Spaanse schrijver Rafael Chirbes overleden

Rafael Chirbes (1949, Tabernes de Valldigna) studeerde Moderne Geschiedenis in Madrid. Hij heeft in Marokko gewoond, in Parijs, en in steden als Barcelona, La Coruña en Extremadura, voordat hij rond de eeuwwisseling terugkeerde naar Valencia. Hier werkte hij onder meer als journalist en culinair recensent.

Voor zijn oeuvre heeft hij in de loop der jaren alle denkbare prijzen gewonnen, waaronder de Spanish Booker Prize (Premio Nacional de la Crítica) in 2007 én 2014. In heel Europa en de Verenigde Staten oogstte hij lof voor zijn romans, waarin hij als geen ander de recente geschiedenis van Spanje weet te ontrafelen. De naoorlogse jaren, de overgang naar de democratie en de recente bouwkoorts die de kust van zijn geboortestreek Valencia heeft verminkt werden door hem op indrukwekkende wijze beschreven, ontleed en op maat genomen. De laatste jaren woonde hij in het kleine dorpje Beniarbeig, in de streek van Alicante.

Chirbes' dood komt als een grote verrassing. In de afgelopen maanden reisde hij nog naar Portugal en diverse Spaanse steden om hun boeken te promoten.

Zijn laatste in Nederlandse vertaling verschenen roman is Aan de oever (een uitgave van Meridiaan). Het boek, die door El Pais 'de beste Spaanse roman over de crisis' wordt genoemd, gaat over ene Esteban, die zich als jonge man een ander leven had voorgesteld, maar uiteindelijk toch in de meubelmakerij van zijn vader is blijven hangen. Een klein familiebedrijf, zoals er vele zijn. Te laat investeert Esteban het verdiende geld in een bouwonderneming om zo een beetje te profiteren van de immense onroerendgoedhausse die al jaren aan de gang is. Maar de onderneming gaat failliet en daarmee ook de meubelmakerij. Het personeel komt op straat te staan. De verpleegster kan hij niet meer betalen, dus hij verzorgt zijn stokoude, dementerende vader zelf. Hoewel Esteban nog een vitale man is, is hij ook realist: hij is zeventig en heeft alles verloren wat in decennia was opgebouwd. Wat voor toekomst heeft hij nog?