotjes.’

Of hij nu werkt aan een nieuwe Baantjer, bezig is met een film of door het park wandelt, Peter Römer heeft zijn voelsprieten voor verhalen altijd uitstaan. ‘Als ik in het park een man op een bankje zie zitten en hij gooit zijn appelschilmesje weg, dan heb ik al een scène gezien,’ vertelt hij tijdens een videogesprek met Hebban.nl. ‘Alles wat mijn hoofd binnenkomt, vertaalt zich naar plotjes. Dat is een afwijking.’

Best een handige afwijking, want deze zorgde ervoor dat Römer al negentien Baantjer-boeken schreef, twee thrillers samen met zijn vrouw, drie moordromans en nog talloze andere verhalen in scenario’s goot voor films, tv-series of toneelstukken. Maar het ‘plotje’ van Katja, studente kunstgeschiedenis die het onderzoek van haar grootvader naar een werk van de zeventiende-eeuwse schilder Isaac Pietersz voortzet, moest jarenlang in de ijskast. Het verhaal liep namelijk spaak. Totdat Römer las over een wel heel bijzonder scanapparaat…

Jacques en Anton, twee oude vrienden, vinden kort na elkaar de dood. De een pleegt zelfmoord, de ander sterft twee maanden later aan een hartaanval. Een tragische samenloop van omstandigheden, naar het zich laat aanzien. In elk geval legt niemand een verband met de opzienbarende ontdekking die de twee mannen kort daarvoor hebben gedaan. Wat ook niet kan, want ze hebben hun vondst angstvallig geheim gehouden… dachten ze.

Dertig jaar later wordt op klaarlichte dag de Amsterdamse kunsthandelaar Louis Post in zijn winkel in de Nieuwe Spiegelstraat vermoord. Professor Arjen Hageveld denkt te weten waarom. Het heeft te maken met het schilderij van de relatief onbekende achttiende-eeuwse schilder Isaac Pietersz waar een van zijn studenten al maandenlang onderzoek naar doet. Een schilderij met een geheim dat de professor enkele dagen eerder met de kunsthandelaar had gedeeld.

Katja Hiemstra heeft in eerste instantie geen flauw idee hoe opzienbarend de ontdekking is die ze tijdens haar afstudeerproject heeft gedaan. Voor haar heeft het schilderij van Pietersz vooral persoonlijke waarde – het doek heeft ooit toebehoord aan haar grootvader Anton. Maar het proces dat zij onbewust in gang heeft gezet, valt niet meer te stoppen. Er staat veel op het spel, te veel, en niemand – niet in Genève, niet in St Petersburg en zeker niet in Den Haag – kan zich veroorloven te verliezen…

Premisse

‘In de zeventiende eeuw was het gebruikelijk dat schilderijen werden bijgesneden als ze niet pasten, of gewoon werden geretourneerd als de opdrachtgever niet tevreden was,’ legt Römer het ontstaan van zijn thrilleridee uit. ‘Omdat schildersdoek heel kostbaar was, werden de afgeknipte stukken hergebruikt of werd er over een bestaand schilderij heen geschilderd. Het zou dus zomaar kunnen dat er nog heel wat meesterwerken verstopt zitten onder schilderijen die mensen thuis hebben hangen.’

Met die premisse liep Römer al jarenlang rond, maar hij kon er niet zoveel mee. Het was voor musea al vrijwel onmogelijk om ‘onder’ een schilderij te kijken, laat staan voor verzamelaars of studenten. ‘Lange tijd was er geen enkele mogelijkheid om onder een verflaag te kijken, zonder het schilderij te beschadigen, vertelt hij. ‘Maar op een dag las ik over een nieuwe röntgentechniek, waarbij de stralen terugkaatsen op metalen. Vroeger zaten er metalen in de pigmenten die schilders gebruikten om hun kleuren te maken. Met deze nieuwe techniek kon je dus zien of er een schilderij verstopt zat onder een ander.’

Maar nog steeds was het niet goed genoeg voor het verhaal. Het betrof een enorm apparaat, waar je niet zomaar elk schilderij in kon leggen. ‘Gelukkig las ik niet veel later over professor Joris Dik van de TU Delft,’ vertelt Römer, ‘die een handzame versie van het apparaat had gemaakt. Alle musea wilden het lenen om hun collectie te checken, dus hij reisde de hele wereld over met die scanner. Het was precies de informatie die ik nodig had om verder te kunnen met mijn verhaal.’

'Ik geloof niet dat er goede en slechte mensen bestaan, iedereen is gevormd door zijn of haar geschiedenis. Kijk, er zijn wel van die psychopaten die ’s ochtends opstaan en dan hun vrouw in vier stukken snijden, maar zulke mensen zonder geweten vind ik niet interessant.'

Geen boek zonder doden

In tegenstelling tot de Baantjer-boeken, waarvan Römer er twee per jaar schrijft, was het ontstaan van Een Meesterstuk een lang proces. ‘Van zaadje tot eindproduct heeft zeker zeven, acht jaar geduurd,’ zegt hij. ‘Ook het schrijven zelf was een heel ander proces, omdat ik nu geen formule had. Bij Baantjer kent iedereen de personages al, ik kan daar niks meer aan veranderen. Het is aan mij om steeds weer met een goede plot te komen. Maar nu moest ik zowel de plot als de personages van begin af aan ontwikkelen.’

Toch was dat geen probleem voor hem. Römer: ‘Als acteur ben ik eraan gewend om in de huid te kruipen van allerlei verschillende personages, dus ik ben gewend om me in te leven in de levens van anderen. Daarnaast heb ik veel scenario’s geschreven, waarvoor ik ook veel karakters heb ontwikkeld. Een personage komt als bijna vanzelf bij me op. Zodra een karakter me binnenvalt, weet ik de naam, weet ik hoe ze lopen, hoe ze de trap opgaan, hoe ze praten en hoe de wisselwerking onderling is. Al mijn verhalen beginnen dan ook vanuit de personages, ik werk het verhaal uit aan de hand van hen.’

Römer kent zijn personages zó goed, dat hij met allemaal meeleeft. Ook met de slechteriken. ‘Ik geloof niet dat er goede en slechte mensen bestaan, iedereen is gevormd door zijn of haar geschiedenis. Kijk, er zijn wel van die psychopaten die ’s ochtends opstaan en dan hun vrouw in vier stukken snijden, maar zulke mensen zonder geweten vind ik niet interessant. Een personage als de schimmige kunsthandelaar Vreeman heeft wel degelijk een geweten. Ook als je werkdag eindigt in een hotelkamer, met een mes in je hand naast een lijk, dan is dat een optelsom van de keuzes die je op een dag hebt gemaakt.’ Meeleven of niet, voor Römer is het geen reden om zijn personages te sparen. ‘Ik houd van mijn karakters, maar er vallen altijd doden!’

'Een boek schrijven is ook een heel andere manier van werken dan een scenario schrijven. Bij een film bouw je het verhaal op vanuit de dialoog. In een boek ga ik nog steeds uit van de personages, maar er komt veel meer bij kijken.'

Heer en meester

Dat er in zijn boeken doden vallen, is onlosmakelijk verbonden met politieserie Baantjer. Vanaf 2010 zette Römer de populaire boekenreeks voort. ‘Het zijn twee hele andere genres, maar ik beschouw beide als mijn werk,’ vertelt Römer over het verschil tussen de serie en zijn losstaande boeken. ‘Bij de thrillers of moordromans kan ik er meer mijn ziel in leggen, bij Baantjer draait het om mijn vakmanschap. Op dit moment ben ik bezig met de 89e Baantjer, wat voor mij het negentiende boek is. Ik vind het nog steeds leuk om te schrijven.’

Ondanks al zijn ervaring, was het niet gemakkelijk om Een meesterstuk als titel te nemen voor zijn laatste boek. ‘“Römers Een meesterstuk echt geen meesterstuk”: ik zag de krantenkoppen al voor me,’ lacht hij. “Maar gezien het onderwerp vond ik het een passende titel en ik vond dat ik dan ook een grote jongen moest zijn en er gewoon voor moest kiezen. Bovendien is het een praktische titel, met het oog op vertalingen.’

Vertalingen worden blijkbaar al besproken, maar van de verfilming wil Römer niets weten. ‘Ik heb Een meesterstuk echt als boek geschreven, niet als film of serie,’ legt hij uit. ‘Een boek schrijven is ook een heel andere manier van werken dan een scenario schrijven. Bij een film bouw je het verhaal op vanuit de dialoog. In een boek ga ik nog steeds uit van de personages, maar er komt veel meer bij kijken. Waar in film de camera toont in welke wereld de personages staan, moet je die bij een boek nog beschrijven. Het is een totaal andere manier van denken. Ik heb dan ook veel geleerd van het schrijven van Baantjer. En het fijne van een boek schrijven, is dat ik heer en meester ben. Bij een scenario moet iedereen die ook aan de film werkt, er nog wat van vinden.’

'Ik zeg niet dat iedereen met een antiek werk aan de muur nu allerlei ongure types achter zich aankrijgt,’ zegt Römer, ‘maar elke sector waar veel geld in omgaat trekt slechte figuren. Die schuimen de hele markt af.'

Kunst of kunstig?

Kunst moet wel belangrijk zijn in je leven, als je de kunstwereld met al haar wetenschappelijke én schimmige kanten tot onderwerp van een thriller maakt. Römer: ‘Het interessante aan kunst is dat het zoveel dubbelzinnigheid in zich heeft. Kunst is het allerschoonste wat een mens kan creëren, maar wanneer ‘kunst’ als voorzetsel gebruikt wordt, dan betekent het nep. Denk maar aan een kunstgebit. Dat schone en heilige staat tegenover het neppe, het niks. Dat is een fascinerend contrast.’

Die dubbelzinnigheid ziet Römer ook in de kunstwereld met een grote K. ‘In onze musea hangt onze wereldgeschiedenis, onze erfenis,’ zegt hij. ‘Maar tegelijkertijd is het een toeristenfuik. Musea moeten bezoekers aantrekken, want ze zijn van groot economisch belang. En die bezoekers gaan geen vijfentwintig euro entree betalen als de kunstwerken niet echt zijn. Maar ik heb wel eens gelezen dat veertig procent van wat in onze musea hangt, vervalst is. Nu is dat misschien wat veel, maar het is een feit dat niet alles origineel is. Een museum kan wel op een officiële veiling een Botticelli kopen, met alle papieren en stempels erbij, maar – net als het schilderij – kunnen die documenten evengoed vervalst zijn. Kunstvervalsing is van alle eeuwen.’

Ondanks zijn kritische noot, schrijft Römer met liefde over het museum. ‘Of we nog zonder argwaan een museum kunnen bezoeken? Ik vergeet wat ik heb gelezen over vervalsingen! Ik kom puur voor een tentoonstelling en ik ga ervan uit dat alle werken echt zijn. Ik zou niet zo’n achterdochtig persoon willen worden. Ik geloof dan ook niet dat dit boek mensen uit het museum zal houden.’

En misschien zitten de grootste parels wel verstopt onder een kitscherig tafereeltje dat nog op zolder hangt… ‘Ik zeg niet dat iedereen met een antiek werk aan de muur nu allerlei ongure types achter zich aankrijgt,’ zegt Römer, ‘maar elke sector waar veel geld in omgaat trekt slechte figuren. Die schuimen de hele markt af.’

Auteursfoto © Anouk De Kleermaeker, Studio309.nl, via A.W. Bruna Uitgevers

Winactie

Ben je benieuwd geworden naar deze kunstminnende thriller van Peter Römer? Eerder kon je op Hebban al een sneak preview van het boek lezen, maar nu kun je het ook winnen! In samenwerking met A.W. Bruna Uitgevers mogen we 5 exemplaren weggeven. Ga naar de winactie om te zien hoe je kans maakt!

Naar de winactie



Over de auteur

Wilke Martens

77 volgers
81 boeken
4 favoriet


Reacties op: Peter Römer: ‘Ik schrijf met liefde over het museum, ook al is niet alles echt’

 

Gerelateerd

Over

Peter Römer

Peter Römer

Peter Römer (Amsterdam, 1952) is een Nederlandse auteur en begon zijn carri...