Interview /
Hebban olla vogala: kinderen iets aanreiken
‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?
Alle vogels zijn bezig een nestje te bouwen , behalve jij en ik, waar wachten we nog op?’
Het is als liedje opgenomen in De liedjesalmanak. Lente & zomer, een bundel met 24 seizoensliedjes van de hand van Koos Meinderts en Annette Fienieg.
Koos: ‘Alle vogels’ is het favoriete liedje van veel kinderen. Ouders vertellen dat kun kinderen juist dat liedje willen horen. Dat is toch geweldig, dat kinderen het oudste bekende Nederlandse zinnetje meezingen, in het Oudnederlands nog wel!'
Annette: ‘Het is trouwens ook een van mijn favorieten, Thijs Borsten heeft er mooie muziek bij gemaakt.’
Koos Meinderts en Annette Fienieg maken samen boeken voor kinderen van alle leeftijden. Zelf vergelijken ze hun manier van werken met ‘pingpongen’: hun boeken ontstaan door een creatieve wisselwerking. Koos maakt de teksten, Annette illustreert.
Hoe kwamen jullie op het idee om die eerste Nederlandse zin voor een liedje te gebruiken?
Koos: "Het boek volgt de seizoenen en dat zinnetje kende ik van lang geleden, ik heb er ooit eens een werkstukje over gemaakt toen ik op de, wat nu heet, Pabo zat. Het past helemaal bij het voorjaar. Er zijn allerlei theorieën over de betekenis ervan. Het was waarschijnlijk bedoeld voor monniken die aan het kopiëren waren om hun pen uit te proberen. Voor hen was een nestje bouwen niet weggelegd, want zij zaten in het klooster. Een minnezang is ook een van de verklaringen, maar niemand weet het natuurlijk en dat is ook het leuke eraan. We hebben even getwijfeld of we het wel of niet moesten doen, want het is eigenlijk maar één zinnetje. Maar met de oud-Nederlandse tekst erbij krijgt het iets mystieks."
Waarom dachten jullie dat het jonge kinderen zou aanspreken?
Koos: "Het is leuk als ze denken ‘wat is dat eigenlijk’, dat ze dat een keer vragen aan de juf of thuis. Het paste bij de opzet, ik wilde een cd maken bij een boek met liedjes, een combinatie van bestaande liedjes die al heel oud zijn, die onze moeders en vaders nog hebben gezongen, en nieuwe liedjes. Het is leuk om de traditie voort te zetten, om die liedjes door te geven, maar het is ook leuk om er weer wat nieuws bij te betrekken."
Vinden jullie liedjes belangrijk voor jonge kinderen?
Annette: "Liedjes zijn onontkoombaar voor jonge kinderen! Thijs, onze inmiddels volwassen zoon, liep op onze wandelvakanties in Schotland altijd de hele weg liedjes te verzinnen met een groot varenblad als zijn gitaar. We hebben zijn ‘Loflied op de walvis’ nog opgeschreven."
Koos: "Als kinderen spelen, hoor je ook dat ze aan het spelen zijn. Ze zingen wat ze aan het doen zijn, het is zo natuurlijk voor ze, dat leer je af, volwassenen doen dat niet meer spontaan. Kinderen zingen altijd, gewoon van die onzin zinnen of herhalingen. Ook als kinderen met elkaar aan het spelen zijn merk je dat. Met z’n allen lekker zingen, dat is heerlijk."
Annette: "Dat gebeurt niet meer zo vaak, ook niet op scholen, dat is zo jammer. Koos heeft de Willlem Wilminkprijs geïnitieerd voor het beste kinderlied. Dat geeft aan hoe belangrijk hij liedjes voor kinderen vindt."
Jullie hebben samen al veel boeken gemaakt. Hoe gaat dat in zijn werk, eerst de tekst en dan de tekeningen of andersom, of is dat per boek weer anders?
Annette: "Meestal is er eerst de tekst, maar die ontstaat al omdat we er samen over praten. Dat heb je als je de hele dag bij elkaar bent. Als ik met Koos samen een boek maak dan weet ik vanaf het eerste woord de ontstaansgeschiedenis. Ik krijg niet echt een verhaal ingeleverd dat af is, ik ben er al eerder bij. We hebben ook een keer de rollen omgedraaid. Toen had ik gewoon zin om tekeningen te maken waar niemand om gevraagd had. Bij die stapel tekeningen heeft Koos gedichten gemaakt, daar is de bundel Het regent zonlicht uit ontstaan."
Betekende dat een hele andere manier van werken voor jou, Koos?
Koos: "Ik had wat houvast natuurlijk. Ik vroeg ook wel eens aan Annette wat ze met een tekening bedoelde. En soms bedoelde ze er niets mee, kunst gaat over kunst en heeft niet per se altijd een inhoudelijke betekenis. Ik moest er dan wel een verhaaltje of een gedichtje bij verzinnen. Eigenlijk was nu mijn gedichtje een illustratie bij de tekening. Het had net zo goed een ander gedicht kunnen worden; had je de illustraties, die op zichzelf stonden aan een andere schrijver gegeven, dan had je heel ander gedichten gekregen. Soms vroeg ik ook waarom ze iets bepaalds had getekend, maar het beeld gaf me steeds wel houvast, dat vond ik wel heerlijk!" (wat Annette beaamt).
Was het ook een andere manier van werken voor jou, Annette?
Annette: "Ja en nee. Ik ben opgeleid als vrij kunstenaar, dus ik maak ook dingen die bij mij opkomen. Het maken van tekeningen die later in een boek worden gebruikt, is daar maar een klein stapje van verwijderd. We zitten ook te broeden op het maken van een boek met verhalen naar aanleiding van tekeningen"
Zijn jullie alleen voor wat betreft dit boek op deze manier te werk gegaan?
Koos: "Ja, maar bij prentenboeken is het toch altijd een beetje pingpongen. We zijn nu een ‘Gouden Boekje’ aan het maken voor het Catharijeconvent over de Napolitaanse kerststal. Daarvoor kreeg Annette het idee, ik ben het gaan schrijven, Annette heeft het becommentarieerd en is het gaan tekenen en nu ga ik weer de tekst bekijken of de tekeningen geen verdubbeling van de tekst zijn. Dat is een heel prettige manier van werken: je wordt s’ morgens wakker en je kunt meteen beginnen over je ideeën die je bezighouden. Het is niet iets van acht tot vijf"."
Blijft de tekening zoals hij is nadat er een gedicht bij is gemaakt of wordt er daarna weer iets aan veranderd?
Koos: "Nee, Annette heeft alleen later bij de gedichten de beginletters gemaakt als een soort commentaar op de illustraties. In die letters komt bijvoorbeeld een motief uit de illustratie terug of de kleuren."
Welk boek dat jullie samen maakten is het meest speciaal voor jullie?
Beiden: "Het regent zonlicht en De vuurtoren.’
Koos: "Het was net of De Vuurtoren er al was, ik moest het alleen nog opschrijven."
Annette: "Ik heb er trouwens nog een: Kuik en Vark. Ik vind die verhalen echt weergaloos, en ik heb er ook met heel veel plezier aan getekend."
Koos: "Ook de prachtige cd bij Het regent zonlicht maakt dit boek speciaal. Het is het tweede project dat we met Thijs Borsten hebben gedaan. Hij was het ook die een boek wilde maken met seizoensliedjes, wat De Liedjesalmanak werd. Kinderen hebben recht op goede muziek. Muzikanten hebben het ingespeeld in een studio. Vaak heeft een cd met kinderliedjes alleen maar zo’n beat. Dat is even leuk, maar kinderen hebben ook recht op mooie muziek, net als op mooie illustraties en mooie teksten.’
Annette: "Het is ook wel leuk als je ze een beetje ‘uitrekt.’ Koos : ‘Zoals met ‘Hebban olla vogala’. Dat vind ik erg leuk. Want er wordt toch vaak gedacht: wat vinden ze leuk en daar wordt dan alles op afgestemd. Maar je kunt kinderen ook iets aanreiken."
Hebben jullie nog meer plannen voor wat liedjes betreft?
Koos: "We gaan nu een liedjesatlas maken, aan de hand van de continenten. We zijn nu al onze connecties in het buitenland aan het aanschrijven om een liedje in te leveren. We hebben al een flink aantal liedjes verzameld, waaruit we een selectie maken. Het verzamelen is eigenlijk het leukst, alleen Europa levert eigenlijk al genoeg op. We hebben een leuk Russisch liedje gevonden, een Roemeens liedje en een Spaans. Er komt ook weer een cd bij, die we met Thijs Borsten gaan maken. We hebben al een heel mooi Schots slaapliedje over een vrouw die bramen gaat plukken en haar kind even in het gras legt. Als ze terugkomt is haar kind verdwenen en ze kan het niet meer vinden. Er zijn twee eindes, een dat goed afloopt, ze vindt haar kind terug, en een met slechte afloop, het kind is echt nergens te vinden… Er bestaan verschillende versies van dit liedje. De erge versie is de oudste. Net zoals bij sprookjes, moest het waarschijnlijk iets verwekelijkt worden, anders konden de kinderen niet slapen. Maar ik vind het ook wel leuk dat het open blijft: was het wel mijn kindje dat ik terug vond? Dat is dan weer gebaseerd op het kleine volkje, de trollen, die wel eens baby’s verwisselen, een baby met een slecht karakter die sprekend lijkt op de baby die eerst in de wieg lag. Dus dan denk je dat het goed afloopt en dan krijg je nog even een klets. Gemeen, hè?."