Philippe Claudel: De overmacht van ons lichaam
Een filmmaker, ruwweg van de leeftijd van de Franse schrijver en regisseur Philippe Claudel zelf (1962), denkt in de sleutelroman De boom in het land van de Toraja na over de plek die de dood in de samenleving inneemt. Tegelijkertijd is deze roman ook een intieme ode aan het leven. Aanleiding is zijn eigen ouder wordende lichaam, maar ook de teloorgang van zijn enige vriend én producent Eugène.
Claudel: ‘Deze roman is niet veel autobiografischer dan mijn voorgaande boeken. Het verschil is dat ik ditmaal niet heb aangehaakt aan de historie. Het speelt in het hier en nu. Ik heb mijn biografie gebruikt – de relaties met mijn geliefden, mijn ouders, mijn vrouw, mijn goede vrienden – om een verhaal te componeren over de dood en vooral ook over het leven. Ik heb veel weg van de hoofdpersoon maar ben het tegelijk helemaal niet.’
‘De laatste vijf jaar word ik omringd door de dood. Ik ben midden vijftig dus dat is op zich niet zo vreemd, maar vaak komt het toch totaal onverwacht, als een schot van een sluipschutter. Het kruipt onder je huid. Ik ben nu eenmaal een schrijver en moest dus wel onderzoeken wat mijn eigen verhouding is met de dood, en dus met het leven. Het overlijden van mijn beste vriend en tevens zakenpartner deed me nadenken over onze manier van doodsbeleving. We wissen de doden uit, begraven of verbranden ze, omgeven ze met rituelen die bijna niemand meer kan verklaren.’
Toraja
‘Toen ik een bezoek bracht aan Indonesië werd ik geraakt door de intense manier waarop de Toraja op Sulawesi met hun gestorvenen omgaan. De voorbereidingen van de uitvaart kunnen soms maanden duren. Alle familieleden, van waaruit ter wereld dan ook, dienen bij de uitvaart aanwezig te zijn. De kosten van de reis, het verblijf en het voedsel dienen door de naaste familie betaald te worden. In de tussentijd wordt het lichaam gebalsemd en niet als een dode maar als een zieke beschouwd.’
‘Baby’s worden in een uitgehakte nis in een boom gelegd. De holte wordt afgesloten met takken, doeken en een modderpasta. Na verloop van tijd groeit de schors dicht en begint de reis van het ingekapselde kind naar de hemel. In het zeer bedaagde tempo van de groei van de boom. De boom die midden in het dorp staat, midden in het leven.’
Filosofisch essay
‘Waar zijn mijn overleden ouders, mijn goede vrienden? Ben ik het levende hout waarin ik ze bewaar? Die vragen waren de aanleiding tot het schrijven van deze roman. Ja, De boom in het land van de Toraja, is een roman met personages, scènes, gevoelens enzovoort, maar het is tegelijkertijd ook een filosofisch essay over de relatie die de verteller heeft met zijn lichaam, met het verval. Daarnaast wilde ik de lezer uitleg geven over het creatieve proces tussen een schrijver en een producent c.q. uitgever. De creativiteit is tenslotte een getuigenis van leven. Hoe werkt de schrijver als observator? We gebruiken onze verbeelding, smelten gebeurtenissen, gebaren, uitspraken samen.’
‘Het is niet zo ingewikkeld. Ik vang iets belangwekkends op van iemand anders leven en maak er een scène van, voor een film, een theaterstuk of een boek. De verteller in deze roman, mijn schaduw, zit achter zijn bureau en ziet in een tegenovergelegen torenflat elke dag de routine van een jonge vrouw. Voor de postproductie van een film was ik twee maanden in Parijs. De producent had een appartement voor mij gehuurd. Elke dag zag ik deze vrouw komen en gaan. Ze was me ergens vertrouwd, maar toch vreemd, dichtbij en toch veraf. Ik kon de vorm van haar gezicht niet echt zien, niet echt op haar focussen. Dat is denk ik een van de belangrijkste vragen van het leven: wat is de juiste afstand tussen mensen.’
Lees verder op pagina 2