Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Column /

RIP Rogi Wieg

1 reactie
Peter Pan, Léon de Winter, Charles Manson, Adriaan Morriën, Jezus Christus, Gerard ’t Hooft, Louis de Brogli, Karel Appel, Michel Petrucciani, Adolf Hitler, Joost Zwagerman, enfin, je kunt de lijst eindeloos uitbreiden. Met mannen vooral. Volgens de wiskundige verzamelingenleer overlappen die allicht ergens en als je de deelverzameling van al deze grootheden vindt, ben je aanbeland bij Rogi Wieg.

Rogi, mijn overleden vriendje, de oud-geboren dichter die niet volwassen wilde worden. Het melkmuiltje dat het bezoeken van snuffmovies en gokhuizen afwisselde met het charmeren van meisjes, schrijven van poëzierecensies en incidenteel een gedicht. De liefste en vreemdste jongen die ik ooit heb gekend. En zonder twijfel de ongelukkigste.

Hij was beroemd in kleine kring toen we elkaar leerden kennen. Ik was nog niet zolang doctor in de letteren. Tot mijn verbazing vond hij mijn titel interessant, terwijl ik worstelde met dat ongrijpbare werk van hem. Ik had op een theoretisch niveau leren begrijpen dat het onderscheid ‘Vorm of Vent’ onzinnig was en hier diende zich een jongen aan die het juist helemaal bekrachtigde. 

Want zo was het wel. Zijn gedichten hadden veelal wel een kop, maar geen staart; wel een thema, geen vorm; soms meer dan een thema en nog steeds geen vorm. Zijn romans hadden geen plot en nauwelijks consistente romanfiguren, zelfs het handelingsverloop was rommelig. Het was net als Rogi zelf, van allerlei hakken op allerlei takken, immer boeiend, spannend, verrassend en vaak irritant. Maar nooit afgerond, afgehecht, af. Geen vorm, dus.

Maar Vent was er volop, een gekke, vrolijke, psychiatrische vent. Kwelling, lijden, moord, zelfmoord, massamoord – van hoeveel generaties Rogi de trauma’s droeg zullen we nooit weten. Zware thematiek bij de vleet en het dook op in alles wat hij maakte, van gedicht tot roman tot kritiek tot essay. Ook muziek, wetenschap, schilderkunst, het vaderschap als onhaalbare opdracht, verkering, (onbevredigende) seks, het kwam steeds weer terug, menigmaal gecombineerd met grote woede, rancune, opeens afgewisseld met tederheid en altijd met humor.

Door stom toeval werden we verenigd in de redactie van Maatstaf, waarvan hij de vergaderingen bezocht als een weermannetje dat steeds naar buiten moest om iets aan de kondigen, uit te zoeken of af te reageren. Als een verslaafde die moest roken of spuiten, verdween hij met grote regelmaat om doodgemoedereerd na vijf minuten of soms wel drie kwartier terug te komen. Voorbereiden deed hij niet, zijn meningen waren altijd gebaseerd op de oppervlakkigst mogelijke kennismaking met de voorliggende kopij, maar hij zat er nooit naast. Hij zag, las en oordeelde in split seconds, nauwelijks meer dan intuïtief en vlijmscherp. En verdween dan gerust weer een kwartier…

Als auteur was hij even degelijk en onbetrouwbaar tegelijk. Voor teruglezen was hij te haastig en te geobsedeerd – vandaar die vormeloosheid. Als het raak was – en dat was het meestal - dan was dat bijna per ongeluk. En was het mis, dan smeet hij het rustig weg.

Tussen allerlei bedrijven door werkten we ruim een jaar samen aan zijn privé-domeindeel Liefde is een zwaar beroep. De titel is even geweldig als het boek. In al zijn wanorde is het een meesterwerk, een woest schuimend jaarboek vol verliefdheden, gekte, literatuur, maatschappelijke besognes en dwaze scheldpartijen. Een jaar waarin Rogi beroemd was, tal van mediaoptredens had, ging samenwonen, (stief)vader speelde (en was) en met de olijkste glimlach boosaardige grappen uithaalde. 

Hij nam het boek bloedserieus, maar kon het niet zelf bekorten toen dat volgens een onderknuppel van de uitgeverij opeens moest. Het was enkele weken voor de presentatie en er moest een derde deel uit! Rogi was te bezet en bezeten om zijn creatie eigenhandig te slopen. En dus spraken we een of andere logica af, waarna ik het beulswerk op me nam. Toen de drukproef vervolgens te dun uitpakte bleek dat de onderknuppel het fout had gehad. De verworpen tekst – alles op papier, vaak bijeengehouden met plakband en paperclips – moest goeddeels terug en weer werd Rogi gek bij de gedachte om zelf te reconstrueren. En uitgeefredacteuren, ach waarom moeten die in de weekends eigenlijk vrij zijn…

Wat Rogi wel kon, was accepteren dat je niet allerlei min of meer beroemde mensen zomaar voor hoerenloper of pedofiel kon uitmaken, dat namen van collega’s met wie je seks had proberen te hebben beter achterwege konden blijven, dat humoristisch bedoelde doodsbedreigingen slecht zouden kunnen vallen. Als ik maar een half argument had, was hij al bereid tot schrappen. In die zin was het werken met Rogi een feest. En het was altijd leuk als je maar geen waarde hechtte aan zijn beloften, hoe plechtig ook afgelegd.

Liefde verscheen vroeg in 1998, ten overstaan van Hanneke Groentemans camera’s vroeg Rogi zijn geliefde ten huwelijk en na afloop haastten we ons naar mijn huis, in mijn herinnering om er pannenkoeken te eten. Dat huwelijk is er natuurlijk nooit gekomen. We verloren elkaar uit het oog en toen ik hem weer zag, had hij een zelfmoordpoging achter de rug alsmede tal van relaties, waarvan er eentje zelfs een dochter had opgeleverd. 

We moesten een soort dwaze vaders oprichten, vond Rogi. Ik was toch ook gescheiden? Aangezien mijn kinderen bij mij woonden, was ik geen lotgenoot van hem en dus dreven we weer uiteen. In later jaren interviewde ik hem nog eens over zijn zelfmoordboek Kameraad Scheermes. Hij was vervuild, zijn luie oog zat dichter dan ooit en uit alles bleek dat het leven hem in de tussentijd een reeks loeren had gedraaid. Lachen deed hij nauwelijks meer, maar zijn talent om te schokken bleek onaangetast.

En nu is hij dood, afgeleefd, opgebrand, gesloopt door een leven op pillen. Ik ben vele stappen verder gekomen sinds onze samenwerking, maar sta voor mijn gevoel nog ergens middenin iets wat een behoorlijk productief en bevredigend leven begint te lijken. Rogi, nog geen halfjaar ouder dan ik, heeft dodelijk vermoeid de autoriteiten zover gekregen dat hij staatszelfmoord mocht plegen. Wat hij nalaat zijn vooral kunstwerken met rafelrandjes, bewijzen dat kunst en psychiatrie een rijke deelverzameling kennen.

Ik weet niet of ik verdrietig of opgelucht moet zijn.

 

Gert Jan de Vries (1963) is een Nederlandse schrijver, vertaler, redacteur en uitgever. Hij recenseerde voor de Volkskrant en NRC Handelsblad en publiceerde vijf thrillers onder het pseudoniem Tess Franke. Samen met Ilja Pfeijffer stelde hij De Canon van de Europese Poëzie samen. Als ghostwriter schreef hij boeken over de Heineken-ontvoering, de joodse onderduik tijdens de Tweede Wereldoorlog, en de aanslagen van 9/11. In 2015 publiceerde hij een satire op de wielerjournalistiek, Wobbes toer/Tour de Farce.



Over de auteur



Reacties op: RIP Rogi Wieg

 

Gerelateerd

Over

Rogi Wieg

Rogi Wieg

Robert Gabor Charles (Rogi) Wieg (Delft, 21 augustus 1962) is een Nederlands sch...