Recensie: Een bijzonder informatief boek dat soms leest als non-fictie
Soms zou ik de wind willen zijn
Franco Faggiani
Francesca Capodiferro werkt voor de brandweer. Als enige vrouw stuurt zij een team van alleen maar mannen aan en werkt ze twee keer zo hard om zich te bewijzen. In de nacht van 24 augustus vindt er een aardbeving plaats in en rondom het stadje Amatrice. Francesca, die in haar eentje in de bergachtige omgeving kampeert voor een routineklus, is binnen een uur ter plekke. Ze doet wat ze kan, verzamelt vrijwilligers en zoekt naar de vermisten, tot er versterking van haar team uit Rome arriveert. Terwijl de ogen van de wereld op Amatrice gericht zijn, besluit Francesca om de kleine, omliggende dorpjes te helpen. Ze begint aan een eenzame, moeilijke reis langs onbekende plekken, waar de prachtige, machtige natuur zoveel heeft verwoest.
Verschenen bij uitgeverij Signatuur en vertaald door Saskia Peterzon-Kotte.
Franco Faggiani woont in Milaan en werkt als journalist. Zijn debuutroman Tussen twee werelden veroverde de harten van veel lezers. Inmiddels heeft hij vier romans op zijn naam staan, waarvan Soms zou ik de wind willen zijn de meest recente is. Faggiani wisselt zijn schrijven af met lange wandelingen in de bergen.
Recensie: Ode aan de brandweerhelden ***
Door Marieke Uiterwaal
Midden-Italië staat niet alleen bekend om geschiedenis, natuur en lekker eten, maar helaas ook om het natuurgeweld van aardbevingen. De Milanese schrijver Franco Faggiani, bekend van Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween en De jongen die met wolken speelde, nam de aardbeving in Amatrice in 2016 als uitgangspunt voor zijn roman Soms zou ik de wind willen zijn: zijn ode aan de brandweerlieden, die de bewoners van dit levensgevaarlijke gebied hielpen. De vertaling is van Saskia Peterzon-Kotte.
Faggiani, naast romanschrijver ook journalist, deed grondig vooronderzoek voor dit boek. Hij sprak talloze ooggetuigen van de ramp, van reddingswerkers tot herders in de bergen tot mensen die onder het puin vandaan kwamen. Dit gedegen onderzoek komt in dit boek prachtig naar voren: Soms zou ik de wind willen zijn beschrijft niet alleen heroïsche reddingsacties, maar ook de mobilisatie van toesnellende hulpverleners, de omgang met omstanders, de vermoeidheid van reddingswerkers en de problemen waar overlevenden maanden later tegenaan lopen. Tussen de actie door lezen we dialogen over het ontstaan van stuwmeren en de inzet van speurhonden. Soms zou ik de wind willen zijn is een bijzonder informatief boek, dat soms leest als non-fictie.
We beleven de gebeurtenissen door de ogen van brandweervrouw Francesca. Na de aardbeving was zij de eerste hulpverlener ter plaatse in een dorp dat in volledige chaos en verwoesting verkeert. Francesca is een doorgewinterde professional en een vrouw van actie. Wanneer zij een noodsituatie tegenkomt, weet zij hoe ze moet handelen, hoe ze het probleem oplost en waar haar hulp daarna weer nodig is. Faggiani heeft een capabel hoofdpersonage neergezet, dat uitblinkt in doortastendheid en de situatie altijd onder controle heeft. Hij laat zich niet verleiden tot drama of sensatie.
'Weet je wat mijn baas me altijd inprent als hij ziet dat ik van slag raak? Dat we geen artsen, wetenschappers of tovenaars zijn, maar gewoon mensen die water op het vuur gooien en die graven als er gegraven moet worden, vaak met onze handen.'
Dit boek slaat echter door naar de andere kant: Francesca is zó goed in het oplossen van rampen, dat de aardbeving minder indruk maakt dan je zou verwachten. Gevaren zijn in enkele pagina’s bezworen, wanhopige personages bij de juiste instanties ondergebracht en conflicten opgelost, voordat je de kans krijgt om je hierom te bekommeren. Faggiani laat ons heel veel uitzonderlijke situaties zien, maar door Francesca daar zo snel mee te laten afrekenen, houdt hij ze oppervlakkig en anekdotisch. Als hij wat dieper op het gevaar en de betrokken personages was ingegaan, dan had Soms zou ik de wind willen zijn mogelijk meer emotionele impact kunnen hebben.
Halverwege het boek is het meeste werk in het rampgebied dan ook volbracht. Iedereen is onder het puin uitgehaald en Francesca en haar collega’s kunnen naar huis. De aardbeving had de climax van het boek kunnen zijn, of het beslissende moment dat Francesca’s leven op zijn kop zette. In plaats daarvan is de ramp eenvoudigweg deel van haar werk – weliswaar een spannend deel, maar zonder veel invloed op Francesca. Hierna kabbelt het verhaal rustig door en staat er weinig op het spel, waardoor het moeilijk is om betrokken te blijven. Francesca krijgt een andere functie in het korps aangeboden en haar liefdesleven neemt nog een wending, maar deze gebeurtenissen zijn allemaal lang niet zo spectaculair als haar werk in het rampgebied en hebben maar in beperkte mate te maken met haar heldendaden in Amatrice. Zelfs een ongeluk, dat haar in het ziekenhuis doet belanden, beschrijft ze achteraf en zonder veel ophef.
Soms zou ik de wind willen zijn is geen boek voor liefhebbers van vergaande karakterontwikkelingen, verrassende plotwendingen of buitengewoon taalgebruik. Wanneer je het boek uit hebt, heb je echter wel een scherp beeld van de taken van brandweerlieden. Als Faggiani’s doel was om zijn lezers begrip bij te brengen van de veelzijdigheid van reddingswerk en een portret te schrijven van een deskundige, doortastende hulpverlener, dan is hij ruimschoots geslaagd.
Marieke Uiterwaal heeft een heerlijke baan bij de bibliotheek en is in haar vrije tijd vaak te vinden in de natuur of bij de plaatselijke theatergroep. Natuurlijk houdt ze ook van lezen, want sinds 2021 is ze Hebban-recensent.
Meer recensies van Marieke:
- De verdwijning van de horlogemaker - Natasha Pulley
- Bolla - Pajtim Statovci
- Bijna een vader - Alejandro Zambra
- De vele levens van Heloise Starchild - John Ironmonger