This is how we read: Competitie
Kan ik mijn dochter van zeven aansporen om met een jeugdpoëziewedstrijd mee te doen? Of ben ik dan een pushy moeder: zo’n eng mens, dat onnodige druk legt op onschuldige schouders?
Had je mij die vraag tien jaar geleden gesteld – ik had eens goed gelachen. “Iemand opdragen om een gedichtje te schrijven? Wat kan je daar nu mee mis doen?” Tegenwoordig, echter, begrijp ik het dilemma. Dat krijg je ervan, als je maar voldoende ouderschapsboeken leest. Opeens ontwaar je overal netelige psychologische kwesties, waar je voorheen blind liep te neuriën van ‘Blue skies ahead…’
Werkelijk geen enkel recent boek over opvoeding raadt aan om een maxi-pack prestatiedrang in de rugzak van je kind te proppen. Schijnt nefast voor de latere levensvreugde. Zelfs een bescheiden portie frisse competitiegeest geldt in sommige kringen als omstreden bagage. De redenering? Prestatiedruk is slecht voor jonge schouders. Als je niet oplet, kweek je perfectionisme, faalangst en een neiging tot onderpresteren.
Wablieft? Een neiging tot onderpresteren? Dat is natuurlijk het laatste dat ik in mijn dochter wil stimuleren. Duh! Ik wil dat ze haar talenten ontwikkelt. Dat ze haar creativiteit leert uiten en haar taalvermogen aanscherpt. Waar kwam het hele idee van die jeugdpoëziewedstrijd anders vandaan?
(Oh ja, nu herinner ik het me. Dat kwam uit die andere droom. Ik wil namelijk ook dat mijn dochter in een witte jurk naar voren wordt geroepen en een lauwerenkrans op haar hoofd krijgt gedrukt. Ik wil dat ze iedereen met verstomming slaat met haar fantastische verzen, en dan haar ouwe moertje bedankt, zonder wie ze er niet geweest was. In wezen bén ik een eng mens, maar dit terzijde.)
De vraag was dus of het een goed idee zou zijn om Astrid te laten meedoen aan een gedichtenwedstrijd. To compete or not to compete? Het werd het eerste. Op een druilerige woensdagnamiddag in maart las ik haar enkele prentenboeken van Julia Donaldson voor om in de stemming te komen. Ik beloofde iets lekker als ze zelf zo’n ‘verhaaltje op rijm’ zou maken. Waarna Astrid drie gedichten uit haar pen knalde en ik de inzending online in orde maakte. Tot dat moment was ik er vrij zeker van dat we geen onherstelbare schade aan haar schouders hadden aangericht.
Een strofe uit 'Mijn smerig klein zusje'
Ik heb een lief klein zusje
Ze is echt een schat
Soms kan ze ook heel vies zijn
En dan moet ze in bad
Op de prijsuitreiking werd het spannend. We wisten op voorhand dat Astrid genomineerd was in haar leeftijdscategorie, maar niet of ze effectief een prijs zou winnen. En er bleken maar liefst negen hoopvolle kindergezichtjes, allemaal in de running voor hun eerste literaire prijs. Ik ken mijn kind, dus ik zag dat ze stress voelde toen de juryvertegenwoordigster de micro nam om de winnende namen af te roepen. Even sloeg de twijfel toe.
Had ik mijn dochter dit vroege opstootje van cortisol in haar arme kinderlijf moeten besparen? Bijlange niet, zo bleek al gauw. De juryvertegenwoordigster was immers een supersympathiek mens. Ze feliciteerde alle genomineerden uitbundig – zo tof! En nog toffer: ze gaf mijn kind de derde prijs. Waarna ze ook nog een praatje maakte met alle winnaars. Supersympathiek, ik zei het al.
Aan een collega-winnaartje van Astrid vroeg ze: “Hoe kwam je eigenlijk op die mooie vergelijking? Dat met die regenboog en dat zonlicht en zo? Dat was toch wel straf gevonden…”
Het antwoord van het joch stuurde een schokje door de zaal: “Oh, dat had mijn mama eigenlijk bedacht. En toen zei ze dat ik het moest opschrijven.”
Moet ik nog zeggen dat we fluitend naar huis reden? Mijn dochter is een bekroonde dichteres. En ik ben alvast niet de meest pushy parent op deze planeet.
PS: Astrids gedicht
PPS: Zelf een competitiebeest? Doe mee met de Columnwedstrijd 2017 van This Is How We Read!
Barbara De Munnynck
Barbara De Munnynck en Kurt Van Gasse leerden elkaar kennen op een cursus columns schrijven. Barbara was de docente, Kurt de ijverigste leerling van de klas. Samen vormen ze de halve redactie van This Is How We Read, de populaire literatuur en lifestyle blog voor ondernemende lezers. In hun columnreeks op Hebban schrijven ze over alles wat van ver of dichtbij te maken heeft met boeken, schrijven, lezen en leven. Waarom de redactie vlot akkoord ging met zoveel vrijheid is Barbara en Kurt ook niet helemaal duidelijk. Misschien moest er een Belgenquotum gehaald worden? C'est bien possible.