Column /
Sarah Meuleman: Gevleid bij de schrijvers
Sinds mijn debuut verschenen is, heb ik er een tic bij. In elke boekhandel waar ik kom, moet ik even zien naast wie ik ‘lig’. Het is geen keuze, het moet gebeuren. Ik kan de grote tafel met recente titels niet passeren zonder te gluren naar de kleurige stapels, op zoek naar het vertrouwde blauwgrijs van De zes levens van Sophie.
Soms verheug ik me. Dan lig ik zij aan zij met mijn schrijversvriend Auke Hulst, of pal naast mijn slimme Lebowski-collega Esther J. Ending, of in de buurt van Marcel Vaarmeijer, mijn nieuwe Facebookvriend die ik nog nooit heb ontmoet maar waar ik regelmatig tegen lig aangevleid.
Soms neig ik dreigend naar de zijkant van het tafelblad, nog nét niet over het randje. Dat is natuurlijk alarmerend, want ook al weet je dat je heus niet zomaar uit het nest kukelt, toch moet het iets vertellen over de verstandhouding met je soortgenoten als je tegen het randje wakker wordt.
Maar het kan veel erger dan het randje. Laatst bleek ik naast Herman Brusselmans te liggen. Herman Brusselmans! Ik moet er niet aan denken. In een reflex verplaatste ik mijn boeken naar drie stapels verder. Zo behoedde ik Sophie voor een vernietigend spervuur van koket cynisme.
Meestal lig ik naast een binnenlandse schrijver, maar onlangs, op een literaire vrijdagavond, bevond ik me op een signeertafel in in het gezelschap van Jenny Offill. De tweede roman van deze Amerikaanse schrijfster verscheen vorig jaar en is vanaf deze maand in het Nederlands verkrijgbaar.
Als je een paar weken geleden de naam Offill had laten vallen, had ik moeten vragen wie mevrouw awful was? De cover van haar boek is al net zo misleidend: een reproductie van de achterkant van een ansichtkaart met de woorden Verborgen Gebreken in het vakje van de geadresseerde. Alsof iemand zijn verborgen gebreken ooit aanschrijft. Het gebeurt niet in Offills roman, het gebeurt nergens. Ik ken veel mensen die er baat bij zouden hebben, maar niemand die het doet.
Boven de titel rechts zigzagt een vage stempel en links bungelt een rondje met daarin de volstrekt zinloze indicatie: een roman. Ik hoop dat de uitgever bij een volgende druk de cover grondig herziet. Maar bovenal: ik hoop dat er een tweede druk mag komen, want achter de gebrekkige cover schuilt een schitterende roman.
Ik las het boek nadat ik was gevraagd om een publiek interview met Offill te leiden. Eén van de mooie dingen van het presenteren; nee, het mooiste van presenteren, is hoe je verrast kunt worden door de mensen die je op het podium of voor de camera ontmoet. Jenny Offill was zo’n verrassing.
Offills boek is bijzonder om vele redenen, de opvallendste is de vorm: het bestaat uit een reeks associatieve gedachten, aforismen en observaties die samen een gelaagd en complex, maar ook toegankelijk verhaal vertellen. De toon is vol verwondering en mededogen, wars van het makkelijke cynisme van drie stapels verder. Op de laatste pagina was ik tot tranen toe geroerd.
We schudden handen aan de rand van het podium waar twee diepe fauteuils op ons wachten. Offill is een vrouw van een jaar of veertig met een speelse, slimme uitstraling. We worden aangekondigd en gaan zitten, aanvankelijk op onze fauteuils, kaarsrecht en klaar voor de Belangrijke Woorden, maar in de loop van het gesprek steeds dieper in onze fauteuils, achterover en genietend van een openhartig en bij vlagen hilarisch gesprek.
Ik zal geen poging doen om onze woorden te reproduceren, alles wat ik wil vertellen is: lees deze roman. Omdat hij oprecht is en anders. Omdat hij lef heeft en beklijft zonder klef te worden. Omdat ik met veel plezier en trots naast Jenny Offill heb gezeten en gelegen - ook al was het maar voor een enkel avondje.
Sarah Meuleman
Verborgen Gebreken is verschenen bij De Geus. Het origineel: Dept. of Speculation is verschenen bij Vintage. Het debuut van Sarah Meuleman: De zes levens van Sophie is uitgegeven bij Lebowski Publishers.