Column /
Theo Capel: Spraakmakende misdaadboeken
De website voor actieve en enthousiaste lezers www.hebban.nl nodigt ons uit tot een canon van het Nederlandstalige (dat includeert dus ook de Vlamingen) misdaadboek te komen. Als werkwijze ging men eerst om advies langs bij een groep recensenten van het genre die een groslijst van 80 boeken opstelde. Dat staat er tenminste, maar als je telt, kom je op 83.
De titels moesten minstens 5 jaar oud zijn, vermoedelijk vanuit de gedachte dat hedendaagse titels eerst nog maar eens moeten bezinken, ongeacht of ze een verpletterende indruk maakten. De overdaad aan schrijfsters van dit moment moet voorlopig zo nog wachten op een ereplaats, hoewel de voorlopers alvast zijn genoemd - en mogelijk zelfs al te veel - en dat je misschien moet zeggen dat de rest toch maar epigonen zijn.
Het lezerspubliek krijgt nu de kans de definitieve lijst samen te stellen. Die moet bestaan uit 50 titels, wat eigenlijk wel ietsjepietsje veel van het goede is. Daarbij kun je stemmen op titels uit de lijst, maar ook zelf titels nomineren. Hoe dan de uiteindelijke lijst wordt samengeteld, is niet duidelijk. Ik neem aan dat het een meeste stemmen gelden wordt. Dat zal vermoedelijk betekenen dat nieuwe nominaties geen enkele kans maken.
De 80 titels zijn afkomstig van 40 auteurs en dat is eigenaardig. Je zou zeggen dat je met een bepalend historisch overzicht óf de auteur eert, óf een meeslepend boek. Dat zou je taak moeten zijn als deskundige die een groslijst maakt. Nu is er gekozen voor auteurs waarvan dus een aantal met diverse titels wordt genoemd. Had dan ook aan de deskundigen overgelaten om de spraakmakende titel van hen vast te stellen, zou mijn advies zijn geweest.
Bij een canon verwacht je een historisch beeld. Dan stuit je op vreemde zaak nummer 2. Het genre is ongeveer een eeuw oud, maar de groslijst beperkt zich bijna geheel tot de jaren 80 en verder. Nu is het wel zo dat misdaadboeken niet veel meer dan gebruiksliteratuur zijn en zo nauwelijks sporen in de geschiedenis achterlaten, maar toch had de aanpak iets serieuzer kunnen zijn. 'Moorden met woorden', een overzicht van honderd jaar Nederlandstalige misdaadliteratuur dat in 2000 verscheen, ligt onder handbereik. Dan zou vermoedelijk ook een politieroman van W.H. van Eemlandt terecht zijn opgenomen.
Vreemde zaak nummer 3 is de slordigheid om én Robert van Gulik, én Janwillem van de Wetering te negeren. Vooral het laatste is een idiote zaak. Zowel qua populariteit als qua vernieuwing van de politieroman verdient van de Wetering een plaats. Helemaal als je Baantjer als vertegenwoordiger van de klassieke politieroman wel mee laat doen.
Overigens staat Baantjer met één boek op de lijst, waarschijnlijk omdat als je er een hebt gelezen, je de andere in wezen ook kent. Maar geldt dat minder voor Tomas Ross en René Appel die respectievelijk met 6 en met 4 titels op de lijst staan?
En dan tot slot vreemde zaak tot nummer 4. Wat doet in vredesnaam A. F. Th. van der Heijden op deze lijst. Dat Tim Krabbé erop staat, ondanks zijn tegenspartelingen dat hij geen misdaadboeken schrijft maar literator is, is helder, maar erkende literatoren moet je niet proberen bij genrelectuur te voegen. Daarmee doe je beide kanten niet echt een plezier.
Misschien was wel de beste aanpak geweest om eerst het publiek te vragen welk spannende boek van een Nederlandse dan wel Vlaamse schrijver ze het meest waardeerden. En pas daarna deskundigen de mogelijkheid geven de ontstane lijst aan te passen om hobbyisme en slechte smaak te kunnen wegpoetsen. Nu moeten we met ons allen bijna het omgekeerde doen.
Theo Capel, februari 2015
(met toestemming van de auteur integraal overgenomen van Linkedin)