Robin Hobb: 'Ik zeg nooit meer dat dit het laatste Fitz verhaal is.'
Robin Hobb is een van de meest gelezen en gewaardeerde fantasyschrijvers in Nederland. Ondanks dat haar meest recente boek – Het lot van de moordenaar – al meer dan een jaar geleden verscheen, was het zeer druk bij het panel waar ze optrad en bij de signeersessies. Tijdens Castlefest was het nog hoogzomer en in de signeertent was het niet uit te houden, maar gelukkig werd er een mooie, koele plek achter de schrijverstent gevonden voor het interview.
Ik was onder de indruk van de rij bij het signeren. Er bleven maar mensen bijkomen, zelfs toen aangekondigd werd dat het afgelopen was.
Nederlanders zijn een bijzonder enthousiast publiek. En daar moet ik zeker de vertalers voor bedanken, zij hebben mijn boeken met zorg behandeld en dat merk je aan het enthousiasme van de lezers.
Het verhaal van Fitz is nu aan zijn einde gekomen, althans, dat is wat wij denken…
Dat is ook wat ik denk, voor nu in elk geval. Ik heb veel vaker gedacht en gezegd dat ik niet meer in deze wereld zou schrijven, maar ik had het altijd mis. Dus dat zeg ik niet meer.
Dat kan ik me voorstellen. Het is een wereld waar u al meer dan twintig jaar in geleefd en gewerkt heeft.
Nog langer, zelfs, ik heb een boek altijd al een jaar of twee in mijn hoofd, voordat ik begin te typen. Dus met dat erbij is het zeker een kwart eeuw dat ik met dit verhaal heb doorgebracht.
Toen u hieraan begon had u, neem ik aan, nog niet zo’n grote verhaallijn voor ogen. Had u al wel een soort einde, een conclusie in gedachten? Of alleen van het eerste boek en daarna de volgenden?
Als je het eerste stuk van het eerste boek herleest, dan kun je zien dat ik toen al een idee had waar het allemaal heen ging. Het was als een lange reis: je weet waar je begint en waar je heen wilt, maar je hebt geen idee waar je onderweg langs zult komen.
Wel was ik volkomen tevreden geweest als deze serie na de Rain Wilds afgelopen was geweest en ik Fitz veilig had kunnen laten zitten op zijn stek, in een relatief vredig leven. Dat verdiende hij, maar veel lezers wilden weten wat er daarna gebeurde. Dat hebben ze inmiddels ontdekt, dus wees voorzichtig met wat je wenst.
Nu u klaar bent met deze enorme serie, hoe voelt dat? Voelt u zich opgelucht? Of is het een soort rouw?
Het is een vreemde gewaarwording, omdat het verhaal en de personages zo’n 25 jaar bij me geweest zijn. Daarom heb ik een jaar vrij genomen van schrijven, omdat het zo gek voelde om die stem niet meer in mijn hoofd te hebben. Meestal als een boek klaar en ingeleverd en geredigeerd is, start ik direct met een nieuw boek en dat heb ik nu dus niet gedaan. Daarom is het nu alweer bijna twee jaar geleden dat er een boek van mij is uitgekomen.
Maar u bent nu dus wel weer aan het schrijven?
Ik ben nu met vier verschillende projecten bezig, waar ik af en aan aan werk, en ik wacht erop tot één ervan dominant wordt. Ik schrijf absoluut, ik heb alleen nog niks af.
Ik las dat u liever niet vertelt over waar die nieuwe verhalen over gaan, klopt dat?
Je kunt een verhaal doodpraten, als ik het er teveel over heb terwijl ik nog schrijf, gaat alle nieuwigheid er uit en lukt het niet meer.
Daarom een iets andere vraag: zou u nog een keer zo’n groot project als Fitz willen schrijven?
Ik denk dat ik dan de eindstreep niet zou halen. Ik ben 66, ik denk niet dat ik nog een keer 25 jaar aan zo’n verhaal zou kunnen schrijven. Het zou vast niet coherent blijven en de kans bestaat dan dat ik dood omval voordat het klaar is.
Een andere reden is dat ik last van mijn vingers heb en dat typen zwaar is, dus zo’n groot project lijkt me erg zwaar. En ook is een grote serie een gigantische oceaan aan details, waar je allemaal rekening mee moet houden. Ik ben bijna net zoveel tijd bezig met het nazoeken van details in mijn eigen boeken, als met het echte schrijfwerk.
Is het wel eens voorgekomen dat er fouten in de gepubliceerde boeken sluipen?
Zeker. Mijn redacteuren vissen er voortdurend fouten uit, maar ook van lezers krijg is wel eens feedback dat dingen niet helemaal kloppen. Ik neem altijd verantwoordelijkheid voor dat soort fouten.
Vooral voor de laatste trilogie was het researchen van mijn eigen wereld een gigantische uitdaging. Ik heb veel dingen opgezocht en gedubbelcheckt, de tijdlijn precies uitgewerkt, zodat alle personages even snel ouder worden. Het is erg gemakkelijk om daar fouten mee te maken. Ik heb een woordenboek met alle termen en plaatsnamen et cetera en een overzicht van waar elk figuur voor het eerst opdook en hoe ze er door de boeken heen uitzien.
Er is veel discussie in genrekringen en in de maatschappij als een geheel over gender, ras, man-vrouw, denk aan de Hugo Awards, maar ook de politiek. Houdt u daar rekening mee in uw schrijven?
Simpel antwoord: nee. Als iemand zegt: je kan daar niet meer over schrijven of praten, dan is mijn automatische reactie: “Oh yes, I can”. Er is ontzettend veel gaande en er is veel emancipatie en het neemt ook wel eens vreemde vormen aan. Een fascinerend voorbeeld: er is een discussie onder lesbiennes of een transgender als lesbisch uit kan komen. En zeker als de transgender functioneel nog man is, zich als vrouw identificeert en lesbisch zegt te zijn. Ik bekijk dit van de zijlijn en kan alleen maar concluderen dat we interessante tijden leven.
Ziet u een rol voor sciencefiction en fantasyschrijvers in die context van interessante tijden?
SF en fantasy verkennen gender al veel langer dan de mainstream. Ik denk dat als je genre leest je automatisch meer open staat voor andere ideeën.
En toen kwamen de Sad Puppies bij de Hugo Awards…
Ik moet bekennen dat ik me daar niet erg in verdiept heb, omdat ik prijzen niet zo interessant vind. Natuurlijk was ik vereerd met de Gemmell Award die ik kreeg, maar al vroeg in mijn carrière realiseerde ik me dat ik geen boeken schrijf die makkelijk in aanmerking komen voor Hugo’s en Nebula’s. Dus waarom zou ik me daar druk over maken? De focus op prijzen is denk ik nogal overdreven.
Maar is dat niet gesproken vanuit een luxepositie, want u bent erg bekend en beroemd.
Dat is niet van het ene op het andere moment gebeurd: ik publiceerde mijn eerste verhaal toen ik 18 was, ik ben nu 66. Het duurt heel lang om momentum op te bouwen. Natuurlijk was er een tijd dat ik dacht: “Oh, als ik nu de Hugo zou winnen”, maar dat heb ik losgelaten. De nadruk op prijzen is in het algemeen en zeker voor schrijvers is misplaatst. De wens om een prijs te winnen overschaduwt de wens om een verhaal te vertellen en dat is niet goed.
Veel schrijvers in Nederland zeggen dat ze geen boeken (meer) lezen, omdat ze niet beïnvloed willen worden, hun ideeën vers willen houden. Vind u lezen belangrijk?
Lezen is voor schrijvers als trainen is voor sporters. Als tiener had ik regelmatig een “five paperback weekend”, waar ik eindeloos boeken verslond. Ik mis die dagen, omdat ik nu heel veel met research bezig ben – ook een aangename bezigheid, maar heel anders dan fictie lezen. Vliegtuigreizen zijn voor mij de ideale momenten om weer eens flink door te lezen. Maar als je niet leest, kun je je positie in de boekenwereld niet bepalen en weet je niet wat er speelt.
In het kader van de Hebban Top 1.000, zijn er boeken die voor altijd bovenaan staan voor u?
Voor mij zullen In de ban van de ring en De hobbit van J.R.R. Tolkien altijd een zeer speciale plek behouden. Het was mijn introductie in fantasy en vele jaren lang heb ik niets gelezen wat er ook maar aan kon tippen. Ook Het jungleboek van Rudyard Kipling heeft diepe indruk gemaakt.
Hedendaags: ik denk dat George R.R. Martin met Het lied van ijs en vuur bezig is met zijn meesterwerk en ik wil net zo lang wachten tot hij het voor elkaar heeft zoals hij het wil schrijven. Want ik vind het fenomenaal. Voor mij zijn het puur de boeken. HBO heeft het mooi verfilmd, maar bij de boeken zit er zoveel vlees op de botten, dat is geweldig.
De lijst is eindeloos: Fritz Leiber, Robin McKinley, Frank Herbert’s Duin… er is zoveel! Verschillende levensfases zorgen voor verschillende interesses. Onmogelijk om een definitieve lijst samen te stellen.