Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Dossier /

Van Grote Drie naar ongeacht wie?

door Wilke Martens 7 reacties
Het nieuwe schooljaar is aangebroken: vroeg opstaan, een boekentas vol nieuwe schriften, pennen en… een literatuurlijst voor Nederlands, Engels en andere talen. Hoewel de leeslijst steeds meer wordt toegespitst op de individuele leerling, hanteren nog enkele scholen de verplichte boekenlijst. Een crime voor veel scholieren. Hoe staat het eigenlijk met het literatuuronderwijs in Nederland? Op welke manieren proberen docenten leesplezier te bevorderen? Welke landelijke initiatieven proberen literatuur te ‘verhippen’? En is lezen onder middelbare scholieren überhaupt ooit hip geweest? Hebban.nl gaat op onderzoek uit en vraagt docenten, auteurs, onderzoekers en literair-culturele organisaties naar de ins en outs van ‘lezen voor de lijst’. Vandaag deel 1: op school.


Deel 1: op school

Literatuuronderwijs: van Grote Drie naar ongeacht wie?   

De aanslag, De donkere kamer van Damokles en De avonden: tot voor kort waren de bekendste titels van De Grote Drie (Mulisch, Hermans en Reve) vaste prik op iedere leeslijst. Of je nu op de havo zat of het vwo, of je klassikaal las of thuis en of je überhaupt van lezen hield: het deed er niet zo veel toe. Vele jaren en onderzoeken later is de algemene opvatting dat de verplichte lijst averechts werkt voor de leesmotivatie van middelbare scholieren.  

‘Belemmerend zijn de boekenlijsten die op school worden verstrekt, de moeilijke verkrijgbaarheid van een gewenst boek en de jaarlijkse aanschaf van een pakket boeken, zoals de Grote Lijsters’, concludeerde Theo Witte al in 2008, in zijn promotieonderzoek naar de literaire ontwikkeling van havo- en vwo-leerlingen in de tweede fase. Op basis van de resultaten van zijn onderzoek, ontwikkelde hij lezenvoordelijst.nl, de website waar zowel scholieren als docenten advies kunnen inwinnen over titels die geschikt zijn om voor school te lezen.  

Witte concludeerde eveneens dat klassikaal lezen en de beruchte leesverslagen allesbehalve stimulerend zijn. De Vlaamse docente Joke Odeyn, die zowel Nederlands geeft als Engels aan het Koninklijk Atheneum De Ring in Leuven, probeert zoveel mogelijk variatie aan te brengen in de opdrachten die leerlingen moeten maken over boeken die ze hebben gelezen voor school. ‘Afhankelijk van het leerjaar, laat ik leerlingen een cover ontwerpen, een recensie schrijven of een correspondentie tussen personages schrijven’, zegt ze. ‘Het belangrijkste is dat ze over het boek hebben nagedacht en dat ze het boek op een andere manier verwerkt hebben dan er alleen een samenvatting van te maken.’  

Of ze nu een klassiek leesverslag moeten maken of een trailer bij een boek, leerlingen willen bovenal beloond worden voor hun inzet. Dat concludeerde Nienke Smit, docente Nederlands aan De Meergronden in Almere, die onderzoek deed naar de manier waarop je jongens uit 4 havo aan het lezen kan krijgen. ‘Als er een cijfer gegeven moet worden, dan gaan deze jongens pas aan de slag’, zegt ze. ‘Hoewel het van alle middelbare scholieren de moeilijkste doelgroep is om aan het lezen te krijgen, lukt het wel degelijk. Zo probeer ik ervoor te zorgen dat opdrachten niet altijd hetzelfde zijn: de ene keer werken ze in groepjes aan iets creatiefs, dan weer alleen aan een verslag. Grappig is dat jongens toch ook de competitie opzoeken: ze vinden zichzelf heel stoer als ze een boek hebben gelezen dat eigenlijk voor een niveau hoger is.’  

Leerlingen een handreiking bieden bij de keuze voor een boek, is echter het belangrijkste. ‘Een tijdje geleden besloot ik eens een thriller te lezen, een genre waar ik niet in thuis ben’, vertelt Smit. ‘Ik stond toen in de bibliotheek voor zo’n enorme wand, met allemaal titels van auteurs die ik niet kende. Zo voelen die leerlingen zich dus altijd, realiseerde ik me. Daarom is het belangrijk om de tijd te nemen om even met hen te praten: wat vindt deze leerling leuk in zijn vrije tijd en wat verwacht hij van een boek?’  

Inmiddels is het op bijna alle scholen gebruikelijk dat leerlingen, in samenspraak met hun docenten, zelf hun leeslijst samenstellen. In opdracht van Stichting Lezen heeft DUO Onderwijsonderzoek in 2016 uitgezocht op welke manier docenten Nederlands op de havo en het vwo het literatuuronderwijs inrichten. Hieruit blijkt dat acht op de tien docenten hun leerlingen zelf titels laten kiezen, die zij vervolgens al dan niet goedkeuren. 

Geheel vrijblijvend is die keuze in de meeste gevallen niet, want er worden wel bepaalde eisen aan de titels gesteld. Docenten moeten immers wel kunnen beoordelen of de leerlingen een literaire ontwikkeling doormaken. Zo is een van de belangrijkste eisen dat het boek een bepaald literair niveau heeft, dat is bepaald door de school. Bij Nederlands mogen het meestal ook geen vertaalde boeken zijn, mogen leerlingen maar een bepaald aantal boeken van dezelfde auteur lezen (anders zou een leerling een schooljaar lang alleen maar Harry Potter kunnen lezen, bijvoorbeeld) en zijn kinderboeken in het algemeen uit den boze. Toch vindt 55 procent van de door DUO ondervraagde docenten het belangrijk dat een boek aansluit op de literaire competentie van een leerling. Maar is dat wel altijd mogelijk, is de kloof tussen kinderboeken en volwassenenliteratuur niet veel te groot?  

Young Adult: de brug tussen Harry Potter en Harry Mulisch?  

Boeken moeten lezen die niets van doen hebben met de wereld waarin je leeft: het blijkt de mokerslag voor de ontwikkeling van liefde voor literatuur. Docenten, onderzoekers en schrijvers hebben het vroeger zelf ook meegemaakt op school. ‘Wat de hoofdpersonages van literaire romans doen, dat staat zo ver van je af als je in de brugklas zit’, vindt ook jeugdboekenschrijfster Joany Buenen. Ze verslond boeken, totdat lezen op de middelbare school haar ging tegenstaan. ‘Ik probeer juist het tegenovergestelde te doen: mijn boeken, die zijn gericht op meiden uit de eerste klassen van de middelbare school, zijn niet literair, maar behandelen onderwerpen waarin zij zich gemakkelijk herkennen. Ik krijg vaak reacties van lezers, dat ze veel aan mijn boeken hebben gehad en dat ze het hebben gelezen omdat ze dat zelf wilden, niet omdat het moest.’  

Hoewel er door sommige docenten op wordt neergekeken, kan Young Adult-literatuur een brug vormen tussen kinderboeken en volwassenenliteratuur. ‘Het biedt mogelijkheden om jongeren de rijkdom van literatuur te laten ervaren, zonder ze van literatuur te vervreemden, wat nog wel eens het geval is als leerlingen een boek moeten lezen waar ze nog niet klaar voor zijn’, zegt docente Linda Ackermans, die tevens aan de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek doet naar de manier waarop Young Adult-literatuur kan bijdragen aan een doorgaande leeslijn. ‘Leerlingen verdienen het om structureel in aanraking te komen met literatuur. Daar hoort bij dat docenten hen helpen om het juiste boek te vinden. Dat is dan niet het boek dat de docent mooi vindt, maar het boek dat aansluit bij de interesses en het leesniveau van de leerling. Het is zonde als leerlingen het plezier in lezen anders verliezen.’  

Steeds meer docenten omarmen Young Adult in hun lessen. ‘Een docent kan bijvoorbeeld een Young Adult-titel koppelen aan een literaire titel, bijvoorbeeld als ze overeenkomen qua thematiek’, zegt Ackermans. ‘Leerlingen ervaren eerst het plezier in lezen met een boek dat dichtbij ze staat, waarna aan de hand van die succeservaring verder gebouwd kan worden naar de literaire werken waarvan de docent vindt dat ze gelezen moeten worden.’  

Leesbevordering op school: van voorlezen tot auteursbezoek  

Niet alleen is de keuzevrijheid voor titels om te lezen voor de lijst veel groter geworden en proberen docenten boeken aan te raden die beter aansluiten bij de leerlingen, maar ook ondernemen ze vaker activiteiten om lezen in het algemeen te bevorderen. Uit het DUO-onderzoek blijkt dat leerlingen stil voor zichzelf laten lezen een van de populairste methoden tot leesbevordering is: bijna een kwart van de docenten laat leerlingen minimaal een les per maand vrij lezen, terwijl maar liefst 11 procent dat iedere les doet.  

Frenck van Orsouw, docent Engels aan het Marnix Gymnasium in Rotterdam, probeert vrij lezen zoveel mogelijk in zijn lessen te integreren. ‘In de praktijk komt dat erop neer dat leerlingen zo vaak mogelijk het laatste kwartier van de les zelf in stilte lezen’, zegt hij. ‘Hiervoor mogen ze zelf een boek uitkiezen en is er ook geen enkele opdracht aan verbonden, juist met als doel om het plezier in lezen terug te brengen.’ Hoewel leerlingen het boek zelf mogen kiezen, vindt Van Orsouw het van belang om hen te adviseren. ‘Door advies op maat te geven kun je proberen te sturen dat leerlingen een bepaalde leesontwikkeling doormaken, dat ze bijvoorbeeld niet in avonturenverhalen blijven hangen, zonder dat ze de lol in lezen verliezen.’  

Nienke Smit leest regelmatig zelf voor in de klas, net als 80 procent van de door DUO ondervraagde docenten. ‘Karel ende Elegast lees ik zelf voor in de klas’, zegt ze. ‘Middeleeuwse literatuur hoort nog steeds tot het curriculum, maar deze werken behoren tot een orale traditie. De verhalen waren nooit bedoeld om zelf in stilte te lezen, maar om naar te luisteren. Voorlezen werkt hierbij dus ook veel beter.’  

Auteurs laten opdraven in lessen is eveneens een populaire leesbevorderingsactiviteit onder docenten: bijna 70 procent van de onderwijzers geeft aan minimaal eens per jaar auteursbezoeken te organiseren. Tijdens Literatour, de boekenweek voor jongeren die dit jaar wordt georganiseerd van 16 tot en met 24 september, touren maar liefst 25 jongerenschrijvers langs scholen om met jongeren te praten over verhalen, literatuur en lezen. Özcan Akyol, Mano Bouzamour en Elfie Tromp schreven een verhaal voor 3pak, het jongerenboekenweekgeschenk. Tromp heeft goed nagedacht over het verhaal dat ze voor deze bundel zou schrijven. ‘Ik wilde iets schrijven wat ik zelf nog nooit had gelezen in mijn middelbareschooltijd’, vertelt ze. ‘Toen ik jong was, wist ik niet goed waar ik op viel, of ik hetero was of bi, daar wilde ik een verhaal over schrijven. Het is een tragische liefdesgeschiedenis geworden, waarin elementen zitten van travestie en biseksualiteit.’  

De schrijfster van Goeroe en Underdog hoopt dat er flinke discussies losbarsten als ze voor de klas staat. ‘Liefde, seksualiteit, identiteit: het zijn belangrijke pijlers in iemand middelbareschooltijd’, vertelt ze. ‘Het zijn onderwerpen waarin goed of fout niet bestaat, dus ik hoop op heftige discussies. Er is al wel genoeg bravigheid in het leven.’              

Lees volgende week deel 2 in dit artikeldrieluik van Wilke Martens: 'Buiten school'.

Schrijf je hier in voor de Hebban Lezen voor de Lijst Challenge



Over de auteur

Wilke Martens

77 volgers
81 boeken
4 favoriet


Reacties op: Van Grote Drie naar ongeacht wie?

 

Gerelateerd

Over

Harry Mulisch

Harry Mulisch

Harry Mulisch (1927-2010) groeide op als zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vade...

Gerard Reve

Gerard Reve

Gerard Reve (1923) groeide op in de wijk Betondorp in de Watergraafsmeer. Na een...

Willem Frederik Hermans

Willem Frederik Hermans

Willem Frederik Hermans (1921-1995) studeerde fysische geografie in Amsterdam, p...

Elfie Tromp

Elfie Tromp

Elfie Tromp studeerde psychologie en toneelschrijven. Sindsdien is zij werkzaam ...

Mano Bouzamour

Mano Bouzamour

Mano Bouzamour (Amsterdam, 1991) is een Nederlands schrijver en columnist. Hij d...

Özcan Akyol

Özcan Akyol

Özcan Akyol is schrijver en columnist. Hij publiceert in verschillende tijd...