De vertaler centraal: Jolande van der Klis
De uit India afkomstige Engelse schrijver Terence Hanbury White (1906-1964) werd in 1958 beroemd met zijn roman over koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel: The Once and Future King. Maar daarvóór publiceerde hij in 1951 al The Goshawk, een klein autobiografisch meesterwerk over zijn pogingen om een havik te temmen. Deze pogingen kwamen tot stand door de depressie waarin de naderende Tweede Wereldoorlog hem onderdompelde. White zocht zijn heil in een romantisch kluizenaarsbestaan op het Engelse platteland, maar dat ontaardde in een ware uitputtingsslag.
Jolande van der Klis is musicoloog en werkte jarenlang als hoofdredacteur bij het muziektijdschrift van het Festival Oude Muziek. Toen ze door de grote bezuinigingen in de culturele sector een aantal jaren geleden werd ontslagen, had ze opeens zeeën van tijd. Puur voor haar plezier vertaalde ze in die periode The Goshawk van T.H. White. Als kind las ze White’s bekende The Once and Future King in de Nederlandse vertaling van Max Schuchart (1920-2005) en was daar helemaal weg van. ‘Daarna heeft Schuchart ook The Goshawk vertaald, en dat vond ik net zo fascinerend, maar er was op de een of andere manier iets vreemds mee', vertelt Van der Klis. 'Pas veel later ontdekte ik dat dat te maken had met de vertaling. Het is een dagboek uit de jaren dertig van de vorige eeuw waarin White zijn pogingen heeft vastgelegd om een wilde havik te temmen. Maar behalve dat het bol staat van de valkerijterminologie en de waarnemingen in het vrije veld, heeft White er allerlei persoonlijke, literaire en politieke bespiegelingen aan toegevoegd. Hij was in die tijd, vlak voor de Tweede Wereldoorlog dus, ontzettend somber over de toekomst van de wereld, en had zichzelf een kluizenaarsbestaan opgelegd. Zijn baan als leraar Engelse literatuur op een dure kostschool had hij opgezegd, zijn vrienden de deur uitgezet en zich in een hutje in het bos teruggetrokken, al mijmerend over de ware bestemming van de mens in het algemeen en die van hemzelf in het bijzonder. Ontzettend boeiend, maar het leverde ook een heleboel ondoorgrondelijke mededelingen op.’
Een vriend – tevens musicoloog en vertaler – las tijdens het vertaalproces met Van der Klis mee en adviseerde haar een uitgever te zoeken. ‘Een hele toer, want hoe kom je erachter of zo’n boek, dat bovendien al eens eerder was vertaald, in een uitgeversfonds past. Pas in allerlaatste instantie, na een hele reeks van afwijzingen, heb ik Uitgeverij Athenaeum benaderd. Dat was naar aanleiding van een recensie van Jane Austens Northanger Abbey (De liefdes van Catherine Morland ). Zij hadden daarvan een nieuwe vertaling uitgebracht en zouden dus misschien ook interesse kunnen hebben in The Goshawk van T.H. White. Mijn vertaling viel in goede aarde en toen had ik opeens een contract.’
Grote verantwoordelijkheid
Maar het vertalen van The Goshawk ging niet altijd even soepel. Van der Klis ontdekte al gauw dat je eigenlijk geen goede vertaling kunt maken zonder je grondig te verdiepen in de auteur als persoon, zijn tijd en achtergrond. Dus dook ze in White's biografie en zijn andere werk, dat naast een serie romans ook bleek te bestaan uit dagboeken, verhalen, schandaleuze historische anekdotes, satire, een kinderboek en krimi. Daarnaast las ze veel over de valkerij en de natuur in Engeland. ‘Zo kwam ik er ook achter dat White nooit zomaar iets opschrijft. Zijn observaties over het weer, wat waar wanneer groeit en wordt geoogst, de ziektes van het vee van zijn buren, hoe de aerodynamica van een vogelvleugel precies werkt, het klopt allemaal exact. Dat geeft je als vertaler een grote verantwoordelijkheid’, aldus Van der Klis. ‘Ik ben bepaald geen internetfreak, maar voor al dat soort gegevens is het web een zegen. Je kan er terugvinden wat er in 1936 in The New Statesman werd geschreven over de herbewapening van Duitsland, en dan begrijp je opeens waarom White zich daarover opwond. Of je googelt eens op die ene merkwaardige verzuchting van White terwijl hij middenin de nacht uitgeput met die havik op zijn hand in zijn schuurtje zit, en ontdekt dan dat dat een regel is uit een zeer toepasselijk gedicht, van John Donne of zo. Schuchart had die zoekmogelijkheid uiteraard niet, dus zijn er in zijn vertaling nogal eens mysterieuze zinnen blijven staan.’
Je moet er maar zin in hebben, dat eindeloze speurwerk. Voor Van der Klis was dit echter geen obstakel, ze maakte de vertaling immers geheel vrijwillig en kon daardoor werken zonder druk of doel en had alle tijd van de wereld. Juist omdat ze een nieuwe, adequatere vertaling van de al eerder vertaalde The Goshawk wilde maken, heeft ze Schucharts vertaling De vlucht van de havik niet naast haar eigen vertaling gelegd tijdens het vertalen. ‘Ik wilde zo dicht mogelijk bij White komen, en mijn eigen taal vinden voor zijn vaak met subtiele ironie overgoten bespiegelingen. Pas later heb ik, vooral bij de onbegrijpelijke passages, gekeken hoe Schuchart dat nou had opgelost. Een oplossing droeg hij bijna nooit aan, maar wel een zodanig virtuoze vertaling dat je er bij het lezen niet echt last van had. Dat is natuurlijk het ware vakmanschap. Maar mijn streven was om net zolang door te mieren tot ik wél de oplossing gevonden had.’
Lees verder op de volgende pagina.