Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Zwijgen is goud
Gemiddeld hebben we tussen de veertig- en zestigduizend gedachten per dag. De meeste daarvan houden we voor onszelf. Gelukkig maar. Ik weet niet hoe het bij jou zit Anita, maar als ik mazzel heb, heb ik één echt goed idee per week. De rest bestaat uit banale gedachtekronkels over rode verkeerslichten, het nut van een pastaopscheplepel of de rouwranden onder mijn nagels. Bovendien is het verstandiger om niet alles hardop te zeggen. Objectief gezien eerlijke opmerkingen als: ‘Ik zie dat je tegen me praat, maar het interesseert me geen zier wat je zegt’ of ‘Die peperdure tuniek van je accentueert vooral dat je een slechte smaak hebt,’ maken je niet populair.
In het echte leven is spreken zilver en zwijgen goud, maar in een boek ligt dat voor mij anders. Om lezers mee te slepen moet je ze juist meenemen in het hoofd van het personage en daarbij hoort dus ook dat je de innerlijke gedachten van je hoofpersoon leert kennen. Daarbij gaat het niet per se over de grote levensvragen, maar vooral over kleine huis-, tuin- en keukenoverpeinzingen omdat die vaak veel typerender zijn.
Als lezer ben ik gek op observaties en gedachten die eigenlijk nooit hardop uitgesproken worden. De eerste versie van mijn debuut stond er helemaal vol mee. In de redactieronden die volgden, sneuvelden ze stuk voor stuk. Ik leerde dat alles in een thriller een functie moest hebben. Ik begreep dat ik mijn personage niet mocht misbruiken om mijn persoonlijke mening te ventileren. Ik leerde dat ik veel subtieler te werk moest gaan. Gedachten en meningen moesten verwerkt worden in dialogen of zichtbaar gemaakt in gedrag. En daarnaast moest alles ook nog eens functioneel zijn. Het schrijven van een boek begon ineens op werk te lijken.
Mijn vierde boek verkeert in een belangrijke fase. Ik heb het al twee keer herschreven en ben nu bezig met de derde ronde. Hierna gaat het naar de uitgever. Naast me ligt een briefje met de eisen die ik mezelf heb opgelegd. ‘Innerlijke gedachten en observaties toevoegen’, is er een van. Maar uh… leent de voortrazende spannende actiethriller die ik geschreven heb zich daar eigenlijk wel voor? Is dat niet meer iets voor een roman? Halen die passages de vaart er niet uit? Mmm. Daar moet ik nog eens goed over nadenken. De tijd dringt en er zijn nog wat knopen door te hakken. En om je vraag te beantwoorden: daar word ik dus echt ontzettend zenuwachtig van.
Anita, op Facebook vertelde je dat je al 110.000 woorden hebt geschreven voor je volgende boek, maar dat je nog steeds twijfelt over de naam van je hoofdpersoon. Hoe komt dat?