Succesvol debuteren
Om maar met de deur in huis te vallen: voor iedereen die in de luwte gedebuteerd is, is er nog hoop. Volgens onderzoek zit er bij de meeste schrijvers maar weinig tijd tussen hun debuut en hun meesterwerk. In 2013 verscheen op de website Brainpickings de uitslag van een onderzoek waarbij bekeken werd hoeveel tijd er verstreek tussen de publicatie van het debuut van wereldberoemde schrijvers en hun eerste meesterwerk. In het onderzoek werden overigens alleen Nobelprijswinnaars en schrijvers van de honderd beste boeken aller tijden betrokken. Het duurde bij meer dan de helft van deze schrijvers minder dan vijf jaar na hun eerste boek voor ze hun meesterwerk schreven, zoals bijvoorbeeld het geval was bij Joseph Conrad, Salman Rushdie en Jack Kerouac. Maar bij ruim één op de vijf schrijvers was hun debuutroman direct al een enorm succes, zoals bijvoorbeeld die van Salinger, Hemingway en James Joyce.
Hoewel we misschien niet altijd van meesterwerken kunnen spreken, zijn er in Nederland en Vlaanderen ook voldoende voorbeelden te vinden van auteurs die zeer succesvol debuteerden. Als we teruggaan in de tijd, komen we daar onder andere Ik Jan Cremer uit 1963 tegen. De schrijver liet destijds maar vast op het omslag zetten dat het ging om ‘’n onverbiddelijke bestseller’. Een regelrechte rel ontstond meer dan vijftig jaar geleden, vooral door de provocatieve inhoud van het boek, maar uiteindelijk werd de roman van Jan Cremer ook daardoor een verkoopsucces.
Ook Connie Palmen wist met haar eerste roman De wetten meteen haar naam te vestigen als schrijfster. Vijfentwintig jaar geleden verscheen haar droomdebuut: het kreeg lovende recensies met als gevolg hoge verkoopcijfers. Op de vraag of het boek ook nu nog recht heeft op het predicaat verdiende bestseller geeft Koen Schouwenburg in zijn essay op Tzum een ondubbelzinnig antwoord: ja. ‘Een bestseller is verdacht, zorgt voor argwaan bij de literaire kritiek. Bij De wetten is hier geen enkele reden toe, deze roman is ontstaan uit het idee van de noodzaak, niet het vertellen om het vertellen, het schrijven om schrijfster te zijn, typen om jezelf in druk te zien.’
Onbekend maakt onbemind?
Een kwart eeuw later zijn bestsellers nog steeds enigszins verdacht. Misschien nog wel meer dan in het verleden. Bekende namen leveren immers al gauw goedverkopende boeken op. Zonder een oordeel te vellen over de kwaliteit van het werk kun je hierbij denken aan de debuutromans Lieveling van Kim van Kooten en Onderweg met Roadie van Thomas Acda. Beide boeken schoten de Bestseller 60 in, dat van Van Kooten kwam zelfs binnen op nummer 1. Twintig weken stond het in de lijst, dat van Acda was er vijf weken te vinden.
Maar er bestaan wel degelijk boeken die het ondanks weinig publiciteit of het ontbreken van een klinkende naam toch tot bestseller weten te schoppen. En zelfs terwijl de literaire kritiek heel anders over de kwaliteiten van de roman kan denken dan het publiek weet deze laatste door mond-tot-mond-reclame toch een succes te maken van een verhaal, zoals het geval was bij de debuutroman van Kluun, Komt een vrouw bij de dokter. In een interview zegt de schrijver: ‘Een debuutroman kent zelden een vliegende start, behalve als het een boek is dat door de critici meteen de hemel wordt ingeprezen, zoals destijds De Wetten van Connie Palmen. Bij mijn boek was dat niet het geval. Sterker nog: het werd afgemaakt in Het Parool. Andere kwaliteitskranten recenseerden het in eerste instantie niet eens.’ Door de inzet van een fanclub kwam het balletje uiteindelijk toch aan het rollen.
Ook als selfpubber kun je een goedverkopend eerste roman schrijven, zo bewezen Michael Pilarczyk (Dansen in de hemel) en Paulien Cornelisse (De verwarde cavia), hoewel ook bij deze auteurs de al bekende naam voor een deel bijgedragen zal hebben aan het succes. Cornelissen publiceerde al twee non-fictiebestsellers over taal, Pilarczyk was bekend als radio- en televisiepresentator.
Voor onbekende namen is het in de huidige uitgeefwereld lastiger om door te breken, en toch zijn er vrij veel debuten te noemen die de afgelopen jaren in de bestsellerlijsten opdoken. Voorbeelden zijn Bonita Avenue van Peter Buwalda, Dorsvloer vol confetti van Franca Treur, Eus van Özcan Akyol, Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje en Muidhond van Inge Schilperoord. Een nog recenter voorbeeld is het lovend ontvangen Het smelt van Lize Spit, dat in Vlaanderen al vier maanden lang de eerste plek op de bestsellerlijst bezet.
Wat het geheim is achter deze successen? Duidelijk is dat bovengenoemde auteurs een schrijfachtergrond hebben. Zo was Buwalda al werkzaam als journalist en als redacteur bij verschillende uitgeverijen. Ook Akyol en Vuisje waren actief in de journalistiek, Treur en Schilperoord publiceerden artikelen in landelijke media en Spit wist haar poëzie en kortverhalen te slijten aan literaire bladen.
Geduld en hard werken
Toch kan het even duren voor een debuut de bestsellerlijsten haalt. Zo was Bonita Avenue vlak na publicatie in 2010 wel kort in de lijst te vinden, maar pas een jaar later veranderde het in een megabestseller. ‘Als je onbekend bent, dan is het ontzettend moeilijk om bekend te raken. Op dit moment doet het boek het werk voor me, want dat komt steeds in het nieuws, of door een nominatie of door een boekenscheurder die mijn boek aan flarden scheurde in de winkel,’ merkte Buwalda in 2012 op. ‘In ieder geval bleef het in de aandacht: van de Libris naar de Gouden Strop, de Tzum-prijs enzovoort. Op een gegeven moment gaat de mond-tot-mond-reclame werken en dan kan het verkeren dat een boek pas na een jaar onder de aandacht raakt.’
Daarnaast is het schrijven van een goed debuut simpelweg heel hard werken, bekende Buwalda een jaar na verschijnen van zijn boek in een interview met Vrij Nederland. Schrijven naast andere werkzaamheden, net een maximum van vier uur slaap per nacht. Op de vraag of hij daar nog eens toe in staat is, antwoordde hij: ‘Soms ben ik bang van niet. Succes maakt lui, dat merk ik nu al. Maar ik ben niet bang dat iemand opeens zo’n boek schrijft. Je kunt zo’n boek niet per ongeluk schrijven. Of even tussendoor. Zonder verbetenheid gaat het niet.’ Er wordt nog gewacht op Buwalda’s tweede roman.
Ook Vuisje moest twee jaar met zijn boek leuren voor een uitgever het na bemiddeling van een literair agent kocht. Voor Akyol was er sneller een contract. De auteur gebruikte zijn verleden en ervaringen als trigger voor het schrijven, vertelt hij in een interview. ‘De literatuur was, hoe pathetisch het ook mag klinken, mijn enige redding. Ik zat vast in de bajes van Scheveningen. Ik kreeg alle beperkingen, wat inhoudt dat je geen televisie, radio of internet mag. Zelfs contact met medegedetineerden was uitgesloten. Het enige wat ik mocht was drie boeken per dag lenen in de bibliotheek daar. Zonder al die romans in de bajesbieb was ik doorgedraaid, of anders liep ik nu op straat, met een paar gram coke in m’n zak die ik aan de man moest brengen. […] Toen justitie me losliet, behield ik de passie voor boeken. Ik schreef me in voor de studies Journalistiek en Nederlands. Ik begon te bloggen. Een agent scoutte mij. Binnen een week had ik twee contracten.’ Inmiddels is ook zijn tweede boek Turis verschenen en is de auteur definitief doorgebroken.
Succesvol debuteren is dus niet onmogelijk. Een goed verhaal, hard werken, geduld en de noodzaak te willen, te móeten schrijven lijken de ingredienten voor een succesverhaal. Een lovende literaire kritiek, of een favoriet van het publiek (of beiden) vormen de ondersteunende factoren. Lukt het niet? Geen nood, gewoon nog zo'n vijf jaar wachten op de inspiratie voor jouw meesterwerk!
Listmania: Succesvolle Nederlandstalige debuten