Interview /
Rosamund Lupton: ‘Het was een grote verrassing voor iedereen’
Het moet vrij gek zijn om nu weer over een ‘oud’ boek te komen praten.
Rosamund Lupton: ‘Je zou het denken, maar eigenlijk is dat niet zo. Ik ben er zo lang mee bezig geweest, dat het heel diep in mij zit geworteld. Dat raak ik denk ik nooit meer kwijt.’
Hoe lang heb je eraan gewerkt?
Lupton: ‘In totaal zo’n vier jaar. Niet continu, natuurlijk. Het was op en af. Ik was in die tijd nog scenarioschrijver. Het idee voor dit boek had ik al veel langer. Ik heb altijd geweten dat ik ooit een boek zou schrijven. Toen ik vier jaar oud was, kende ik het woord “auteur” al. De moeder van een van mijn vriendinnen was uitgeefster. Toen wist ik het al.’
Waarom heb je dan zo lang gewacht om het op te schrijven?
Lupton: ‘Pas toen ik kinderen had, ben ik eraan begonnen. Dat is ook gelijk de reden waarom het zo lang heeft geduurd. Je kunt niet altijd schrijven met jonge kinderen om je heen.’
Wat vond je het leukst aan het schrijven?
Lupton: ‘Eigenlijk vind ik het pas leuk worden als de plot is uitgedacht. Ik vind het bedenken van de plot het lastigste en beleef er weinig plezier aan. Je vindt me dan terug tussen allemaal papiertjes vol met pijlen, en mijn hoofd voelt alsof het elk moment kan exploderen. Maar dan is het moment daar dat het allemaal staat en ik echt kan beginnen met schrijven. Dan voel ik me als een vis in het water en geniet er met volle teugen van.’
En toen was het direct een succes?
Lupton: ‘Het boek kwam gelijk in de bestsellerlijst en heeft vijftien weken in de top 10 gestaan. Niemand had dat verwacht. Er werden bijna wekelijks herdrukken van het boek gemaakt. ‘Het was een grote verrassing voor iedereen.’
Enig idee waarom het zo succesvol werd?
Lupton: ‘Debuteren is heel lastig, maar ik heb enorm veel geluk gehad met Richard & Judy (een populair televisieduo, red.). Ze waren net begonnen met het opzetten van een leesclub en Sister werd als eerste uitgekozen. En een bekend boekenprogramma op Radio 4 heeft er wekenlang uit voorgelezen. Toen mijn agent me hierover vertelde, dacht ik echt dat hij een grapje maakte.’
Wat is dat trouwens met scenarioschrijvers? Waarom willen ze bijna allemaal uiteindelijk ook een boek schrijven?
Lupton: ‘Ik denk dat dat gedeeltelijk komt door de vrijheid die het geeft. Je hoeft niet na te denken over het aantal woorden. Je bepaalt als auteur alles. Je bent de locatiemanager, de acteur, de kleedster, de regisseur. Alles. Je kunt los van het budget alles bedenken. Je kunt naar Mars als je dat zou willen. En, misschien is dat nog wel het mooist, je kunt in het hoofd kruipen van je personages. Het schrijven van een roman is erg bevrijdend.’
Had je zelf het gevoel dat je te veel beperkt werd als scenarioschrijfster?
Lupton: ‘Ik heb weleens een regisseur gehad die vond dat ik veel te veel op zijn stoel zat. Too much stage direction!, vond hij en zei: “Ik wil een script, geen roman.” En eerlijk is eerlijk, hij had daar ook wel een beetje gelijk in. Ik ben te veel een controlfreak. Ik wil bepalen hoe personages eruitzien, waar ze waren, wat ze doen en wat ze denken.’
Je leest zelf ook nog steeds veel. Op je site staat je persoonlijke top 10. Een mengelmoes van klassiekers als ‘My Secret History’ van Donna Tartt en ‘Perfume’ van Patrick Süskind en zelfs ‘War and Peace’ van Tolstoy. Maar ook ‘The Millennium Trilogy’ van Stieg Larsson. Dat is een brede scope.
Lupton: ‘De lijst is waarschijnlijk al weer achterhaald. Maar ook Stieg Larsson, ja. Net als vele miljoenen andere lezers vind ik hem fantastisch. Het zijn zeer intelligente plots, en daar houd ik van. Er zitten zoveel lagen in. Ik krijg altijd een rotgevoel als ik zijn foto zie en me bedenk dat hij het dat enorme succes nooit heeft meegemaakt. Dat vind ik zo sneu.’
Wat is volgens jou het verschil tussen een goed boek en een heel erg goed boek dat je nooit meer vergeet?
Lupton: ‘Ik weet het niet zeker. Ik denk dat verschillende lezers verschillende dingen leuk of goed vinden. Voor mij is het eigenlijk altijd één ding of dingetje in een boek. Dat ene iets dat je je altijd blijft herinneren van een verhaal en dan hoeft de rest van dat verhaal helemaal niet bijzonder goed te zijn. Bij Stieg Larsson, bijvoorbeeld, zijn dat voor mij de personages. Ik kan me het verhaal niet meer helemaal voor de geest halen, maar de personages weet ik nog precies.’
Heb je dit in gedachten als je zelf schrijft? Dat ene dingetje dat erin moet zitten?
Lupton: ‘Net als vele andere auteurs schrijf ik ook niet met een bepaald lezerspubliek voor ogen. Je probeert het beste boek te schrijven dat je kunt en natuurlijk hoop je dat de lezers er uiteindelijk wel iets uit halen wat het boek voor hen bijzonder maakt.’
Heb je bij het schrijven van Zusje niet vooral ook aan je eigen zus gedacht? En wat vond zij ervan?
Lupton: ‘Zij was de eerste lezer van het manuscript. Ik vond het echt heel spannend om het naar haar toe te sturen. Maar ze vond het fantastisch. Dat was een enorme opluchting. Het duurde daarna nog vrij lang voordat ik een agent vond en een uitgever, maar na haar reactie was dat voor mij van ondergeschikt belang.’
En zitten er dingen in het boek die alleen zij kan weten?
Lupton: ‘De relatie tussen de zussen is natuurlijk voor een deel gebaseerd op mijn eigen relatie met mijn zus. Bepaalde trekjes van de hoofdpersonages. Maar ik heb bijvoorbeeld het konijn in het boek vernoemd naar haar konijn. Gewoon om haar te laten lachen. Mijn tweede boek zie ik zelf als een soort van plakboek van persoonlijke herinneringen. Niemand behalve ik zal dat er in zien, maar daar zit heel veel in over mijn kinderen. Kleine eerbetoontjes.’
Van Rosamund Lupton verscheen bij de Boekerij na Zusje (Sister, 2010) in 2012 haar tweede boek Later, de vertaling van Afterwards (2011). Haar boeken worden inmiddels in 31 landen uitgegeven. Lupton werkt momenteel aan haar derde boek.
Maak kans op een van de gesigneerde exemplaren van Zusje! Klik hier en doe mee aan de Rosamund Lupton-prijsvraag!