Sneak Preview: 'De zweetvoetenman', plus interview en giveaway
Voor haar jeugdroman Hoe ik per ongeluk een boek schreef won schrijfster Annet Huizing in 2015 een Zilveren Griffel. Volgens de Griffeljury 2016 deed ze het ‘alleronmogelijkste’ (namelijk fictie schrijven over fictie schrijven), maar ook voor haar nieuwe boek, geschikt voor iedereen van elf jaar en ouder, maakte ze het zichzelf niet gemakkelijk. Voor De zweetvoetenman ging Huizing op zoek naar de beste rechtszaken van Nederland, om zo een jeugdboek samen te stellen het recht toegankelijk maakt, voor de jeugd én voor volwassenen. Volgens een vroege recensie van Trouw is dat haar samen met illustrator Margot Westermann prima gelukt. Recensent Bas Maliepaard schrijft:
‘Legaliteitsbeginsel, jurisprudentie, lokaalvredebreuk: alleen al vanwege het ingewikkelde taalgebruik lijkt het recht geen voor de hand liggend onderwerp voor een kinderboek. Annet Huizing dacht daar gelukkig anders over. Ze schreef een fantastisch standaardwerk voor de jeugd (ook leerzaam voor volwassenen) over het recht in Nederland: actueel, helder, doorwrocht en vol smeuïge voorbeelden.’
Smeuïg is het zeker, als de makers antwoorden proberen te vinden op vragen als Kun je een boete krijgen voor zweetvoeten?, Mag je liegen tegen de rechter? en Mag je 'F*ck de koning' roepen? Hebban legde de auteur op haar beurt ook een paar vragen voor.
Wat was de aanleiding voor het maken van De zweetvoetenman?
‘Het recht is de basis van onze samenleving, maar jongeren én volwassenen weten over het algemeen weinig over het recht. Tegelijkertijd hebben ze vaak wel snel hun mening klaar over een vervolging of een rechtszaak, zonder dat ze de details kennen. Het gaat in De zweetvoetenman juist om de details, de haken en ogen, de dilemma’s. Het verhaal erachter. Dan wordt het pas echt interessant. We hopen dat de lezers zich door dit boek betrokken voelen bij de rechtsstaat, dat ze ontdekken dat het recht van iedereen is.’
Hoe verliep je onderzoek naar het recht en naar de zaken die je in het boek behandelt?
‘Ik heb een stapel boeken gelezen over het recht, veel krantenartikelen en nog veel meer vonnissen en arresten, juist omdat ik die details wilde laten zien. Om een rechtszaak in gewone woorden te kunnen beschrijven, moest ik er eerst helemaal induiken en alles snappen. Ik heb echt moeten leren hoe je een uitspraak van een rechter leest. Maar als je de taal van het recht eenmaal kent, is het ook wel weer leuk en spannend. Het was af en toe wel een worsteling om de verhalen bij elkaar te sprokkelen. In het hoofdstuk over privacy wilde ik bijvoorbeeld casussen laten zien in ‘oplopende sterkte’. Van privacy binnenshuis en op straat tot privacy voor winkeldieven en geweldplegers. Daardoor ontdek je als lezer wat de dilemma’s zijn. Het is een kick als het lukt om die rechtszaken te vinden.’
Hoe heb je de casussen geselecteerd? Wat waren je criteria?
‘Het belangrijkste criterium: gaat mijn hart er sneller van kloppen? Is het spannend, interessant, ontroerend of juist grappig? Het boek gaat niet specifiek over kinderrechten of jeugdrecht. Sommige onderwerpen zullen jongeren misschien extra aanspreken, zoals het hoofdstuk over Typhoon, over zeilmeisje Laura of over privacy op social media, maar ik wilde ook minder voor de hand liggende zaken bespreken, zoals auteursrecht en octrooirecht. Klinkt misschien saai, maar bij auteursrecht gaat het bijvoorbeeld over de vraag of Jeroen van der Boom het liedje van Claudia de Breij heeft gestolen. Strafrechtzaken spreken natuurlijk erg aan, maar ook civiel recht is interessant, zoals het hoofdstuk over aansprakelijkheid bij schade.’
Je wilde dit boek volgens je eigen website ‘niet te braaf’ en ‘niet te belerend’ maken. Hoe heb je dat bereikt?
Dat het niet te braaf is, komt vooral door prikkelende vragen als Wanneer mag je iemand een knal verkopen? Mag je je gestolen fiets terugstelen? Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt? En: Kreeg Geert Wilders wel een eerlijk proces? Ook staan er stevige onderwerpen in, zoals de verdediging van kindermisbruiker Robert M. En het hoofdstuk over vrijheid van meningsuiting staat boordevol scheldwoorden, haha. Het belerende heb ik vermeden door niet te vertellen hoe het recht werkt, maar door het te laten zien. Show, don’t tell, dus. Zonder oordeel. De lezer mag zelf conclusies trekken. Het is uitdrukkelijk geen lesboek of leerboek, maar een boek vol prikkelende verhalen. Het moest niet te uitleggerig worden. Vandaar dat we gekozen hebben voor infographics en uitklappagina’s. En soms kun je makkelijker iets in een schema uitleggen dan in lopende tekst. Ook de illustraties van Margot zorgen ervoor dat het boek niet braaf oogt. Het recht is stevige kost, de cartoonachtige illustraties geven het lucht.’
Hoe heb je emotionele zaken (zoals die van Robert M. en Lucia de B.) in kunnen passen naast ‘vreemde’ zaken zoals die van de zweetvoetenman?
‘Elk onderwerp heeft in het boek zijn eigen sfeer, in taal maar vooral ook in beeld. Het verhaal over Lucia de B. is bijvoorbeeld vrij sober vormgegeven. Ook de tekst is serieus, een grappige toon is niet op zijn plaats. Datzelfde geldt voor het hoofdstuk over de verdediging van Robert M. Het recht gaat over alles, dus over grote, dramatische en serieuze zaken, en over schijnbaar triviale en soms bizarre dingen. We laten dat allemaal zien, want dat maakt het recht nou juist zo interessant. Als het leven zelf, zeg maar.’
Welke rechtszaken hebben je tijdens het schrijfproces het meest verrast?
‘Eerlijk gezegd bijna alle. Hoe dieper je in een zaak duikt, hoe spannender het wordt. Dat was op zich al een ontdekking. Als je bijvoorbeeld alle vonnissen leest over zeilmeisje Laura, dan kun je bijna niet anders dan concluderen dat de rechter zorgvuldig te werk is gegaan. Of het verhaal over Typhoon, die gecontroleerd werd door de politie vanwege zijn dure auto en zijn bruine huidskleur. Dat riep veel reacties op in de media, waarbij mensen al snel tegenover elkaar stonden. De een zei: ‘Dit is discriminatie.’ De ander zei: ‘Typhoon moet niet zeuren.’ Maar als je je er echt in verdiept, realiseer je je dat het helemaal geen zin heeft om je meteen te verschansen achter een mening. Daardoor los je het probleem niet op en dood je elk gesprek. Ook heel verrassend – en dan vooral verrassend grappig – vond ik het Azewijnse paard-arrest uit 1915. Een komisch verhaal dat in geen enkel hoofdstuk paste en dat ik daarom als toegift in het boek heb gezet. Ik heb veel ‘darlings gekilld’, maar het paard uit Azewijn móést erin. Zeker toen ik het paard zag dat Margot getekend had.’
Benieuwd geworden naar De Zweetvoetenman? Het boek ligt vanaf 19 september in de boekhandel. Op Hebban lees je een voorpublicatie én maak je kans op een exemplaar!
Meer voorpublicaties lezen? Je vindt ze allemaal hier terug.