Interview /
Tom Thys - horrorschrijver
Welkom bij Hebban, Tom. Als je ’s avonds laat in een kroeg een groep vreemden zou ontmoeten, hoe zou je jezelf voorstellen en vertellen waar je verhalen over gaan?
Tom: "Dit is een hele moeilijke vraag om te beantwoorden, in de eerste plaats omdat ik mijn avonden nooit in een kroeg doorbreng en ten tweede omdat ik niet iemand ben die makkelijk met vreemden praat. Zeker niet als het om zoiets persoonlijk en intiem als mijn eigen verbeelding gaat. Uiteraard ben ik bereid die met anderen te delen, maar dan wel via een veilig en afstandelijk medium, zoals een boek. Dat bovengenoemde situatie zich voordoet, is met andere woorden zeer onwaarschijnlijk. Maar als mensen mij vragen waar mijn boek over gaat, zal ik hen zeggen dat het een bundeling verhalen is, ontstaan uit nachtmerries, angsten en trauma’s die mij in het dagelijkse leven overspoelen. Ik zal ze waarschuwen voor de duistere dingen die ze zullen ontdekken, de onheilspellende plaatsen waar ze terecht komen, maar hen ook wijzen op de sprankjes hoop die sommige personages symboliseren."
Ik heb met veel plezier je verhalenbundel gelezen. Wat mij opviel is dat het menselijk lichaam vaak een belangrijke rol speelt in je verhalen. Vooral een lichaam dat een metamorfose ondergaat, zoals bijvoorbeeld in ‘Voor Eeuwig’ en natuurlijk ‘Volmaakt Monster’. Wat maakt het lichaam, vooral een lichaam in verandering, zo fascinerend voor jou als schrijver?
Tom: "Dat heeft voor een groot stuk met mijn achtergrond als filmrecensent te maken. Wie de regisseur David Cronenberg (The Fly) kent, weet dat het veranderende lichaam (en de impact daarvan op de psyche) een rode draad is doorheen de eerste helft van zijn oeuvre. Zijn films hebben mij destijds zo geraakt, dat ik zijn fascinatie voor dit thema geabsorbeerd heb. Los daarvan blijft het menselijk lichaam natuurlijk een bijzonder fenomeen waar je als schrijver heel veel kanten mee uit kunt. Zelfs al betreft het clichés als weerwolven of zombies. Dit zijn wezens die ook een bepaalde metamorfose ondergaan. Er zijn twee elementen die dit thema voor mij aantrekkelijk maken. Je hebt het visuele aspect – een lichaam in verval – en het psychologische aspect. Hoe reageert een personage op zijn/haar veranderende lichaam? Het is een confrontatie die we zelf elke dag aangaan als we in de spiegel kijken. Die confrontatie maakt ons soms onzeker. Een ander voorbeeld is een gezond iemand, vol dromen en ambities, die plots ongeneeslijk ziek wordt, zijn eigen lichaam ziet aftakelen en die dan een manier moet vinden om dat op geestelijk niveau te verwerken en uiteindelijk te accepteren. Dit zijn levensechte situaties die ik als schrijver probeer te extrapoleren naar extreme fictie."
Hoewel je verhalenbundel Volmaakt Monster heet, voelde ik bij de meeste monsters in de verhalen naast weerzin vaak ook een zekere mate van sympathie of zelfs empathie. Er zijn nauwelijks pure slechteriken. ‘Slechte’ daden komen voort uit instinct of omdat men simpelweg niet anders kan. Wat maakt een monster in jouw ogen volmaakt?
Tom: "Goede vraag. Voor mij is een monster volmaakt als hij/zij vrede neemt met zijn hoedanigheid als monster. Zoals bijvoorbeeld Agnes in het titelverhaal, een vrouw op leeftijd die niet goed in haar vel zit omwille van de menopauze en de lichamelijke aftakeling die haar steeds minder aantrekkelijk maakt. Tot ze de bewuste metamorfose ondergaat… en eindelijk vrede neemt met wie (of wat) ze geworden is. Ook in “Als een beest in een kooi” komt dit terug, waar Pippa het oorspronkelijk moeilijk heeft met de emancipatie van Glogov, maar hem toch aanvaardt omwille van zijn persoonlijkheid en niet langer medelijden heeft met zijn monsterlijke uiterlijk. Het klopt dat de personages in mijn bundel meestal niet uitgesproken goed of slecht zijn. Die nuance is belangrijk voor mij. In korte verhalen heb je niet altijd de ruimte om een hele achtergrond van iemand te schetsen, maar ik probeer ze toch van een menselijk (en dus geloofwaardig) gezicht te voorzien."
Monster komen veelvuldig voor in je verhalen, maar daarentegen ontbreken echte helden. Alleen de detective Marion in ‘Tunnel des Doods’ komt een beetje in de buurt. Was dit een bewuste keuze en bestaan helden in het universum van Tom Thys, of zijn het zelfs grotere verzinsels dan de door jouw beschreven monsters?
Tom: "Je zou Uyuni in het gelijknamige verhaal ook een held kunnen noemen, denk ik, misschien nog meer dan Marion of pastoor Seraphin, maar het is juist dat mijn verhalen niet bevolkt worden door onaantastbare, heldhaftige personages die alleen maar goeds in de zin hebben. Of dat bewust is? Misschien wel. Ik vind het standpunt van een slachtoffer of een dader als schrijver interessanter, eerlijk gezegd. Vaak zijn het geen al te sterke karakters, die de hoofdrol spelen in mijn verhalen, maar eerder kleinburgerlijke mensen of simpele zielen die weinig invloed hebben op wat hen overkomt, ondanks hun goede bedoelingen. Dat maakt de toonzetting vaak somber en de afloop slecht, al hangt dat laatste soms ook af van de bril waardoor je kijkt."
De verhalen zelf zijn erg divers en ik vraag me af, om maar even een cliché van stal te halen, hoe je als schrijver aan je ideeën komt. Wat is je routine als schrijver? Vooral de Vumbi vond ik fascinerend en ik ben benieuwd hoe deze tot stand zijn gekomen.
Tom: "Als schrijver verklappen waar je je inspiratie vandaan haalt, is ook een beetje jezelf blootgeven. Zoals ik eerder zei denk ik dat het weefsel van nachtmerries, trauma’s en angsten zowel bewust als onbewust mijn verbeelding vormt. Dat is de basis, de reden waarom ik horror schrijf en geen doktersromans, om maar iets te noemen. Meer concreet zijn het vaak bepaalde, afzonderlijke beelden (tijdens het kijken van een film, fragment uit een nachtmerrie, fantasie die op hol slaat tijdens het lezen van een boek) die uitgroeien tot een verhaal. Ik ga heel visueel te werk. Ik vertrek meestal vanuit één foto die op mijn netvlies gebrand staat en verzin daar een verhaal rond. Het verhaal “Droomloos” waar je naar verwijst is bijvoorbeeld gedistilleerd uit de idee hoe arm iemand is als hij niet het geluk heeft te kunnen dromen, of ja, zelfs nachtmerries te hebben. “Tussenstop” heb ik dan weer verzonnen aan de hand van het lezen van één zin op de flaptekst van de verhalenbundel “Zwarte Muren”, van mijn collega Anthonie Holslag, zonder het verhaal te kennen. Soms schuilt het in iets heel klein, willekeurig, en schijnbaar onbenullig. Voor de toonzetting van verhalen laat ik me vaak leiden door muziek en film en de atmosfeer die deze teweeg brengen. Als je meer wil weten over de achtergrond van mijn verhalen, wil ik je graag verwijzen naar de making of-rubriek op mijn website: www.volmaaktmonster.be
Sommige van je verhalen bevatten, op zijn zachtst gezegd, gruwelijke scènes. Ik las dat je ook regelmatig horrorfilms recenseert. In hoeverre heeft horror je als schrijver beïnvloedt?
Tom: "Dat recenseren doe ik momenteel – helaas – niet meer. Films kijken af en toe nog wel. Het heeft mij ontzettend veel beïnvloed. Het is de reden waarom ik begonnen ben met schrijven. Ik deed sowieso al schrijfervaring op met recensies, maar dat is nog wat anders dan fictie. Puur stilistisch, om te beginnen, maar ook omdat je zelf iets moet gaan verzinnen, terwijl je daarvoor beoordeelde wat een ander had verzonnen. Op een bepaald moment in mijn leven (ongeveer vijf jaar geleden) ben ik me gaan afvragen of ik zelf ook in staat was om horrorfictie te schrijven. Of ik het in mij had om met mijn fantasie lezers op eender welke wijze te raken. Ik had het voordeel dat ik massa’s films verslond en dus heel goed wist welke de clichés waren en hoe die te omzeilen. Ik kies ook bewust voor dit genre. Ik weet dat de meeste auteurs zich niet graag in een hokje laten steken, terwijl ik me net wil profileren als horrorschrijver.
Eigenlijk het enige minpunt is dat de verhalen stoppen. Kun je ons vertellen wat je op dit het moment aan het schrijven bent en of we in de toekomst nog een roman van jouw hand mogen verwachten?
Tom: "Er zit een roman in de pijplijn, genre horror, maar dan wel voor een young adult publiek (mits ze over een stevige maag beschikken). Of die er daadwerkelijk komt is nog maar de vraag. Hij ligt al een tijdje bij proeflezers. Ik wacht op hun bevindingen en zal nadien oordelen of ik zelf tevreden genoeg ben om het manuscript naar mijn uitgever te sturen. Mijn voorliefde gaat hoe dan ook uit naar korte verhalen. Ik ben nu bezig met een nieuwe bundel en kan alvast verklappen dat de weinige lichtpuntjes die je in “Volmaakt monster” nog kon ontdekken, deze keer achterwege zullen blijven. Het zal wel nog enige tijd duren voor het werk af is. Ik ben, schat ik, ongeveer één derde ver. Om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen kan je me volgen op Facebook, Twitter of mijn website/blog."