Interview /
Silvester Zwaneveld: ‘Ik ben alles en niks’
Begin van een nieuw tijdperk
Na 2008 scheidden de wegen van Arie Koomen en Silvester Zwaneveld. Zwaneveld wilde weer solo. ‘Ik merkte dat ik in het stijltje van Arie & Silvester alles wel gezegd had. Het werd meer van hetzelfde en ik was niet het theater in gegaan om mezelf te herhalen,’ zo vertelde hij in een interview met het Haarlems Dagblad. ‘Ik wilde een theatraal en inhoudelijk verhaal vertellen en Arie wilde stand up en direct scoren met losse grappen.’
Inmiddels staat Zwaneveld alweer met zijn vierde soloprogramma (Regels zijn regels) op de planken, werkte hij mee aan een groot aantal televisieprogramma’s (meest recent The Factcheckers en NTR Academie) en regisseerde hij verschillende theatervoorstellingen. Maar ondertussen liet hij zich niet weerhouden om zijn creativiteit ook op andere gebieden los te laten. Dat er bijvoorbeeld een niet onverdienstelijk illustrator verscholen zit in de grappenmaker, zullen nog veel minder mensen weten. Met een vriendin in de boekerij (kinderboekenschrijfster en, tegenwoordig ook uitgeefster, Nanda Roep) kon het niet lang duren voordat Silvester ook stappen zou zetten in de boekenwereld. Hij illustreerde al een handvol boeken, schreef een kinderboek (Het monstertje onder het bed) en samen met Nanda werkte hij aan een futuristisch jeugdboek (Koningsland). Een roman van de duizendpoot kon natuurlijk niet heel lang uitblijven.
Een gewaarschuwd mens…
En een gewaarschuwd mens telt voor twee. In zijn eerste soloshow Silvester Alone vertelt hij: ‘Mijn vriendin is kinderboekenschrijfster en ik ben cabaretier. Twee creatieve beroepen in één gezin. Mensen vragen mij weleens of wij ook samenwerken, maar dat doen we eigenlijk nooit. Nee, dat lijkt me niet verstandig met mijn vak. Voordat je het weet heb je Pluk van de Slettenflat in de boekenkast staan.’
En zo geschiedde. De cabaretier schreef “Het ultieme mannenboek”, zo valt er op de cover te lezen. En de titel? Ja hoor… Pluk van de Slettenflat. Verschenen bij Uitgeverij Nanda. Valt het kwartje?
Silvester: ‘Nanda is mijn uitgever en zij heeft mij ongelooflijk goed geholpen. Al was het alleen maar door mij vertrouwen te geven. Zonder haar had ik het nooit afgemaakt. Daarnaast is het natuurlijk heerlijk om vragen te kunnen stellen aan iemand met vreselijk veel ervaring. Over stijl, tijden, plot en in mijn geval: ‘Hoeveel detail moet er wel of niet in?’
Wat was de grootste uitdaging voor het schrijven van Pluk?
Silvester: ‘De grootste uitdaging was denk ik een tone of voice te vinden en het doorzetten. In het theater schrijf je een versie en daarna ga je ermee het podium op. Daar schaaf je terwijl je aan het vertellen bent. In een boek moet je dat in verschillende versies doen. Dat vond ik best wel lastig. Ik had dit verhaal graag op het podium gebracht om te merken waar de potentie zit en waar er meer te halen valt.’
Hoofdpersoon in het boek is Pluk, een brandweerman. Hoewel hij nog flink aan zijn trackrecord als vuurvechter moet werken (hij maakte nog nooit een grote brand mee) zorgt zijn uniform er in ieder geval voor dat het met z'n trackrecord bij de vrouwtjes wel snor zit. Pluk is een volbloed jager. Een jager met regels om het zo lang mogelijk vol te houden en, vooral, om onnodige problemen te voorkomen. “Toen hij op tv hoorde zeggen dat Jeroen Pauw met zijn tweehonderd vrouwen aanzien onder de mannelijke bevolking genoot, dacht Pluk maar één ding: amateur!”
Maar het gevaar ligt op de loer. Niet alleen die gehoopte grote brand loopt helemaal anders dan hij dacht, ook z'n strenge regeltjes blijken niet geheel waterdicht te zijn.
Hoe heeft hij het schrijven ervaren? Is de werkwijze nu heel anders dan bij het schrijven voor theater?
‘Eigenlijk valt dat wel mee. Je begint met een idee, daarna de structuur en vervolgens werk je de scènes (of hoofdstukken) een voor een uit. Een boek is alleen wel eenduidiger en je moet langer zoeken voordat alles past en klopt. In het theater kan je gemakkelijker uitstapjes maken.’
Het colofon van Pluk van de Slettenflat illustreert nog maar eens de veelzijdigheid van Silvester. Tekst, vormgeving, zetwerk en illustraties komen allemaal uit zijn koker.
Is dat de controlfreak in je?
‘Haha, nee, ik ben volgens mij geen controlfreak. Ik vind het juist heerlijk om te werken met mensen met talent voor een bepaald onderdeel. Ik ben een kunstacademiestudent van de oude stempel. Dat betekent dat het idee voorop staat en de vorm secundair is. Concept denken. Het idee is alles, de uitvoering is een ambacht, dat kan je jezelf eigen maken of er iemand voor inhuren. Nu vind ik het leuk om het zelf onder de knie te krijgen. Voordeel is dat je van alles kan en mag maken. Nadeel is dat je je nooit helemaal kunt verdiepen in alles. Maar ja, het maakt het leven wel vreselijk leuk.’
Chicklit voor mannen
Met Pluk van de Slettenflat schreef Silvester een chicklit voor mannen. Een grown-up roman over een hoofdpersonage dat weigert om volwassen te worden. Vijftig tinten grijs in full colour, maar zonder bondage en andere zinnenprikkelende hulpmiddelen. Gewoon rechttoe-rechtaan met een grote knipoog, want dat kun je wel aan Silvester overlaten.
‘Ik ben alles en niks. Ik ben schrijver en theatermaker, animator en illustrator en toch allemaal net niet helemaal en toch wel. Behalve cabaretier, dat ben ik wel echt!’