Schrijven in de Grauwzone: de biografie van literaire mythe J.M.H. Berckmans
Elke generatie literatuurliefhebbers kent mythische schrijvers en poètes maudits die uit hun bestaan een uniek literair universum kneden. Mensen als Gerrit Achterberg, Louis Paul Boon of J.M.A. Biesheuvel. De tien jaar overleden J.M.H. Berckmans hoort zeker in dit lijstje thuis. Net zoals zijn illustere voorgangers (de initialen J.M.H. zijn trouwens geïnspireerd door Biesheuvel) maakte Berckmans zijn leven vaak onmogelijk door zijn obsessies en onvermogen tot het sluiten van compromissen. Literatuur was voor hem een kwestie van leven of dood. Een intensiteit die hij op de lezer weet over te brengen. Reeds als student in de jaren negentig van de vorige eeuw werd ik door Berckmans overrompeld.
'hoe het is
zodoende willen ze unbedingt van je weten hoe het is
je zal het hun vertellen
het is negentienhonderdeenennegentig en de mens leeft een mismoedig en mistroostig en miserabel
en misselijkmakend bestaan in een seniele debiele of imbeciele wereld
een juiste diagnose is nog niet gesteld
daar hebben ze vooralsnog geen artsen voor
het is achtentwintig oktober en dus is een mensenleven nog nauwelijks een habbekrats waard
het is maandag en dus is café de reiger gesloten.'
Toen ik in de jaren negentig van de vorige eeuw deze woordenstorm van het verhaal 'Hoe het is' (Het zomert in Barakstad) bewonderde, had ik er geen idee van dat ik Berckmans' biografie zou schrijven. Ook niet toen ik toen in 2014 de roman De boekhandelaar publiceerde waarin Berckmans een bijrol speelde als een ongrijpbare en mythische figuur. Door die roman kwam ik echter in contact met enkele van Berckmans' vrienden en met nog veel meer Berckmansteksten en -verhalen.
Berckmans' stem bleef sluimeren tot op een avond waarop ik voor een literair tijdschrift een editie over non-conformisme moest presenteren in een hip Antwerps pop-up café. Volgens de plannen van de organisatoren had de plek op dat tijdstip een oase van rust moeten zijn. In realiteit was het café niet alleen met literatuurjunkies gevuld, maar ook met een kolonie kantoorbobo's. Bovendien bleek de ruimte te galmen als een gemeentelijk zwembad tijdens een sportdag voor bakvissen. Alles leek door de white noise te worden opgeslorpt. Dan vond er iets plaats dat ik nooit zal vergeten. Berckmans' boezemvriend & secretaris Geert Breës stapte op het podium, sloot zijn ogen en zette de eerste regels van Berckmans' Kaddisj voor een groene rat' in:
"Het zijn vreemde tijden en het zomert in Barakstad."
Het publiek werd muisstil. Berckmans' tekst boorde zich als een oerkreet door de witte ruis. Er was contact. Kippenvel. Op dat moment wist ik: ik wil weten waar deze tekst vandaan komt.
De zoektocht naar de wortels van Berckmans' proza werd een fascinerende reis van Leopoldsburg en het Italiaanse Bari naar het Ereperk van het Antwerpse Schoonselhof. Als biograaf probeer je iemands levensreis te volgen vanaf de bron. Je gaat op zoek naar de emotionele stroomversnellingen en draaikolken die aanleiding gaven tot de onvergetelijke teksten. Onderweg ontmoette ik tientallen mensen die een belangrijke rol in Berckmans' bestaan & proza hebben gespeeld. Ook stootte ik op honderden brieven die Berckmans sinds de jaren zestig aan vrienden en geliefden stuurde.
Steeds meer begon ik te begrijpen hoe Berckmans al schrijvende probeerde greep te krijgen op zijn bestaan. Hoe hij trachtte scherven tot iets te lijmen waarmee hij contact kon leggen, misschien zelfs iets van de verbondenheid voelen die hij sinds zijn jeugd had gemist. Het schrijven als een radiografie van een imploderend bestaan.
Bijna veertig jaar bleef hij zoeken naar literaire vormen voor die radiografie. Berckmans' poëtica was die van het leven. Wanneer hij met vormen, invalshoeken en personages experimenteerde, bracht hij een nieuwe laag aan op zijn zelfportret. Een laag die voortkwam uit nieuwe ontmoetingen of een pijnlijk afscheid. Een nieuw verhaal zonder dat hij de verhalen over het verleden, het kamp in Limburg, de verkilde familie en de psychiatrische instellingen achter zich kon laten. Alles bleef. Een eindeloze Blauwe Parade. Oude wonden leken nooit te helen. En wanneer ze dat deden, schreef hij ze weer open.
In de biografie wil ik u, beste lezer, meevoeren met de rollercoaster van een schrijversleven. U het verhaal brengen van het gevecht achter dat legendarisch intens proza. Ik hoop dat u nog meer van de taalmuziek en de gelaagdheid in Berckmans' teksten kan genieten. Dat u nog sterker voeling krijgt met de taalrijkdom en wordt verleid om Berckmans' werk beter te leren kennen - bijvoorbeeld door de nieuwe bloemlezing te lezen. Bij mij is de bewondering en fascinatie voor de schrijver alleen maar toegenomen. Tegelijk blijft de magische maalstroom van literatuur deels onvatbaar. Zo hoort het ook. Slechts een ding is zeker: 'Het zijn vreemde tijden en het zomert in Barakstad.'
Chris Ceustermans (1969) werkte als journalist voor onder meer De Morgen. In 2014 verscheen zijn debuutroman De boekhandelaar (genomineerd voor de Bronzen Uil). Ceustermans geeft les aan de SchrijversAcademie en publiceerde in literaire tijdschriften zoals Deus Ex Machina, Kluger Hans, DW B, Het liegend konijn en Gierik & NVT.
Schrijven in de Grauwzone en de bloemlezing Verhalen uit de Grauwzone verschijnen op 16 augustus 2018 bij Uitgeverij Vrijdag.
Meer columns van auteurs en andere boekenvakkers lees je hier.