Wat is het belangrijkste in een thriller? Juist! De plot en de daarbij behorende wendingen, natuurlijk. Zij laten de lezer raden, beven, verafschuwen en puzzelen. Hebban vroeg 10 Nederlandse thrillerauteurs naar hun ervaringen met plots & twists. Vandaag een blog van Erik Betten.
Erik Betten (Leeuwarden, 1976) is historicus en journalist en begon zijn schrijversloopbaan in non-fictie. In 2010 won hij de Paul Harland Prijs met het korte verhaal 'Echte liefde', en in 2015 de NCSF-premie voor het beste Nederlandstalige SF-verhaal van dat jaar. Toen ging het roer om. Hij debuteerde in 2018 met de thriller Quarantaine, die bekroond werd met de BookSpot Schaduwprijs, en genomineerd werd voor onder meer de Hebban Debuutprijs, de Thrillzone Award en het Beste Groninger Boek. Inmiddels is zijn tweede thriller verschenen: De prijs.
Verbreken op eigen risico
Elk boek begint met een belofte. De schrijver belooft de lezer niet alleen iets nieuws en eigens, maar ook iets vertrouwds. Dat begint al bij de vormgeving. Wordt het zware literaire kost, vlotte actie, romantiek? De lezer ziet het onmiddellijk, door de codetaal van een silhouet boven aan een betonnen trap, een frivool bloemmotief of een sobere belettering met hooguit wat semi-abstracte bergen op de achtergrond.
En die belofte wordt verder ingevuld met de eerste bladzijde. Als schrijver probeer je immers gelijk de toon te zetten. In welke wereld stapt de lezer binnen? Is het de onze, of gelden hier heel andere natuurwetten? Over wie gaat het? Waar en wanneer speelt het zich af? Wordt dit een boek om in een avond doorheen te racen, of is een hoofdstuk per dag al heel wat? En valt er wat te lachen?
De geoefende lezers van Hebban hebben aan zo’n eerste pagina meer dan genoeg om in te schatten op welke plank in hun uitgebreide mentale boekenkast dit werk thuishoort. Omdat ze weten: die eerste pagina is een belofte voor de rest. Halverwege
Grand Hotel Europa kunnen er niet ineens zombies opduiken, tenslotte. En Harry Potter kan ook niet midden in zijn schooljaar een inzinking krijgen en de rest van het boek gaan filosoferen over zijn verloren jeugd.
Soms luistert het doen van zo’n belofte best nauw. Als je een bovennatuurlijke thriller wilt schrijven waarbij je personage pas op pagina 60 overtuigd raakt dat er iets griezeligs aan de hand is, moet je toch al vanaf het begin een sfeer neerzetten die naar die plotwending vooruitwijst. Al is bij dit genre de vormgeving van de omslag soms al hint genoeg. Niet weten wat er komt, maar wel weten dát het komt, dat is iets wat ik als lezer in elk geval graag ervaar. De beste boeken houden het juiste midden tussen verrassing en de vervulling van verwachtingen, en boeien tot het einde.
Mag je als schrijver die belofte dan nooit verbreken? Alles mag, maar volgens mij kunnen alleen de sterkste schrijvers dat risico nemen. De laatste die me op die manier onderuithaalde, was
Robert Harris. Zijn nieuwste boek –
De tweede slaap – belooft je een verhaal in een vertrouwd genre. Alles wat hij je in het begin voorschotelt, past in de conventies van de historische roman. Maar dan…
Het is de ultieme plottwist. Hij mag eigenlijk niet, en daarom is het zo effectief.
Tijdens de Thriller Tiendaagse 2020 trakteren we je op 10 verschillende blogs van Nederlandse thrillerauteurs over plots & twists. Lees ze allemaal op het Hebban Thriller Tiendaagse-kanaal:
Naar het Thriller Tiendaagse kanaal