Column /
Sandra Berg: Mijn Eerste X
De Eerste X dat ik schreef…
Ik weet niet meer wanneer ik voor de eerste keer schreef. Echt schreef, bedoel ik. Anders dan Aap, Noot, Mies. Met de briefjes, gespekt door fantasie en drama, aan mijn moeder misschien?
"Omdat is je zo mis, heb ik een tekening gemaakt. Hij is misschien niet zo mooi, want ik huil te erg. Mijn hele gezicht is rood van het huilen. Mijn hele nachtjapon is nat van de tranen. Er is een traan op de tekening gevallen. 100.000 (honderd miljoen) kusjes."
Alsnog sorry mam, voor het schuldgevoel dat ik je bezorgde als je in de avonduren weg moest.
Er waren ook die briefjes, die al een vroeg interesse in boeken bloot legden.
"Als je soms nog lezen gaat, lees dan uit het boek van Bommel, een heel bijzondere poes. Ik weet zeker als je aan het 2e deel bent, dat je het verhaal leuk vindt."
Je kunt je nu afvragen of het werkelijk toeval is, dat ik uiteindelijk met een Van Bommel trouwde.
Ghostwriter was ik in die tijd trouwens ook al. Een kattebelletje als schaduwschrijver onder naam van onze kat:
"Lieve mams, Ik heb net speelzin. Groeten en kusjes van de lieve poezel."
Of onderstaand schrijfsel werkelijk mijn allereerste echte manuscript is, weet ik niet meer. Alleen dat ik nog erg jong moet zijn geweest toen ik het op papier zette.
"In de stat woonde gewoone mensen, daar agter stont een flet. Niemant wist wie op kamer 100 woonde. Het was zo hoog. Niemant durfde te kijken. Ze waren bang dat ze omlaag vallde. Maar ik wist alleen wie daar woonde. Daar woonde een koyboy. Die heete ringo en was erg sterk. Hij hat in het wilde-westen ge-woont. Maar hij wou er niet meer woon-en en was er weg-gegaan. Nou woont hij in die hoge flet. Hij vint het daar veel fijne dat in het wil-de-weste. Daar vegten ze en schieten maar en hier niet. Hier is het rustig. Hier vegten ze niet en schieten ze niet. Hij ging uit (?) weg. Hij keerde met zijn paard turrug naar het wilde.westen. De mensen keken hem na. Ze vonden het paard zo mooi. Het was ook mooi daar een lintje en daar een strikje. Het hat mooie rozze teugels met kwasjes en een mooi rozze zaddel op ook met kwastjes. Het was een zwart paart met witte vlekken en witte maanen en op haar witte ponnie een pluim"
Het is mij niet duidelijk waarom de koyboy toch weer naar het Wilde Westen terugkeerde met al dat geschiet, maar er was vast een goede reden voor.
Toch droomde ik niet van een loopbaan als schrijfster. Ik wist alleen dat ik geen stewardess wilde worden, omdat ik die keuze op de lagere school al maakte met de duidelijke argumentatie: "Als het vliegtuig dan neerstort, zit je met de gebakken peren."
Ik weet ook niet meer precies wanneer die interesse voor het schrijven weer de kop op stak. Misschien toen ik in 1997 spontaan en lacherig voor de eerste keer met een kort verhaal mee dong naar de literatuurprijs van de stad Weert. Ik won de prijs niet, maar ‘De Wandeling’ werd tot mijn verbijstering wel genomineerd en gepubliceerd in het boekje ‘Taalproeven’
Overmoedig reageerde ik daarna op een advertentie voor detectiveschrijver bij ‘Jaguar’, niet gehinderd door enige ervaring. Mijn eerste verhaal werd toch aangenomen en twee volgden, totdat de uitgeverij ermee ophield. (Niet door mijn schuld, hoop ik? )
Een sollicitatiegesprek bij uitgeverij Marken naar de functie van redacteur, weer wat later, liep uit in een jarenlange samenwerking als romanschrijfster.
Ik herinner mij nog goed die keer dat ik met een vriend door de bibliotheek liep, mijn vingers over de kaften liet glijden en dacht… als hier nu eens een van mijn boeken bij lag… Als ik nu eens een keer een echt boek kon publiceren …
Ik schreef, herschreef, stuurde op, incasseerde, stuurde opnieuw op… totdat mijn droom opeens een feit werd.
Mijn eerste echte boek, een thriller, De nacht van de Wolf werd in 2002 door uitgeverij Ellessy gepubliceerd. Het boek kreeg de nodige aandacht en een goede recensie in Vrij Nederland van mei 2003.
"Sandra Berg zet met dit debuut allerlei lijntjes uit, die ongetwijfeld in volgende boeken doorgetrokken gaan worden. We kijken ernaar uit, want ze slaagt erin de nodige suggestieve spanning op te roepen."
Dat tweede boek kwam er: Onder de Oppervlakte.
Amateur Filmclub Weert nam contact met mij op. Ze wilden De Nacht van de Wolf verfilmen. Niet alleen werd daarmee voor de eerste keer een boek van mij verfilmd, maar verscheen ik ook zelf voor het eerst op het doek als de moeder van Gilles, schitterend in een glansrol van twee seconden. De eerste keer dat ik een echte roman schreef, kwam kort daarna: Cathy’s dilemma, bij Zomer & Keuning. Het begin van een hele reeks, met daartussenin nog een eerste keer dat ik een fantasy schreef Verloren Woud en een eerste keer dat ik een kinderboek publiceerde, Gevaarlijke Missie, beiden bij uitgeverij Cupido.
Nu is het alleen nog wachten op de eerste absolute bestseller.. Of een eerste bioscoop-verfilming? Of… of… of….