Top 10 Pseudoniemen En Hun Onthullingen
Nummer 7 van 10
7. Mary Westmacott
Agatha Mary Clarissa Miller, beter bekend als Agatha Christie, schreef 66 detectives, twintig toneelstukken, vier non-fictieboeken en zo’n 150 korte verhalen. Maar een van de meest succesvolle auteurs aller tijden gebruikte ook een pseudoniem. Als Mary Westmacott publiceerde ze zes romans. Ter gelegenheid van Christies honderdste geboortedag schreef haar dochter Rosalind Hicks een artikel over de tijd dat de schrijfster onder de naam Mary Westmacott werkte. Dat verhaal is te vinden op de website van Agatha Christie.
Volgens Hicks gebruikte haar moeder in 1930 voor het eerst de schrijversnaam Mary Westmacott. Deze boeken ademden een geheel andere sfeer dan de bekende Agatha Christie-detectives. Christie had het pseudoniem ‘na enig denkwerk’ gekozen. Mary was Agatha’s tweede naam en Westmacott de achternaam van enkele verre verwanten. Ze slaagde er in om haar identiteit als Mary Westmacott voor bijna twintig jaar te bewaren. ‘Tot haar niet geringe plezier’, schrijft Hicks boekten haar romans een bescheiden succes.
Giant’s Bread was de eerste van de zes Westmacott-boeken. Daarin vertelt ze het verhaal van Vernon Deyre, zijn jeugd, zijn familie, de twee vrouwen die hij beminde en zijn obsessie met muziek. Hicks: ‘Mijn moeder was geïnteresseerd in moderne muziek en probeerde in dit boek de gevoelens en ambities van zowel de componist als de zanger erin te verwerken. Haar uitgever was niet zo enthousiast over dit andere pad dat mijn moeder bewandelde omdat ze in die tijd naam begon te maken met haar detectives. Maar de uitgever hoefde zich geen zorgen te maken: in 1930 publiceerde ze zowel The Mysterious Mr. Quin als Murder at the Vicarage, het eerste Miss Marple-avontuur. In de daaropvolgende tien jaar schreef ze niet minder dan zestien Hercule Poirot-romans.’
Haar tweede Mary Westmacott-boek, Unfinished Portrait, kwam uit in 1934 en tien jaar later publiceerde ze Absent in the Spring. Dat laatste boek schreef ze in drie dagen tijd. In haar autobiografie schreef Christie: ‘Dit was het boek dat ik altijd wilde schrijven. Het gaat over een vrouw die een compleet beeld van zichzelf heeft, wat voor vrouw zij is. Maar daarin vergist ze zich compleet in. Door haar eigen daden en acties komt ze zichzelf tegen en ze herkent zichzelf niet.’
Twee jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog volgt The Rose and the Yew Tree, ook een van Christies favorieten én van haar dochter. Maar uitgeverij Collins zag er niets in. Daarom bracht de schrijfster die onder bij uitgeverij Heinemann, die ook de laatste twee boeken van Westmacott, A Daughter’s a Daughter (1952) en The Burden (1956) publiceerde. Het oeuvre wordt vaak omschreven als romantische fictie, maar Hicks vond dat niet helemaal terecht. ‘Het zijn geen ‘liefdesverhalen’ in de algemene zin van het woord, ze hebben zeker niet allemaal een ‘happy ending’. De verhalen gaan over de liefde in zijn meest krachtige maar ook meest destructieve vorm.’
Een columnist van de London Sunday Times onthult in 1949 de ware persoon achter het pseudoniem Mary Westmacott. Christie wist dat ze vroeger of later zou worden ‘ontmaskerd’, maar liever had ze had wat langer als Westmacott geschreven. Die boeken verschaften haar het gevoel van ‘absolute vrijheid’.
Lees verder op de volgende pagina: 6. Lars Kepler