Column /
The making of Gevangen in Nepal # 3: Hoe houd ik de spanning erin?
Show, don't tell
Hoe maak ik mijn boek zo spannend of interessant dat de lezer geboeid blijft tot en met de laatste pagina? Dat is knap lastig. Gelukkig heb ik altijd veel literaire thrillers en misdaadromans gelezen, allereerst voor mijn eigen plezier en ontspanning, maar later ook om de kunst van het schrijven een beetje af te kijken. Mijn voorliefde voor dit genre begon in de jaren zeventig met de geëngageerde misdaadromans – het moet natuurlijk wel ergens over gaan - van het Zweedse schrijversechtpaar Sjöwall & Wahlöö. Honderden misdaadboeken en thrillers later ontdekte ik opnieuw een Zweedse parel: Henning Mankell. Zijn thrillerromans met de politie-inspecteur Kurt Wallander in de hoofdrol hielden mij vanaf de eerste pagina in de greep. Waar zit hem dat toch in? En trouwens, waarom zijn juist die Scandinaviërs zo succesvol in het misdaadgenre? Bij Mankell heeft dat in ieder geval – ook – te maken met Wallander, die naast het oplossen van misdaden een persoonlijke ontwikkeling doormaakt. Een uiterst sterke combinatie. Bij andere thrillerauteurs, zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse schrijfster Karin Slaughter, spreekt de beeldende schrijfstijl mij aan. Ik geniet enorm van haar gedetailleerde beschrijvingen van de meest uiteenlopende en vaak bizarre situaties. Je wordt als het ware meegesleept van scène naar scène en het voelt alsof je erbij bent. En juist dat laatste vind ik ook belangrijk voor goede literaire non-fictie. Vertel zo min mogelijk en laat zo veel mogelijk zien: Show, don’t tell.
Ervaren, ruiken, beleven
Ik bekeek via Google Earth hoe de gevangenis van Kaski eruitziet en beschreef een busreis aan de hand van YouTube-filmpjes en beschrijvingen van toeristen die eenzelfde busrit hadden gemaakt.
Voor Gevangen in Nepal heb ik gebruikgemaakt van een groot aantal scènes. Daarvoor heb ik Edward gedetailleerd uitgevraagd over tal van onderwerpen: van de ontmoeting en gesprekken met Pravash, zijn overleden vriend, tot en met de manier waarop hij zich dagelijks in de gevangenis staande probeerde te houden. Telkens beeldde ik me in hoe zijn leven er op dat moment uitzag. Ik liet Edward dingen doen, zien, ervaren, ruiken, beleven én denken. Aanvullende informatie haalde ik uit foto’s, beschrijvingen en filmpjes van internet. Ik bekeek via Google Earth hoe de gevangenis van Kaski eruitziet en beschreef een busreis aan de hand van YouTube-filmpjes en beschrijvingen van toeristen die eenzelfde busrit hadden gemaakt. Ik bezocht websites van hotels en restaurants waar Edward was geweest en zocht naar foto’s van mensen die hij had ontmoet. Internet is een zegen voor schrijvers, alles is er te vinden.
Maar vele scènes maken nog geen boek. Er moet een spanningsboog zijn. Stukje bij beetje moet de lezer meer te weten komen over de hoofdpersoon of -personen en wat zij beleven, en nieuwsgierig blijven naar het vervolg. Omdat Gevangen in Nepal in tegenstelling tot een thriller of misdaadroman een waargebeurd verhaal is, weet de lezer van tevoren al hoe het afloopt: Edward komt vrij. Ik moest Edwards belevenissen daarom zo opschrijven dat de lezer nieuwsgierig zou worden hoe hij dat voor elkaar zou krijgen.
De perfectionist in mij
Mijn eerste keuze om vanuit Edward zelf te schrijven – de belevende ik - was snel gemaakt. Op die manier kon ik zijn ontwikkeling – het zogenaamde conflict in het verhaal – laten zien. De tweede keuze die ik moest maken – de plot van het verhaal – was een stuk lastiger uit te voeren. Ik had twee waardevolle bronnen: de verhalen van Edward en de dagboeken van Ineke, zijn moeder, die zes maanden met haar man in Nepal verbleef om hun zoon bij te staan. Nog voor ik een blik in de dagboeken geworpen had, had ik al besloten dat ik die alleen zou gebruiken als aanvulling op Edwards story. Omdat Ineke eerst zelf nog een keer door haar dagboeken wilde gaan, had ik Edwards verhalen een jaar eerder dan de dagboeken. Er zat aanvankelijk geen enkele samenhang in zijn verhalen, overigens mede door mijzelf veroorzaakt. Pas toen ik de dagboeken gelezen had kon ik ook de chronologie van het boek vastleggen. Ik maakte een uitgebreid tijdschema en legde alle gebeurtenissen tot in de kleinste details vast. Ik voerde gesprekken met de ouders van Edward om een gevoel bij de dagboeken te krijgen en te snappen wat zij hadden moeten doorstaan. Pas daarna ging ik puzzelen. Dat ging beslist niet van een leien dakje. De perfectionist in mij ging aan de slag met data en tijdstippen. Edward moest weer opdraven om aanvullingen te geven. Alle details moesten kloppen. Ik ben niet snel tevreden. Door op deze manier aan de slag te gaan bouwde ik stukje bij beetje aan het verhaal waarvan ik soms zelf benieuwd was hoe het zou aflopen. Ik hoop dat de lezer er ook zo over denkt.
Volgende week in The making of Gevangen in Nepal #4: Hoe zorg ik dat mijn boek besproken wordt?
Lees ook:
The making of Gevangen in Nepal #1: Hoe kom ik aan een onderwerp?
The making of Gevangen in Nepal #2: Wie vertelt het verhaal?