Recensie: Mbue weet hoe de wereld werkt
Hoe mooi wij waren van Imbolo Mbue
Rond het dorp Kosawa aan de kust van West-Afrika boort een Amerikaanse oliemaatschappij zonder toezicht naar olie. Lekkende pijpleidingen verwoesten de akkers en kinderen worden doodziek van de giftige stoffen in het drinkwater. Beloftes om het dorp te beschermen worden nooit waargemaakt, en de lokale overheid zit volledig in de zak van de Amerikanen.
Maar dan besluiten de inwoners van Kosawa terug te vechten. Vanuit het perspectief van de dorpelingen vertelt Imbolo Mbue in Hoe mooi wij waren wat er gebeurt als een gemeenschap in opstand komt tegen de rücksichtslose uitbuiting door hebzuchtige multinationals. Hoe mooi wij waren is een aangrijpende en zeer actuele roman waarin optimisme en wanhoop op weergaloze wijze samenkomen.
In 2021 verschenen bij uitgeverij De Bezige Bij en vertaald door Heleen Oomen en Jeske van der Velden.
Imbolo Mbue is geboren en getogen in Kameroen. Ze studeerde in de Verenigde Staten en woont inmiddels al meer dan tien jaar in New York. Haar debuutroman Zie de dromers werd een wereldwijde bestseller en won de PEN/Faulkner Award for Fiction.
Recensie: Genuanceerd en empathisch ****
Door Lieke Roovers
De Kameroens-Amerikaanse Imbolo Mbue (1982) debuteerde in 2016 met Zie de dromers en won prompt de PEN/Faulkner Award voor fictie. Nu, vijf jaar later, verschijnt haar tweede roman. Hoe mooi wij waren speelt zich af in Kosawa, een dorp in West-Afrika. Een Amerikaanse oliemaatschappij boort daar naar olie, zonder zich te bekommeren om het effect van hun werkzaamheden op de bewoners van het dorp. Hun land en water wordt vergiftigd, kinderen sterven en keer op keer belooft het bedrijf beterschap. Na jaren van valse beloften komen de dorpelingen in opstand. De roman is uitmuntend vertaald door Heleen Oomen en Jeske van der Velden.
'De regering en Pexton hebben ons geen andere keus gelaten dan te doen wat nodig is om gehoord te worden. Zij spreken de taal van de vernietiging tegen ons, laten wij die ook tegen hen spreken, als dat de taal is die ze begrijpen.'
Mbue smijt je meteen middenin de actie en dat werkt als een tierelier. De familie Nangi – dochter Thula, oom Bongo, moeder Sahel, oma Yaya en zoon Juba - fungeert als middelpunt van de roman, die rond de dertig jaar bestrijkt. Door hun ogen bezien we de gebeurtenissen, afgewisseld met hoofdstukken vanuit het perspectief van ‘de kinderen’: leeftijdsgenoten van Thula. Deze vertelwijze zorgt ervoor dat de afzonderlijke familieleden bijzonder goed uit de verf komen. Elk van hen heeft zo zijn eigen manier van omgaan met de situatie en doordat de auteur ieders gevoelens en gedachten toont, krijg je een intiem inzicht in hun beweegredenen. Tegelijkertijd wordt de collectieve wanhoop en verontwaardiging van het dorp tot leven gebracht dankzij de meervoudsvorm die gehanteerd wordt in de hoofdstukken vanuit de kinderen. Doordat je als lezer zo dicht op de huid zit van de personages, begrijp je waarom ze uiteindelijk hun toevlucht nemen tot geweld.
Er is volop aandacht voor de traditionele gebruiken van de dorpelingen en Mbue schuwt de negatieve aspecten hiervan niet. De slimme Thula dreigt het slachtoffer te worden van de patriarchale samenleving, want haar ambitie reikt verder dan trouwen en kinderen krijgen. Haar keuzes kunnen op weinig respect rekenen en uiteindelijk leiden de halsstarrige denkbeelden van haar omgeving zelfs tot een goedbedoeld maar uiterst pijnlijk verraad door haar vrienden. Dit is zeker niet het clichéverhaal van bijkans heilige dorpelingen die vechten tegen het kwaadaardige Westen. Daarvoor is deze roman veel te realistisch en gelaagd.
Kosawa is duidelijk een archetype van wat over de hele wereld plaats heeft gevonden en nog steeds aan de gang is. Mbue trekt het verhaal heel breed. Ze haalt voorbeelden aan van soortgelijke voorvallen in de VS, zoals de aanleg van oliepijpleidingen over heilig land en de slechte staat van het water in Flint, Michigan. Tegelijkertijd wijst ze erop dat de bevolking van verschillende niet-Westerse landen gedurende de geschiedenis telkens opnieuw de last heeft moeten dragen van zulke praktijken. Eerst was het slavernij, daarna dwangarbeid en tegenwoordig zijn zij voornamelijk degenen die de gevolgen ondervinden van milieuvervuiling ten bate van het economische gewin van anderen. Mbue zet dit invoelend en uitzonderlijk overtuigend uiteen, waardoor het boek geslaagd is als roman maar eveneens als een waarschuwing voor de natuurlijke consequenties van de consumptiemaatschappij.
'Dit verhaal moet worden verteld, al zal het niet elk oor welgevallen, al vertelt onze mond het niet met plezier, ons verhaal mag niet onverteld blijven.'
In Hoe mooi wij waren blijft de geschiedenis zich meedogenloos herhalen. Mbue weet hoe de wereld werkt en doet dat gedetailleerd uit de doeken, met empathie en nuance. Ze laat zien dat verzet soms de enige optie is en dat je altijd hoop moet blijven houden.
In 2016 is Lieke Roovers begonnen met het voorzichtig verkennen van Hebban. Inmiddels is ze literatuurrecensent en bestiert ze het Readers Café en een eigen boekenblog Voor en door bookjunk(s).
Meer recensies van Lieke:
- Hard land - Benedict Wells
- De trouwe lezer - Max Seeck
- Mijn leven als mens - Joke van Leeuwen
- Wij zijn de wolven - Evie Wyld