Wij lezen de wereld rond, maar hoe schrijven auteurs de wereld rond?
Locatie bepaalt de sfeer
Voor auteur en schrijfcoach Eva Kelder is de locatie allesbepalend voor de sfeer. “Tegen cursisten leg ik altijd uit dat de locatie een essentieel ingrediënt is om de sfeer van een boek te bepalen”, zegt ze. “Het is nogal een verschil of een personage in Zimbabwe is of naast een geiser in IJsland staat. Mensen gedragen zich anders in een tropisch klimaat dan in de kou, mensen praten anders, de bestemming ademt een andere sfeer. Bovendien kan een locatie iets zeggen over de persoonlijke drijfveren van een personage. Als een personage besluit op wereldreis te gaan, moet dat niet zomaar uit de lucht komen vallen.” Voor Kelders debuutroman Het leek stiller dan het was was locatie dan ook van groot belang. “De plek waar ik mijn verhaal situeer moet een bepaalde stemming uitdrukken. Ik koos voor Vlieland: het eiland heeft iets geborgens, maar kan ook heel erg beklemmen. Omdat ik er zelf veel geweest ben, kon ik goed uit mijn ervaring putten. Toch ben ik tijdens het schrijven vaak teruggegaan: het hielp me heel erg om er te observeren. Welke bomen staan er bij het schoolplein dat ik beschrijf, kloppen de routes die mijn personages lopen? Ik heb het zelf gedetailleerd gebruikt in de roman, maar het kan ook als inspiratie goed werken.”
Poepveld in provinciestad
De hoofdpersoon in Mensen zonder uitstraling van Jente Posthuma woont in een bungalow naast een poepveldje, in een provinciestad. “Ik probeer zo min mogelijk specifiek te zijn over een locatie”, legt Posthuma uit. “Ik houd er gewoon het meeste van als een verhaal zich niet op een duidelijk aanwijsbare plek afspeelt. Ik wilde eigenlijk mijn personages niet eens namen geven, maar dat werkte niet zo goed!” Toch komen er wel degelijk bestaande plekken voorbij in Posthuma’s debuut. “De hoofdpersoon maakt een roadtrip door Noord-Frankrijk, al heb ik dat zelf nog nooit gedaan”, vertelt ze. “Daarvoor heb ik toen wel gegoogeld. Ik beschrijf bijvoorbeeld een hotel, maar dat hotel ken ik alleen van een plaatje. Daarnaast schrijf ik over een plaatsje waar alleen maar bejaarde toeristen waren, met wandelstokken en regenjassen, maar eigenlijk weet ik helemaal niet of dat wel waar is. Maar ik hoef ook niet alles zeker te weten, voor het verhaal is dat niet altijd nodig. Er ontstaat namelijk iets meer afstand als de plek in het midden gelaten wordt, dat vind ik wel mooi.”
Locatie is basisingrediënt
Christiaan Weijts, daarentegen, vindt het wel prettig als een lezer zich de plekken kan voorstellen die hij beschrijft. “Zelf heb ik dat ook als in boeken van Maarten ’t Hart ineens bekende plekken uit Leiden langskomen, daar heb ik zelf dertig jaar gewoond”, zegt hij. “Mijn eigen boeken spelen zich vaak in verschillende Europese steden af en dat moet in grote lijnen dan wel kloppen. Als ik toevallig op reis ben en in een vreemde stad ronddwaal, maak ik meestal aantekeningen. Het zijn observaties van de plekken, maar ook van de sfeer, de manier waarop mensen zich gedragen. Dat blijk ik dan later soms te kunnen gebruiken.” Dat was ook het geval bij de laatste roman van Weijts. “In Het Valse Seizoen maakt een replica van de Titanic een tocht langs Europese steden. Daarvoor kon ik bijvoorbeeld een acht jaar oud aantekeningenboekje gebruiken met observaties in Genua. Tijdens het schrijven wandel ik er dan ook nog even doorheen met Google Streetview. Dan mis je wel de atmosfeer, de geuren, stemmen en al die andere dingen die een stad een ziel geven, maar het werkt goed als geheugensteuntje. Anderzijds moet je je lezer niet vermoeien met ‘hij sloeg linksaf de Avenue Montaigne in en daarna rechts het steegje van de Abdij van Lazare’; dat is hinderlijk. Wat je wilt is dat je lezer uiteindelijk een toeschouwer wordt, dat hij dwars door je letters heen een beeld bekijkt, een fictieve droom beleeft. Locatie is daarbij één van de basisingrediënten.”
Lees verder op de volgende pagina