Column /
True Crime Tuesday #2: Verraad
De zaal is vol, maar niet zo vol als de vorige keer dat hij hier binnenkwam, een paar maanden geleden. Toen werd hij zelfs nog met een zwart doek afgeschermd van de publieke tribune, zodat hij met niemand contact kon maken. Twee dagen voor deze zitting op 18 juni, werd het boek Verraad, geschreven door NRC-journalist Jan Meeus, gepresenteerd. De misdaadbiografie van Holleeder. Ik denk dat veel mensen die nu in de zaal zitten het boek al wel uit hebben. En hoewel ik De Neus vaker heb meegemaakt tijdens rechtszittingen, en de verhalen over zijn afpersingen, bedreigingen en betrokkenheid bij meerdere liquidaties al veel langer de ronde doen, plaatst dit boek alles net weer even in een ander perspectief. Een nog huiveringwekkender perspectief. Die man die nu op een paar meter voor me zit waande zich jarenlang onaantastbaar, en lijkt iedereen in zijn greep te hebben gehad. Meedogenloos, dat is het woord dat na het lezen van het boek blijft hangen. Van de mensen met wie hij een probleem had – of dat nou vrienden, zakenpartners of zwagers waren – kunnen weinigen het nog navertellen.
Ook als journalist ben je niet altijd veilig als je je waagt aan de persoon Holleeder. Peter R. de Vries, die hem vandaag nauwlettend in de gaten houdt, kan het weten: in 2013 stond een woedende Holleeder voor de deur van zijn woning. Hij wilde niet dat zijn naam voor zou komen in de speelfilm over de Heinekenontvoering, gebaseerd op De Vries’ boek De ontvoering van Alfred Heineken, het eerste boek waardoor iedereen kennismaakte met De Neus en zijn vrienden. “Ik dreig niet, maar ik doe,” schreeuwde Holleeder tegen De Vries, en: “Wil je dat ik het nu afmaak?”
Willem Holleeder komt in veel misdaadboeken voor, maar er zijn maar weinig journalisten die het aandurfden een boek te schrijven over de man zelf. De man die overal connecties lijkt te hebben, en er niet voor terug lijkt te deinzen een journalist te laten doodschieten. Auke Kok – ook aanwezig vandaag – deed het een paar jaar geleden, met Holleeder, de jonge jaren. Een vrij luchtig boek over een typische Jordanese kwajongen die met zijn vrienden criminele streken uithaalt. Een interessant, vermakelijk en informatief verhaal, dat stopt op het moment dat ‘Wimpie’ de overstap maakt naar de zware criminaliteit. Zelfs dat boek komt met deze nieuwe biografie in een ander daglicht te staan, aangezien één van de zussen van Willem toegaf onder dwang van haar broer eraan te hebben meegewerkt. Alles om het beeld van Holleeder als charmante, flamboyante Amsterdammer hoog te houden. Van dat beeld is nu weinig meer over. Zijn eigen zussen, Astrid en Sonja, hebben in het diepste geheim extreem belastende verklaringen over hem afgelegd. Die verklaringen vormen, met alles wat er al tegen hem lag, nu de belangrijkste bouwstenen van de zaak die justitie tegen hun broer voert.
Holleeder liet zijn ogenschijnlijke kalmte in de rechtszaal heel even varen toen de officier van justitie voorlas uit de verklaringen van zijn zussen, die overigens ook een belangrijk onderdeel van de biografie vormen. Hij schamperde en schudde zijn hoofd. Je hoeft als schaker maar één fout te maken en het spel is over, dat weet Holleeder ook. En hij realiseert zich nu maar al te goed dat zijn grootste fout het in vertrouwen nemen van zijn zussen was. Om met de woorden van Willem tegen Sonja te spreken: “Op het moment dat je in de loop kijkt besef je precies wat er gebeurt. En dan denk je: shit, had ik het maar nooit gedaan, maar dan ben je dus te laat.”
Lees Anna Korterinks eerste True Crime Tuesday-column: Moord zonder lijk