Robert Bosnak: 'Lood in goud veranderen zou mogelijk geweest kunnen zijn'
De in Nederland opgegroeide Robert Bosnak heeft zijn vaderland gekozen als decor, maar haalde niet de inspiratie uit zijn eigen jeugd in Rotterdam. Rode sulfur speelt zich namelijk af in het Den Haag van de zeventiende eeuw: de eeuw waarin de alchemie langzaamaan werd verdrongen door harde wetenschap. In deze tijd werden alchemisten steeds vaker afgedaan als charlatans en leverden wetenschappers als Antoni van Leeuwenhoek, de uitvinder van de microscoop, en Christiaan Huygens, belangrijke wis- en sterrenkundige uit die tijd, baanbrekende bijdragen aan de wetenschap.
De roman is klinkklare fictie, maar het boek begint met een passage uit een échte brief van filosoof Spinoza. 'Met die brief wilde ik benadrukken dat de ingang tot deze wereld berust op historische feiten', vertelt Bosnak, 'al zijn die historische feiten fictief benaderd. Wat voor mij van belang is, is dat Spinoza daadwerkelijk is nagegaan dat de transmutatie heeft plaatsgevonden. En uit deze brief blijkt dat hij het niet onmogelijk acht dat lood in goud veranderd kan worden. Spinoza is een van de grootste geesten van het tweede millennium, dus de mening van Spinoza kun je niet zomaar wegwuiven. Als een grote denker zoals Spinoza de transmutatie voor mogelijk hield, dan wil ik me daar wel in verdiepen.'
Ziek van rechten
Bosnak groeide op in Rotterdam en begon in Leiden aan zijn studie Rechten, maar daar werd hij - naar eigen zeggen - letterlijk ziek van. 'Mijn lijf kon het niet aan', zegt hij over die periode, 'een rechtenstudie lag totaal niet op mijn pad. Ik ben er verschrikkelijk ziek van geworden en heb elf maanden in het ziekenhuis gelegen. Daar ben ik in analyse gegaan en daar had ik enorm veel baat bij. Vanaf dat moment ben ik geïnteresseerd geraakt in het verband tussen lichamelijke symptomen en beelden en besloot ik in Zürich te gaan studeren aan het CG Jung Institute.'
Een definitieve terugkeer naar Nederland bleef uit. 'Mijn onderzoek verschoof zich naar dromen: ik vroeg me af of mensen net zo dromen als ik en ben daarom de wereld gaan rondreizen om dat uit te zoeken', vertelt hij. Via Cambridge (VS) belandde Bosnak in Los Angeles, waar hij uiteindelijk een healing-praktijk oprichtte. 'Destijds had ik wel het gevoel dat je beter in Amerika kan zitten, als je iets wilt ontwikkelen wat met verbeelding te maken heeft', licht hij toe. 'Al is het aan het veranderen: zelfs met de Nederlandse nuchterheid neemt de interesse in droomtherapie toe.'
Historische BN’ers
Bosnak is al ongeveer vijfenveertig jaar weg uit Nederland, maar dat is hem niet aan te horen. 'Het is voor mij ontzettend leuk dat mijn boek vertaald is naar het Nederlands', vertelt Bosnak enthousiast over zijn pas verschenen romandebuut. 'Ik ben Rode sulfur nu in het Nederlands aan het lezen, waardoor het voor mij een heel ander boek wordt. Als de personages in het Nederlands praten, dan gebeurt er iets heel anders met me dan wanneer ze in het Engels praten.' Frustratie over de vertaling van Erica Feberwee is er dan ook geenszins. 'Dit is zo goed vertaald', zegt Bosnak. 'Ze heeft precies de juiste taal gevonden: het moet zeventiende-eeuws aandoen, maar mag niet zeventiende-eeuws zijn. Dan zou niemand het kunnen of willen lezen! Ze heeft precies de goede toon gevonden, ik ben er erg van onder de indruk.'
Een van oorsprong Nederlandse auteur, een verhaal dat zich afspeelt in Nederland en tal van historische BN’ers die in het boek rondlopen, zoals Willem van Oranje: maar toch schreef Bosnak het origineel in het Engels. 'Ik zou het in het Nederlands niet meer kunnen schrijven', lacht hij, 'ik ben al zo lang weg uit Nederland.' Is het voor de Amerikaanse lezers dan niet raar, om al die gekke Nederlandse plaatsnamen en historische figuren tegen te komen? 'De meeste Amerikaanse lezers kennen natuurlijk al die namen niet, dus voor hen is het een soort Harry Potter voor volwassenen. Maar in Nederland zal het heel anders gaan aanspreken, ik ben er erg benieuwd naar.'
Lees verder op pagina 2