Vertalersgeluktournee: Eline Jongsma over 'Zelfs als alles eindigt'
Eline Jongsma
Eline Jongsma (1991) studeerde Scandinavische talen en culturen aan de Rijksuniversiteit Groningen en volgde daarna de researchmaster Literair vertalen aan de Universiteit Utrecht. Tijdens haar studie begon ze aan haar eerste boekvertalingen, mede dankzij een talentbeurs van het Nederlands Letterenfonds. Sinds 2017 werkt ze als zelfstandig literair vertaler. Haar vertaalwerk is divers en omspant een keur aan genres: van romans, toneel en korte verhalen tot thrillers en non-fictie. Daarnaast maakt Eline deel uit van de jury van de Filter vertaalprijs 2023.
Over snoeien met een broodmes en antipathie als vertaalprobleem
Door Eline Jongsma
Een vertaling in wording kan soms aanvoelen als een talig niemandsland, een verzameling woeste gronden vol woekerende stijlfiguren en tekstuele verbanden, waar in het struweel overal halve zinnen en dilemma’s op de loer liggen. Het goede nieuws: ik heb altijd een kant-en-klaar tuinontwerp bij me, vol schitterende beplanting, keurig gesnoeid. Het slechte nieuws: die bewuste beplanting is bij mijn lokale tuincentrum meestal niet verkrijgbaar. En mijn snoeischaar blijkt soms ineens een broodmes.
Op zoek naar houvast te midden van zo’n welig tierende wildernis klamp ik me meestal vast aan de personages. Zij zijn mijn piketpaaltjes. Als ik hen tastbaar kan maken en een bepaalde verwantschap kan oproepen, komt het gevoel voor toon en stijl vaak als vanzelf. Dan hoef ik me alleen maar af te vragen: zou deze persoon dit zo zeggen/voelen/denken? En ook de rest van de tekst valt dan doorgaans min of meer moeiteloos op zijn plek (met een broodmes valt namelijk verrassend goed te snoeien, als je een beetje geduld hebt).
Daarom stuitte ik bij het vertalen van Zelfs als alles eindigt al vrij snel op een vertaalprobleem dat op het eerste gezicht weinig met het vertalen zelf te maken heeft, maar dat me toch in een lastig parket bracht. De eerste keer dat ik de tekst las, was ik onder de indruk van de thematiek en de uitwerking daarvan, maar zodra ik aan mijn vertaling begon, bleken alle vier de hoofdpersonages ronduit onuitstaanbaar. Didrik, de pr-consultant die met zijn vrouw en drie kinderen op de vlucht slaat voor plotseling oplaaiende Zweedse bosbranden, posteert zich als redder van zijn gezin, maar is in de praktijk vooral bezig met het handhaven van zijn precaire zelfbeeld (alfamannetje annex linkse deugneus) en blijkt daarbij extreem egoïstisch. Zijn ex-minnares Melissa, een opportunistische influencer en klimaatontkenner, vult haar dagen met lege glamour en vult haar autobiografie in wording met loze kreten, terwijl ze de klimaatrellen in de rest van de stad vakkundig negeert en zich voornamelijk bezighoudt met de vraag waar ze zo snel mogelijk een nieuwe voorraad opiaten vandaan kan toveren. André, de mislukte zoon van de tennislegende in wiens huis Melissa logeert, zwelgt tijdens een boottocht met zijn ouweheer in zelfmedelijden en vadermoordfantasieën, en ontpopt zich tot een tamelijk beroerde klimaatactivist. Vilja, Didriks oudste dochter, neemt met haar veertien jaar de leiding op zich over het bevoorraden van een vluchtelingenkamp vol klimaatslachtoffers en is daarmee de enige die te midden van alle chaos echt iets goeds probeert te doen, maar blijft in de tussentijd ook een vrij irritante puber, die alles 'cringe' vindt en zich in de praktijk vooral druk maakt over een ter plekke opgeduikelde kalverliefde.
Toen ik mijn eerste versie herlas, viel het me dan ook meteen op dat er iets niet klopte. De hoofdpersonen en hun stemmen kwamen in mijn vertaling vrijwel nergens uit de verf. Ze waren stijve, bordkartonnen figuren geworden.
'Wekenlang ben je op woord- en zinsniveau aan het puzzelen en soms mis je daarbij wezenlijke aspecten van het grote geheel.'
Ik zat met mijn handen in het haar. Waren de personages die ik hier voor me had dan echt zo'n zootje platgeslagen egotrippers? Of had ik ergens iets over het hoofd gezien? Als het daadwerkelijk om een verzameling karikaturen ging, waarom was ik dan in eerste instantie zo enthousiast geweest over de tekst?
Terug naar het tuinontwerp dan maar. Ik herlas de brontekst en dook in interviews met de auteur. Ik ontdekte daarbij iets nieuws: Jens Liljestrand heeft zijn personages in deze roman heel bewust een archetypisch karakter gegeven, om daarmee de mechanismen van het menselijk handelen rondom de klimaatcrisis bloot te leggen. Hij confronteert ze met het feit dat niemand aan de gevolgen van de crisis ontkomt, maar uiteindelijk passen ze zich aan hun nieuwe omstandigheden aan en krijgen de problemen binnen hun eigen kleine levens toch weer voorrang. Liljestrand biedt geen uitweg en houdt de lezer niet de illusie voor dat het aan den lijve ondervinden van de klimaatcrisis het begin is van een echte verandering. Dat wringt, want je mist als lezer de verlossing waar je zo op hoopt. Maar misschien maakt dat deze tekst juist wel waarachtiger dan een geforceerde personageontwikkeling of gekunstelde catharsis.
Zodra ik dat zag, kreeg ik eindelijk oog voor de tragiek van de afzonderlijke hoofdpersonages. In feite zijn ze een spiegel van onze maatschappij, die net als Didrik ondanks alle goede bedoelingen de blik afwendt van het eigen falen en in hetzelfde spoor vast blijft zitten; die net als Melissa in de wrange spagaat verkeert tussen het feit dat we maar één planeet hebben en het feit dat we maar één leven hebben; die zich net als André niet weet te ontworstelen aan zelfmedelijden en wrok tegenover eerdere generaties en die net als Vilja bij elke poging om iets aan de situatie te doen op onwil en tegenstand stuit van degenen die het voor het zeggen hebben.
Toen pas begonnen de personages in mijn vertaling te leven en vielen hun stemmen op hun plek. Ik besefte eens temeer dat dat het verraderlijke is van vrijwel elk vertaalproject; wekenlang ben je op woord- en zinsniveau aan het puzzelen en soms mis je daarbij wezenlijke aspecten van het grote geheel. Gelukkig is het grote geheel altijd binnen handbereik. Ik kon opgelucht ademhalen. Mijn piketpaaltjes stonden. Nu alleen nog een poosje snoeien met mijn broodmes.
Zelfs als alles eindigt
Jens Liljestrand, vertaald uit het Zweeds door Eline Jongsma
Het is zomer en half Zweden wordt geteisterd door bosbranden. Een idyllische zomervakantie aan een afgelegen meer ontaardt in een helletocht wanneer Didrik, in het dagelijks leven een succesvolle pr-consultant in Stockholm, met zijn gezin halsoverkop moet vluchten voor de oprukkende vlammen. Van de ene minuut op de andere worden ze klimaatvluchteling in eigen land.
Ondertussen zoekt Didriks voormalige maîtresse Melissa toevlucht tot de koelte van een luxe-appartement in Stockholm. Buiten op straat woeden de klimaatprotesten; binnen zijn er kalmerende middelen en rosé.
Terug in de smeulende bossen neemt Didriks oudste dochter Vilja het heft in eigen handen – want de volwassenen om haar heen zijn er duidelijk niet toe in staat.
Hebban Leesclubs met de Europese Literatuurprijs
De Europese Literatuurprijs bekroont zowel de auteur als de vertaler(s) van het winnende boek. De vakjury selecteerde uit de longlist vier hedendaagse romans in prachtige vertaling. Met de vier genomineerden organiseert Hebban deze zomer leesclubs:
Auteursafbeelding: Eline Jongsma via Letterenfonds