Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Gelijkgestemde
De schrijvers in mijn stad zijn op een hand te tellen De beroemdste van dat kleine clubje kom ik wel eens tegen bij de Jumbo. In plaats van tussen de bloemkolen en het fruit te kletsen over ons vak, doen we net of we elkaar niet zien. Zo gaat dat hier in het zuiden, Anita. Ik vermoed dat het bij jou in het noorden niet veel anders is. Er is hier geen schrijverscafé en op dat ene jaarlijkse literaire festival worden geen thrillerschrijvers uitgenodigd. Onze lokale helden: een zanger, een tv-stylist en die ene komiek van wie ik de naam niet kan onthouden, zijn vast reuze-interessant maar een goed gesprek over het schrijfproces zit er vermoedelijk niet in.
Wat ik hier lang miste, was een gelijkgestemde. Een thrillerschrijfmattie in real life. Iemand met wie ik mijn schrijverslief en –leed kon delen. Toen gebeurde er iets onverwachts: een schrijver trok tijdelijk in het huis tegenover me. Vanuit mijn keukenraam had ik zelfs uitzicht op zijn werkkamer. In die tijd schoot het niet erg op met mijn eigen boek. Elke avond zag ik zijn lampje aangaan om pas weer in het holst van de nacht te doven. Wat een discipline had die man! Toen ik zag dat hij zelfs tijdens de feestdagen doorwerkte, sloeg mijn bewondering om in ergernis. Zat die uitslover daar soms als een Hollandse variant op Karl Ove Knausgård aan een zesdelige romancyclus te werken ofzo? Zo confronterend dichtbij hoefde een andere schrijver nu ook weer niet te komen.
Op zoek naar de middenweg dus, want het is prettig om je af en toe te laten inspireren door vakgenoten. Misdaadauteurs. Ofwel mensen die het niet gek vinden dat je eens een pistool wil vasthouden, die de meest rare zoektermen op internet invoeren en die ook door blijven gaan met schrijven ondanks dat het niet zoveel geld oplevert. Hoewel ik op papier al langer lid was van het Genootschap voor Nederlandse Misdaadauteurs (GNM) ging ik eind vorig jaar pas voor het eerst naar een bijeenkomst van dit gezelschap. Het was als thuiskomen. Na een praatje over auteursrecht gingen we gezellig aan de borrel en kwamen al die andere zaken aan bod waarover ik zo graag eens face-to-face met een vakgenoot wilde sparren. De cracks gaven me bruikbare adviezen en op mijn beurt gaf ik tips aan minder ervaren collega’s. Toen ik terug in de trein naar het zuiden zat, had ik het gevoel dat ik er weer een hele poos tegen kon.
Anita, je boek Anders wordt in het Duits én in het Frans vertaald. Word je al zenuwachtig van al die buitenlandse aandacht?