Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Pieter Koolwijk #1: 'Misschien leer je wel een beetje je fantasie gebruiken.'

door Wilke Martens 8 reacties
Pieter Koolwijk en Linde Faas zijn een gouden duo; hij schrijft en zij illustreert en samen creëren ze de mooiste boeken waarbij alles elkaar versterkt. Op 1 februari verscheen 'Gozert', over een denkbeeldige vriend die meer problemen oplevert dan dat hij Ties helpt. Hebban interviewde Pieter Koolwijk over zijn nieuwste boek. Vandaag lees je het eerste deel van dit interview, morgen verschijnt deel twee.

Kinderboekenschrijver Pieter Koolwijk bestormt met zijn zesde kinderboek Gozert de boekhandels en scholen. Hebbans Wilke Martens reisde af naar de Rotterdamse uitgeverij om Pieter te interviewen over zijn knotsgekke creatie. De avonturen die ze daar beleefde bleken nog gekker. Koolwijk: 'Waarom iedereen dit boek zou moeten lezen? Misschien leer je wel een beetje je fantasie gebruiken.'

1.

Het was een prachtige middag. Een dag waarop het leek alsof de lente zich had vergist en op een winterdag tevoorschijn was gekomen. Een dag waarop ik het helemaal niet erg vond om helemaal vanuit het noorden van de stad naar de uitgeverij te fietsen. Zeker niet als het alternatief was om op kantoor te moeten blijven zitten. Nee, dan ging ik liever eerst nog even Pieter Koolwijk interviewen over zijn nieuwe boek.
     Dus ging ik op pad!
     Ik fietste over de ellenlange Straatweg, trapte vrolijk op de pedalen terwijl ik de Kralingse plas passeerde en moest even goed zoeken toen ik de straat van de uitgeverij in fietste.
     ‘Ik dacht dat het hier ergens was,’ mompelde ik tegen mezelf. ‘Misschien zijn ze verhuisd.’
     ‘Nee, nog een klein stukje doorlopen,’ hoorde ik.
     Een tuin verderop zag ik een kastje met zwerfkinderboeken. Zwerfkinderboeken? Waar zouden die allemaal wel niet geweest zijn?
     ‘Hallo, zwerver!’
     Zwerver? Ik had niet mijn mooiste kleren aan, maar zo slecht zag ik er toch niet uit? Ik zag twee benen uit de kast bungelen. Ik deed het deurtje open en daar zat de rest van de jongen, op de onderste plank. Zijn blonde stekelige haar, grote heldere ogen en brede grijns staken maar net boven de kaft van het boek uit dat hij vasthield.
     ‘Gozert?’ las ik de titel hardop.
     ‘Ken je mij?!’ riep de jongen uit. ‘Mooi! Dan kunnen we gelijk op avontuur. Hierbinnen staat een feestje op het punt om uit te barsten! Pieter is er al!’

'Hij duwde de slijmerige slakkenvrouw aan de kant en gebaarde me hem te volgen.'

     
     Ik stapte de tuin in. Het gebouw dat erbij hoorde leek wel een kasteel. Gozert sprong uit de kast en huppelde vooruit over het tuinpad. Bij iedere stap plopte een paddenstoel de grond uit: rood, goud met zwarte strepen, groen, paars met roze stippen. Nog nooit had ik zulke tropische paddenstoelen gezien. Aan weerszijden krulden prachtig varens over de vloer, superdikke mooie oude bomen knuffelden het mos met hun tenen en in de verte schitterde een zilvergrijs meer vol met zeemeermannen van de glitters in hun borsthaar.
     Gozert hink-stap-sprong als een bezetene het lange, smalle pad over. Met moeite kon ik hem maar bijhouden. Ik was die ploppende paddenstoelen helemaal niet gewend! Buiten adem kwam ik bij de voordeur. Gozert was weer in zijn boek gedoken, zo lang stond hij al op me te wachten. ‘Bel maar aan, ze wachten op je!’
     Binnen hoorde ik het gedreun van een lage bas. Het geluid paste beter bij een club dan een kasteel. De kristallen ramen dreunden in hun koperen kozijnen. Hard drukte ik op de bel. En lang. Niemand zou die horen met dit gedreun! Toch zwaaide al meteen de deur open.
     Een dikke slijmerige slakkenvrouw in een strak corset met zwart-zilveren pailletten deed de deur open. Hoe ze dat had gedaan zonder handen kon ik niet vragen, want zij was me voor.
     ‘Wat doe jij hier?’
     Natuurlijk, met mijn zwerverige kleding zag ik er niet uit als genode gast.
     ‘Ik kom voor Pieter,’ zei ik.
     ‘Klopt, ze komt voor Pieter!’ riep Gozert. Hij duwde de slijmerige slakkenvrouw aan de kant en gebaarde me hem te volgen. Gozert danste over de roodfluwelen vloerbedekking van de ontvangsthal. Hij griste een glas bubbelranja van een dienblad en klokte het achterover.
     ‘Kijk, daar hangt hij,’ zei Gozert. Ik keek naar waar zijn vinger wees en zag een lange, slanke man in een paal hangen. Met gestrekt been zwierde hij ondersteboven op de maat van de muziek de paal rond. Hoe zijn pet op zijn hoofd bleef staan was me een raadsel, maar nog steeds was ik niet in de gelegenheid om vragen te stellen.
     Gozert stuiterde de zaal door en voor ik het wist hing hij ook in de paal. Al zwierend fluisterde hij iets in Pieters oor. Verschrikt sprong Pieter op de grond. Hij streek zijn hoodie glad en liep op me af. ‘Hai! Ik ben Pieter! Jij komt me zeker wat vragen stellen?’

‘Zie je dat rode lampje niet, daar op de tafel? Dat is vast van een geheim en verstopt opnameapparaat.’

2.

Gozert was voor ons uit gerend en zat al lang en breed boven, toen wij proestend en puffend alle trappen naar de achtendertigste verdieping hadden genomen. We namen plaats op enorm brede stoelen aan een lange smalle tafel in de eetkamer. Arme verhuizers, die ooit al die verdiepingen op moesten…
     ‘Ik heb het idee dat we worden afgeluisterd,’ zei Pieter nog voordat ik een vraag had gesteld. ‘Zie je dat rode lampje niet, daar op de tafel? Dat is vast van een geheim en verstopt opnameapparaat.’
     Een lampje zag ik niet. Wel hing Gozert inmiddels te bungelen in de kroonluchter. Hij speelde met een laserpen. Probeerde hij nou in morse iets te schijnen op het tafelblad? Ik kende geen morse en ik moest een interview doen, dus ik negeerde het rode lichtpuntje.
     ‘Vertel, hoe ben je op het idee gekomen van je nieuwe boek?’
Eindelijk kon ik een vraag stellen.
     ‘Tja, dat kan ik niet precies vertellen,’ zei Pieter. Hij wees op het rode lichtpuntje, dat af en aan op het tafelblad verscheen. ‘Wat ik wel kan vertellen is dat het oorspronkelijke verhaal eigenlijk helemaal niet zo grappig was. Ik schreef eerst verhalen voor volwassenen, dus dan krijg je dat. Een van die verhalen ging over een puber met een onzichtbare vriend, maar hij vond het vreselijk. Hij wilde van die vriend af. Het was best een duister verhaal… Dat was natuurlijk niet geschikt voor kinderen. Dus besloot ik dat het grappig moest worden en dat Gozert een hele fantasiewereld om zich heen had hangen. Ik hou heel erg van fantasieverhalen.’
     ‘Nou, ik houd daar anders helemaal niet van,’ zei ik. ‘Het boek gaat toch over het goed en kwaad van medicijnen?’ 
    ‘Ik heb zelf ADHD,’ ging Pieter verder. ‘Als ik dan een keer heel druk was, zeiden mensen in mijn omgeving meteen ‘Oh, moet daar geen pilletje in?’ Ook toen een arts een jaar of tien geleden officieel vaststelde dat ik ADHD had, wilde die meteen ritalin voorschrijven. Ik weigerde dat. Die arts begreep niet wat ik dan bij hem kwam doen. Ik wilde geen medicijnen, maar wel wilde ik mezelf beter leren kennen. Daar had ik hulp bij nodig. Toen ben ik naar een psycholoog gegaan, die het gelukkig heel sterk van mij vond dat ik medicatie weigerde. Met hem kon ik goed praten over de dingen waar ik tegenaan liep. “Welkom Pieter,” zei hij, heel nuchter. “Je bent volwassen. Deze dingen moeten we allemaal.”’ 
    ‘Logisch,’ zei ik. ‘Heb je dan wel iets geleerd van die psycholoog?’ 
    ‘Ja,’ riep Pieter enthousiast. ‘Dat ik me niet zo moet aanstellen!’ 
    Gozert begon te applaudisseren. Ik kon een grinnik niet inhouden, maar Pieter praatte gewoon door. 

'Gozert maakte een paar achterwaartse salto’s door de ruimte. Ik zou gek worden als ik die druktemaker de hele dag om me heen had.'


     ‘Je kan wel ADHD hebben, maar er zijn allerlei dingen in het leven die je gewoon moet doen. De administratie bijvoorbeeld. Kijk, ik heb een eigen bedrijf. Dan kan je zelf je administratie doen óf het uitbesteden. Maar ja, uitbesteden kost weer geld. Dus als je dat niet wilt uitgeven, dan moet je het wel zelf doen. Dan kun je nog zoveel ADHD hebben, je kan het niet als excuus gebruiken.’
     Gozert peuterde ongemerkt een stapeltje bankbiljetten uit Pieters jaszak en ging uitgebreid zijn geld zitten tellen. Ik vroeg me af welk excuus Gozert zou gebruiken als Pieter die lange vingers bij zijn jas zag.
     ‘Heeft ADHD eigenlijk ook voordelen?’ Ik keek naar Gozert en kon het me maar moeilijk voorstellen.
     ‘Kijk ik ben heel fantasievol,’ vertelde Pieter. ‘Dat is voor mij een voordeel als kinderboekenschrijver. Dat komt bij andere mensen dan weer niet aanwaaien. Ik vind het soms oneerlijk dat ik ergens niet goed in ben door de ADHD, administratie bijvoorbeeld, maar ik heb me dankzij de psycholoog ook gerealiseerd dat ik er veel goeds voor terugkrijg.’
     ‘Heb je die les proberen over te brengen in je boek?’, vroeg ik.
     ‘Ties, de hoofdpersoon, worstelt heel erg met Gozert, zijn vriend die alleen hij kan zien.’
     Alleen hij? Hoe kan je die herrieschopper nou niet zien? Die Pieter heeft inderdaad een rijke fantasie…
     ‘Op een bepaald moment komen Ties’ ouders erachter dat Gozert nog altijd door Ties’ hoofd spookt,’ ging Pieter verder. ‘Iedereen vond het nog leuk in het begin. Toen Ties ouder werd, ging hij het bestaan van Gozert verzwijgen. Hij werd toch niet begrepen. Maar als ze er dan alsnog achter komen dat Gozert er nog steeds is, dan moet Ties gelijk weer naar de dokter. En ja hoor, ook meteen aan de medicijnen. Ties wil die medicijnen helemaal niet, maar op een bepaald moment wordt hij zelfs in een inrichting gestopt.’
     ‘Vreselijk lijkt me dat.’
     ‘Nou, Ties vindt het helemaal niet erg,’ grijnsde Pieter, ‘want Gozert gaat ook mee.’
     Gozert maakte een paar achterwaartse salto’s door de ruimte. Ik zou gek worden als ik die druktemaker de hele dag om me heen had.
     ‘Ik heb willen laten zien hoe blij Ties is met Gozert in zijn leven,’ vertelde Pieter. ‘Natuurlijk is het niet handig als ze samen oude potten weghalen uit het museum, of uit het raam klimmen, maar Ties heeft Gozert heel hard nodig in zijn leven. Alleen, het enige wat zijn ouders, dokters en leraren proberen is om hem in het corset van de maatschappij te duwen.’

Missie afbreken! Missie afbreken! Voor nu dan...

Morgen verschijnt het tweede deel van dit interview op Hebban. 



Over de auteur

Wilke Martens

77 volgers
81 boeken
4 favoriet


Reacties op: Pieter Koolwijk #1: 'Misschien leer je wel een beetje je fantasie gebruiken.'

 

Gerelateerd

Over

Pieter Koolwijk

Pieter Koolwijk

Pieter Koolwijk is een Nederlandse kinderboekenschrijver. Zijn verhalen vallen o...