Interview /
Van spuiten en slikken naar scheten
Om maar met de deur in huis te vallen: waarom heeft de spin uit De spin die veel scheetjes laat zes poten in plaats van acht? Is daar een speciale reden voor? Clarinde lacht: ‘Haha, ik wist dat deze vraag zou komen. Het is niet correct, hè? Maar spinnen eten ook geen rundvlees en gaan ook niet samen vissen.’
Hoewel de titel al veel verklapt over het verhaal, vragen we broer en zus Wesselink om hun boek in een zin te omschrijven. Filemon: ‘Het gaat over een spin met een groot probleem: hij laat de hele dag scheten.’ Clarinde: ‘Hij houdt ontzettend veel van chili con carne en dat levert het een en ander aan problemen op.’
Gebroederlijke samenwerking
Filemon Wesselink, bekend van o.a. de tv-programma’s ‘Spuiten en slikken’ en ‘Try before you die’, schreef al eerder boeken; over Michael Boogerd, drugs en vader worden, maar die waren voor volwassenen bestemd. Nu waagt hij zich voor het eerst aan een kinderboek. Waar komt dat idee vandaan? Filemon: ‘Iedere avond, wanneer ik thuis ben, vertel ik mijn kinderen een verhaal dat ik ter plekke verzin. Dit was een verhaal dat ze constant weer wilden horen. Clarinde en ik zijn altijd al fan van kinderboeken. Zo kwamen we op het idee er zelf één te maken. We zijn er maanden mee bezig geweest. De tekst stond vrij snel, maar de tekeningen hebben een grote ontwikkeling doorgemaakt. Ze werden anders dan ik in mijn hoofd had. Dat vind ik mooi. Dat dingen anders worden dat je je voor kan stellen.’
Hoewel hij zelf verhalen verzint, leest Filemon zijn kinderen ook zelf regelmatig voor. ‘Ja, ik lees ze zeker ook voor. Maar ik kies wel altijd boeken die ik zelf ook leuk vind. Ik houd niet van sprookjes, dus lees ik ze ook niet voor.’
Op de vraag of Wesselinks kinderen houden van de humor in zijn boek, antwoordt de nieuwbakken schrijver bevestigend: ‘Dit verhaal is echt ontstaan vanuit de humor van mijn kinderen. Spinnen vinden ze vreselijk interessant, maar ook doodeng. Enge dingen zijn sowieso interessant voor ze. En scheten zijn natuurlijk hilarisch.’
Voor het prentenboek werkte Filemon samen met zijn twaalf jaar jongere zus. Dat was niet altijd gemakkelijk. ‘Nee, in het begin niet. Ze is ook kunstenaar. Daarom wil ik haar zo vrij mogelijk laten. Terwijl ik over de eerste spinnen echt niet tevreden was. Toch heb ik haar nergens proberen te sturen. En het eindresultaat is echt heel tof.’
Zus Clarinde vertelt: ‘Toen ik begon aan dit poject heb ik even getwijfeld of ik het zou doen. Filemon leeft in een wereld waar alles snel en vluchtig gaat. Terwijl ik graag de dingen met aandacht doe en met een lange adem. Dat is belangrijk voor mij om tot een goed werk te komen.’ Soms vond ze dat dan ook lastig tijdens het maken van de illustraties. ‘Ik wilde bijvoorbeeld zijn visie op mijn idee of tekening hebben. Dan had hij geen tijd, maar zei ook: “Maar Clarinde, dat weet je zelf beter dan ik! Jij bent hier de kunstenaar!” En vaak was dat ook zo. Het is mijn eerste kinderboek maar ik vond het heel makkelijk om met mijn broer een werk te maken. Filemon is eerlijk en oprecht. En onze smaak is denk ik ongeveer hetzelfde. We zijn tenslotte met dezelfde kinderboeken opgegroeid.’
Stout
Want de jonge kinderen Wesselink kwamen in hun jeugd veel met boeken in aanraking. Filemon: ‘Ik kan me nog herinneren dat ik verdrietig was omdat ik alle Kameleons uit had die er in de bieb te lenen waren. Godzijdank ontdekte ik de Biggles-boeken van mijn vader.’
Clarinde: ‘Ik ben vroeger heel veel voorgelezen. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Uiteindelijk ging ik ze ook zelf lezen. Zelfs op mijn veertiende had ik mijn interesse voor kinderboeken nog niet verloren. Voor mij was een kinderboek een plek om mij terug te trekken in mijn eigen fantasiewereld en even tot mij zelf te komen. Bij ons thuis was het met zeven kinderen altijd een hectische bedoening en ik had soms behoefte om daaraan te ontsnappen.’ Filemon voegt toe: ‘We werden inderdaad erg veel voorgelezen. Vaak leuke boeken, maar soms ook een beetje braaf. Daarom juist wilde ik een wat stouter kinderboek maken.’
Een goede basis ontstond dus al in hun jeugd. Welke auteur bewonderen zij en welk kinderboek hadden ze zelf graag geschreven? Filemon: ‘Meneer Ben van David McKee. Heel leuk idee! Meneer Ben gaat ieder boek naar een kostuumwinkeltje. In de kleedkamer kan hij kiezen tussen twee deuren. Op één staat zoiets als ‘probeerkamer’ en op de andere staat dat hij daarmee terug de winkel ingaat. Hij kiest natuurlijk altijd voor de probeerkamer. Als hij door die deur gaat komt hij in een wereld die te maken heeft met zijn kostuum, zoals de riddertijd, het circus of het oerwoud.’
Clarinde is het daar vanuit kunstenaarsperspectief roerend mee eens: ‘David Mckee is mijn favoriete schrijver en illustrator. Zijn boek Meneer Ben staat pontificaal op de kast in mijn kamer. Ik hou van de gekke kleuren combinaties die hij maakt. Ik houd van zijn boordevolle tekeningen waarbij het net lijkt alsof ze net van de tekentafel komen. David Mckee heeft vaak een bladzijde helemaal gekleurd en de andere ietwat schetsmatig, daardoor geeft hij ruimte aan jou als lezer om deze tekening zelf met je eigen fantasie levend te maken. Nu nog steeds word ik geraakt door zijn verhalen.’
Scheetjesspin komt terug
Men kent Filemon Wesselink met name van televisie. Wat als hij moest kiezen? ‘Televisie maken of schrijven? TV. Ik ben heel nieuwsgierig naar de wereld.’
Toch voegt Wesselink met dit project zijn naam toe aan het rijtje BN’ers die een kinderboek schreven. Daar is soms kritiek op: zo zouden BN’ers relatief snel voor het kinderboek kiezen, omdat dat als gemakkelijk wordt ervaren. De lat zou lager liggen en de kans op interesse van een uitgever en veel publiciteit krijgen zou groter zijn. (Lees ook: BN'ers en het kinderboek, red.) Kreeg de tv-presentator daar al mee te maken en hoe staat hij daartegenover? ‘Ik kan er niets aan doen dat ik bekend word door mijn tv-werk. Ik kan het niet terugdraaien. Het boek schrijf ik omdat ik het leuk vind. Ik vind niet dat ik iets níet moet doen omdat ik bekend ben. Ik zou het boek natuurlijk anoniem uit kunnen geven. Dan krijgt het minder publiciteit en dan ga ik mezelf dus expres tegenwerken. Dat voelt ook niet natuurlijk.’
Waarom moeten kinderen De spin die veel scheetjes laat lezen? Clarinde: ‘Ik zou het boek lezen omdat scheetjes interessant zijn en vriendjes lief en leuk.’ Maar, moeten is een groot woord, vindt Filemon: ‘Ik heb een broer die nooit gelezen heeft. Die is heel goed terecht gekomen. Er zijn meerdere manieren om een fijn leven te krijgen.’ Als de ouders en kinderen het grappig en origineel vinden, is Filemon een tevreden man, vertelt hij. Clarinde voegt daaraan toe: ‘Ik hoop dat de scheetjesspin een vies maar grappig vriendje wordt en dat ze vaker op ontdekking gaan in het boek. Dat het een fantasiewereld is waar ze graag terugkomen.’
Dat is geen onmogelijke gedachte, want de samenwerking tussen broer en zus lijkt niet van eenmalige aard te zijn. Volgens Filemon komen er in de toekomst ‘zeker’ nog kinderboeken aan, en ook die zullen samen gemaakt worden. Ook Clarinde hoopt dat er nog meer boeken zullen volgen: ‘Wat mij betreft wel. Ik ben wel benieuwd welke avonturen de spinnetjes in het bos nog meer gaan beleven.’
Auteursfoto © Marthe Hennink