Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Gastblog Loes den Hollander
Loes: Mijn laatste uur als schrijver had geslagen.
Laat ik dit probleem toevallig net weer achter de rug hebben. Ik had me nog zo voorgenomen het niet meer te laten gebeuren. Geen gedonder met drie verhalen tegelijk bedenken, verstrikt raken in spanningsbogen en mogelijke plots en vooral geen doolhof van mijn eigen gedachten maken. Daar word ik maar sikkeneurig van.
Ik besprak de projecten voor de eerste helft van 2012 met mijn uitgever en we stelden vast dat eerst de derde verhalenbundel moest verschijnen en daarna de twaalfde thriller. Die bundel was al ver gevorderd, er moesten nog drie verhalen voor geschreven worden. Voor de thriller had ik al een werktitel, maar die was niet te gebruiken. Laat ik volstaan met te melden dat deze titel een beetje grof was. Ik ging dus aan het werk en schreef het titelverhaal voor de bundel. En toen gebeurde het. Terwijl ik toch echt van plan was om het volgende verhaal te gaan schrijven, was er opeens een behoorlijk stuk tekst in de thriller met de verboden titel. Met een behoorlijk stuk bedoel ik vijfduizend woorden. Ik besloot tot zesduizend woorden te gaan en dan weer terug te keren naar de bundel. Vervolgens opende ik een nieuw document en begon aan thriller nummer dertien. Toen daar duizend woorden van geschreven waren liepen mijn gedachten opeens leeg. Ik constateerde dat mijn laatste uur als schrijver geslagen had.
En werd heel erg sikkeneurig.
Na een dag of vier bedacht ik dat ik niet eeuwig kon doorgaan met schoenen en kleren kopen (dat doe ik namelijk graag als ik sikkeneurig ben) en deed wat ik eerder deed in dergelijke situaties. Ik las elk document aandachtig door en wachtte af welk van de drie ik daarna het eerst weer opende. Dat was thriller nummer twaalf. En daar werk ik nu aan. Dat wil niet zeggen dat de bundel niet regelmatig naar me lonkt en dat de rode draad van thriller nummer dertien niet nu en dan de kop opsteekt. Maar ik weet te goed dat het voor mij niet werkt: met drie manuscripten tegelijk bezig zijn. Het is heel simpel, ik kan dat niet. Ik moet mezelf onderdompelen in één document, onderzoeken wat de hoofdpersoon te weten wil komen, ervaren wat ze voelt, terugdeinzen van wat ze ontdekt. Ik duik iedere dag dieper, ik kom ieder hoofdstuk meer van mijn eigen verhaal te weten. En ik ben iedere keer opnieuw verbaasd over hoe het werkt. Over het gevoel dat het verhaal er eigenlijk al is en ik het alleen maar hoef op te schrijven.
Heb jij dat ook, Ingrid? Komen de verhalen die jij schrijft je ook ergens bekend voor? Of verbaas jij je op een heel andere manier over wat je produceert?