Dossier /
Ruth Rendell: Meer dan een Queen of Crime
Ze werd geboren als Ruth Grasemann, als Lady Rendell of Babergh stierf ze op zaterdag 2 mei 2015. Ook was ze bekend onder de naam Barbara Vine. Voor alles was Ruth Rendell een literaire grootheid. Vanaf 1964, toen lezers voor het eerst kennis maakten met haar plattelandsspeurder Reginald Wexford in From Doon with Death, schreef ze meer dan vijftig misdaadromans en zeven verhalenbundels. Veel van haar verhalen werden bewerkt voor televisie of bioscoop. De Wexford-serie werd uitermate populair, niet in het minst door de vertolking van George Baker als de misdaadbestrijdende inspecteur in het fictieve plaatsje Kingsmarkham in Sussex.
Het schrijven van een jaarlijkse whodunnit voldeed voor Rendell niet. Dat liet ze al in haar tweede boek zien. In plaats van een vervolg op From Doon with Death met meer van hetzelfde, week ze in To Fear a Painted Devil af van de klassieke Engelse misdaadroman en schotelde haar lezers een min of meer psychologische thriller voor.
Algemeen wordt aangenomen dat Rendell toen ze in de jaren tachtig begon te schrijven als Barbara Vine plotseling van stijl veranderde. Maar Rendell was al in het begin van haar carrière bezig haar stijl aan te passen. Zelfs in de Wexford-romans concentreerde ze zich meer op karakter en psychologie dan op het ouderwetse politie-onderzoek. Ze schreef 24 Wexford-boeken en een ongeveer gelijk aantal andere misdaadromans onder de naam Rendell. Haar eerste boek onder het pseudoniem Barbara Vine was A Dark-Adapated Eye (1986), dat werd bekroond met de Edgar Allan Poe Award van de Mystery Writers of America. Haar tweede 'Barbara Vine', A Fatal Inversion, sleepte een Golden Dagger van de Crime Writers' Association in de wacht. In totaal bracht ze veertien Vine-thrillers uit.
Het grote verschil met de Rendell-boeken was dat de schrijfster in de Vine-thrillers binnendrong in de hoofden van psychopatische moordenaars en verkrachters. Dat maakte deze thrillers zo duister en een ongemakkelijke leesbelevenis voor de Wexford-fans, die gewend waren aan de politieman die tussen hen en een onveilige omgeving bleef staan. De lezers van de boeken van Rendell kon je in twee kampen verdelen: degenen met een voorliefde voor Wexford en de anderen die vonden dat Barbara Vine een echt groot auteur was die grenzen verlegde en nieuwe horizonten verkende. Zowel de Wexford-detectives als de Vine-thrillers werden overigens zonder uitzondering bestsellers.
Suspense
Thrillerschrijver René Appel noemt in de Volkskrant A judgement in stone uit 1977 een van Rendells beste psychologische thrillers. Het begin is volgens hem al gewaagd. De eerste zin luidt: 'Eunice Parchma doodde de familie Coverdale omdat ze niet kon lezen of schrijven.' Aan het eind van het eerste korte hoofdstuk wordt Eunice gearresteerd. Wat een misdaadroman voor lezers interessant maakt - wie is het slachtoffer, wie de dader en krijgt de politie hem/haar te pakken - geeft Rendell al weg in het begin. Juist dat is de kracht van het boek, betoogt Appel. ''Rendell past de suspense techniek van 'de lezer weet meer dan de personages' zo knap toe, dat lezers door het boek worden heengetrokken terwijl ze zich tegelijkertijd als het ware schuldig voelen omdat ze de aanstaande slachtoffers niet kunnen waarschuwen.''
Ook Rinus Ferdinandusse, grondlegger van VN's Detective & Thrillergids, is die mening toegedaan. In een uitgebreid portret van Rendell uit 2000 schrijft hij: ''De lezer kan alleen maar huiverend volgen: hij weet dat hem iets sinisters te wachten staat en wordt vervolgens nog verrast door de manier waarop dat allemaal is geformuleerd.'' De schrijfster was volgens Ferdinandusse bijzonder sterk in de cliffhanger. ''Zelfs in het traagste Wexford-avontuur zijn altijd minstens twee perfecte cliffhangers aan te strepen. In deze verhalen zijn de slotzinnen excellent. Soms is er een totaal onverwachte ontknoping, die doet denken aan het beste van Roald Dahl.''
Wat haar volgens Ferdinandusse tot 'de beste misdaadauteur ter wereld' maakte, was dat Rendell via haar karakters op niet te evenaren wijze angst en spanning wist op te roepen. ''Het is een sociale angst, de angst voor de man die het altijd heeft over de breekbaarheid van vrouwennekjes, het altijd geheimzinnige lachje van de bankbediende, die dus wel iets van je zal weten. Angst voor mentaal of geestelijk geweld. Personages die geen pistool bij zich hebben, maar wel het kwaad herkenbaar voor de lezer met zich meedragen.''
Zeker vijf vakgenoten van Rendell kregen het stempel Queen of Crime: De Engelse auteurs Agatha Christie, Dorothy L. Sayers, Margery Allingham en P.D. James en de Nieuw-Zeelandse Ngaio Marsh. Ook haar Nederlandse uitgever A.W. Bruna noemt haar zo (zie het In Memoriam onderaan dit dossier). Rendell vond die bijnaam overigens maar niks: ze beschouwde die als hatelijk en sexistisch. Ze was het ook niet eens met de vele recensenten die haar 'een groot schrijver' vonden. ''Niemand die bij zijn gezonde verstand is noemt mij een eerste klas schrijver'', zei ze ooit. ''Maar ik doe mijn uiterste best en toevallig vinden miljoenen lezers mijn boeken goed.'' Wat heet, geschat wordt dat Rendell wereldwijd zestig miljoen boeken heeft verkocht.
Tennisclub
Ze werd geboren op 17 februari 1930 in South Woodford in het noordoosten van Londen. Haar moeder Ebba Krause was geboren in Zweden, maar woonde tot haar twaalfde in Denemarken. Moeder kreeg multiple sclerose en Ruth, enig kind, werd deels opgevoed door hun huishoudster met wie zij veel closer werd. Haar vader, Arthur Grasemann, beschreef ze als 'eindeloos geduldig, eindeloos lief en eindeloos aardig'. Arthur, op zijn veertiende dokwerker in Plymouth, kreeg en greep de kans om zich om te scholen en werd later leraar wis- en natuurkunde. Veel van hem is terug te vinden in Reg Wexford.
Rendell heeft eens verteld dat ze ook veel van haarzelf stopte in de figuur van Wexford. Veel van haar ideeën en principes zijn in de speurder terug te vinden. Wexford is een sociaal voelende, sympathieke politieman, heel anders dan de nukkige, cynische rechercheurs (vaak met een drankprobleem) uit andere thrillers van Rendells vakgenoten. Rendell was uitermate bedreven in het creëren van karakters uit verschillende sociale lagen van de bevolking. In haar boeken haakte ze ook in op belangrijke maatschappelijke thema's zoals racisme, milieu, feminisme en religieus fanatisme.
Het had niet veel gescheeld of haar protagonist had niet Wexford geheten maar Waterford. Op vakantie in Ierland kwam ze terecht in Wexford en Waterford en besloot dat een van de plaatsnamen zou voldoen als de achternaam van haar held. Waarom ze uiteindelijk voor Wexford koos, kon ze zich achteraf niet meer herinneren. ''Waarschijnlijk omdat ik de letter x leuk vind.''
Ze had, zo vertelde ze eens, een ongelukkige tijd op de Loughton High School in Essex. Maar het ging beter met haar nadat ze school achter zich had gelaten en een baan had gevonden als journalist. Ze kon aan de slag bij de Chigwell Times, waar ze begon als verslaggever en eindigde als redactiechef. Ze kreeg problemen toen ze een verhaal had geschreven over een oud, verlaten huis. Ze verzon er zelf bij dat een geest van een oude vrouw daar zou rondwaren. De eigenaar van het huis dreigde haar voor de rechter te slepen. Kort daarop liet ze verstek gaan bij de jaarlijkse bijeenkomst van de lokale tennisclub. Ze schreef een verslag op basis van de vooraf verkregen speech van de voorzitter. Nadat ze haar kopij had ingeleverd, kwam ze erachter dat de voorzitter overleden was aan een hartaanval terwijl hij zijn toespraak hield. Ze hield de eer aan zichzelf en nam ontslag, voordat de hoofdredacteur haar op de keien kon zetten.
Countryzangeres
Op haar twintigste trouwde ze met Don Rendell, een journalist die ze had ontmoet toen ze beiden verslag deden van een gerechtelijk onderzoek. Don werd later financieel journalist voor de Daily Mail en tien jaar lang was Ruth vooral echtgenote en moeder. Het waren gelukkige jaren, aldus Rendell, maar in die periode schreef ze ook zes romans die alle werden geweigerd door uitgevers. Toen haar zevende boek, From Doon with Death, wel werd geaccepteerd door een kleine uitgeverij, kreeg ze 75 Britse pond als voorschot. ''Ik wil nog geen interviews geven'', zei ze toen, ''ook niet als mijn volgende twee boeken verschijnen.''
Rendell werd na haar derde boek herhaaldelijk geïnterviewd, maar ze was niet echt een makkelijke gesprekspartner. Er werd haar meer dan eens gevraagd wat ze was geworden als ze niet haar brood kon verdienen met schrijven. ''Countryzangeres'', antwoordde ze eens om er maar vanaf te zijn. Hetgeen een Noors tv-programma laer als een uitnodiging opvatte om Rendell tijdens een interview een microfoon voor te houden met het verzoek een moppie te zingen. Een andere 'silly question', wat haar toch dreef om te schrijven, beantwoordde ze met: ''Ik hou ervan om aan een bureau te zitten en te typen.''
Verhuizen was haar grote hobby, ze veranderde achttien keer van woning. Rendell heeft enkele jaren gewoond in een zestiende-eeuws huis op een landgoed in Suffolk, voordat ze naar Londen terugkeerde. Opmerkelijk was dat ze in 1975 van Don scheidde om twee jaar later met hem te hertrouwen. Op de vraag waarom, antwoordde ze dat ze had ontdekt dat ze niet zonder hem kon leven. Don was nu eenmaal het soort man met wie je honderden kilometers in een auto kunt zitten zonder een woord te wisselen. Don Rendell overleed in 1999. Samen kregen ze een zoon, Simon.
Rendell was uitermate genereus, ze gaf veel geld weg. Zo was ze vicevoorzitter van de organisatie Shelter die thuislozen een onderdak verschaft en verwierf ze fondsen voor Little Hearts Matter, een instelling voor kinderen met een hartaandoening.
In 1997 stortte ze tienduizend pond in het campagnepotje voor de Labour Party. Als dank daarvoor kreeg ze van Tony Blair de niet-erfbare titel barones en werd ze lid van het Hogerhuis. Daar steunde ze onder meer het wetsvoorstel om actieve euthanasie te legaliseren. In 2004 werkte Rendell mee aan de totstandkoming van een wet, die het strafbaar stelt dat kinderen naar het buitenland worden gestuurd voor een besnijdenis. In Engeland is besnijdenis, het verwijderen van de clitoris, verboden sinds 1985. Dit thema komt ook voor in de misdaadroman Not in the Flesh, dat opent met de vondst van een hand in een bos door een truffelhond. Wexford komt er tot zijn afgrijzen achter dat een vijfjarig meisje het slachtoffer is van vrouwenbesnijdenis. Ze is op wrede wijze is toegetakeld en voor haar leven verminkt. ,,Met dit verhaal hoop ik mensen te bereiken die niets van dit onderwerp afweten'', zei Rendell hierover.
Tot het laatst toe bleef Rendell schrijven. Begin 2013 liet ze aan The Guardian weten er nog niet over te piekeren haar tekstverwerker in de wilgen te hangen. ''Ik kan dat niet. Schrijven is een essentieel onderdeel van mijn leven. Ik zou niet weten wat te doen als ik niet schreef.'' Spanning is haar 'cup of tea', voegde ze eraan toe. ''Ik denk dat ik in staat ben om mensen de pagina's te laten omslaan. Ze willen weten wat er gebeurt. Ik vind dat dat in alle soorten van fictie dient te gebeuren. Want hoe briljant het geschrevene wellicht ook is, als je niet de behoefte voelt de pagina's om te slaan, heeft het geen zin.''
Rendells laatste misdaadroman, Dark Corners, wordt in oktober 2015 op de markt gebracht.
(Bronnen: VN, de Volkskrant, New York Times, The Guardian, De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie, De Spanningsblog)
Buitengewone dame met heel veel klasse
In memoriam Ruth Rendell
door uitgever Steven Maat
Zaterdag 2 mei ontvingen we het trieste bericht dat onze auteur Ruth Rendell op 85-jarige leeftijd is overleden. In de media is hier veel aandacht aan besteed en dat is ook niet meer dan terecht gezien haar status als de Queen of Crime.
Ik heb het genoegen gehad Ruth Rendell twee keer te mogen ontmoeten. De laatste keer was tijdens het Harrogate Crime Writing Festival in 2013, waar zij als speciale gast een lifetime achievement award ontving en werd geïnterviewd door haar goede vriendin Jeanette Winterson. Voor een uitverkochte zaal praatten de twee literaire grootheden over hun vak, wat hen inspireerde en hoe hun dagelijkse schrijfroutine eruitzag. Mooi was te zien hoeveel waardering Rendell ontving van zowel het publiek als haar collega-schrijvers, die haar een staande ovatie gaven na een verhelderend, inspirerend en bij vlagen zeer vermakelijk interview.
De ervaring in Harrogate deed mij terugdenken aan de eerste keer dat ik Ruth Rendell ontmoette, in november 2004. Ze bezocht, voor zover ik weet voor het eerst, Nederland voor een optreden tijdens het Crossing Border Festival in Den Haag. Samen met haar literair agent begeleidde ik haar gedurende een paar dagen en ik moet toegeven dat ik van tevoren behoorlijk zenuwachtig was. Niet alleen omdat zij een van de grootste misdaadauteurs aller tijden was, wat toch wel intimiderend is, maar ook omdat ik het idee had dat zij bijzonder serieus en streng was, iemand met wie niet te spotten viel.
Dat laatste bleek ook al gauw toen zij, amper in Nederland aangekomen, tijdens het publieke interview in de Koninklijke Schouwburg werd gevraagd naar haar titel van barones. De suggestie werd gewekt dat zij deze had gekregen na een aanzienlijke donatie aan de Labour Party, oftewel: dat zij haar titel zou hebben 'gekocht'. Op dat moment viel er een ijselijke stilte en leek de temperatuur in de zaal naar min tien graden te zakken. Iedereen hield zijn adem in en ik was ervan overtuigd dat hiermee meteen een einde zou komen aan het interview. Mevrouw Rendell was net in Nederland gearriveerd en werd tijdens haar allereerste publieke optreden op grove wijze beledigd. Een nachtmerrie.
Het antwoord dat Barones Rendell of Babergh gaf, was beleefd, kort en duidelijk: nee, dat was niet het geval geweest. Heel even dacht ik dat het met een sisser zou aflopen, maar tot mijn grote afschuw drong de interviewer opnieuw aan. Op dat moment wist ik dat het auteursbezoek definitief was mislukt, amper twee uur nadat het begonnen was. Maar terwijl haar agent en ik aanstalten maakten om naar het podium te rennen om het interview af te breken, keek mevrouw Rendell haar interviewer recht aan en liet hem met een stalen gezicht weten dat hij niet goed geïnformeerd was en dat zij er de voorkeur aan gaf om vragen te beantwoorden in haar hoedanigheid als schrijver, en niet als lid van het House of Lords. De man begreep de boodschap eindelijk.
Met diep respect keek en luisterde ik de rest van het uur naar deze dame van stand die kaarsrecht zittend op haar stoel op het podium, in prachtig Engels antwoord gaf op alle vragen. Op en top beschaafd. Niet uit het veld te slaan. Een klasse apart. Maar tegelijkertijd brak het angstzweet me uit toen ik dacht aan het diner dat ik die avond met haar en haar agent zou hebben. Hoe zou ik ooit de enorme belediging die zij deze middag had moeten ondergaan, goedmaken? Wat voor indruk moest ze wel niet hebben van de Nederlandse pers, van Nederland, en hoe diep zou ik door het stof moeten gaan om haar vertrouwen te herwinnen? Het kon niet anders dan dat dit een heel, heel moeilijke avond zou worden.
Ik bleek het volledig mis te hebben. Die avond kwam ik erachter dat Ruth Rendell het fijnste gezelschap was dat je je maar kon wensen en de avond zelf zal mij altijd bij blijven als een van de leukste auteursdiners die ik ooit heb mogen meemaken. Het optreden van de interviewer werd door haar zonder dralen afgedaan als een incident waar verder niemand iets aan kon doen en de rest van de avond werd er niet meer over gesproken. In plaats daarvan werd er gesproken over de meest uiteenlopende onderwerpen die je je maar kon voorstellen, en eens en temeer werd mij duidelijk hoe ontzettend intelligent, welbespraakt en gedreven zij was. En de vrouw van wie ik dacht dat ze vooral heel serieus was, bleek tot mijn grote verrassing ook nog ongelooflijk grappig te zijn. Het ene moment gaf ze blijk van die typisch Britse, onderkoelde humor, vervolgens kwam ze weer net zo hard uit de hoek zetten met hilarische anekdotes die ons eerst naar adem deden happen, en vervolgens bijna onder de tafel deden belanden van het lachen. En altijd had zij een twinkeling in haar ogen die liet zien wat voor vlijmscherpe geest er schuilging achter die o zo Britse façade.
De misdaadverhalen van Ruth Rendell behoren tot de top van het genre en zullen voor altijd een inspiratiebron blijven voor auteurs in het heden en de toekomst. Als auteur en als lid van het House of Lords koppelde Rendell volharding aan mededogen, inzet en passie aan dossierkennis en kritisch denkvermogen. Ze heeft een plek veroverd naast grootheden als Agatha Christie, Dorothy L. Sayers en P.D. James, en ze zal gemist worden door familie, vrienden, lezers en collega-auteurs. Ik zal me haar persoonlijk altijd blijven herinneren als een buitengewone dame met heel veel klasse.
Steven Maat
Uitgever A.W. Bruna Uitgevers