Vertalersgeluktournee: Jelle Noorman over 'De diepst verborgen herinnering van de mens'
Jelle Noorman
Jelle Noorman (1964) is literair vertaler en auteur. Na zijn studie Franse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam heeft hij zich toegelegd op het vertalen van fictie en non-fictie uit het Frans, Engels, Spaans en Portugees. Daarnaast schreef hij twee essayistische werken over de Franse cultuur en een roman.
Mohamed Mbougar Sarr en zijn labyrint
Door Jelle Noorman
Op 1 oktober 2021 werd ik door uitgeverij Atlas Contact benaderd met de vraag of ik tijd en zin had om een boek te vertalen dat op dat moment volop meedraaide in de tombola van het jaarlijkse Franse literaire prijzencircus. Het ging om La plus secrète mémoire des hommes, de vierde roman van een jonge Senegalese auteur, die voor maar liefst zes van de prestigieuze najaarsonderscheidingen was genomineerd. Een record dat de Nederlandse uitgeverij niet zal zijn ontgaan toen ze een bod uitbracht op de vertaalrechten. Gehoopt werd ongetwijfeld op de hoofdprijs, de Prix Goncourt, die de toen eenendertigjarige Mohamed Mbougar Sarr op 3 november inderdaad in ontvangst mocht nemen.
Ik was vereerd met het vertaalverzoek – niet vanwege de Goncourt (vaak omstreden en hoe dan ook geen waterdichte kwaliteitsgarantie), maar omdat de roman iets van mij als lezer vroeg wat me niet zo vaak werd gevraagd: fantasie en creativiteit. Dit was geen boek om passief te ondergaan: het verhaal vormt een doolhof, waarvoor de auteur je zodra je er binnengaat een draad aanreikt. Hij wikkelt hem voor je af, maar in alle bochten en afslagen die hij neemt, kun je hem gemakkelijk kwijtraken. Hij laat veel zien, maar minstens zoveel wordt aan de verbeelding overgelaten.
Dat het labyrintische karakter van de roman eveneens veel van een vertaler zou vragen, was me ook meteen duidelijk. Sarr gebruikt taal als instrument, in alle betekenissen van dat woord: het is een werktuig om werelden mee te scheppen en een stem te geven aan zijn personages, maar ook iets wat klanken en ritmes voortbrengt, die een ware soundtrack vormen bij de scènes die er tegelijkertijd mee worden beschreven. Hij kiest woorden die een bepaalde lading hebben en elkaar versterken, als akkoorden in een melodie; hij maakt gebruik van alliteratie, assonantie en andere klankeffecten, en speelt met het metrum van zijn zinnen, die hij bovendien soms bladzijden lang aan elkaar rijgt, heen en weer springend tussen gewaarwordingen en gedachten, waardoor er uiteindelijk één organisch geheel ontstaat. Het zijn zinnen waarin je zou kunnen verdwalen, maar die dankzij de dwingende structuur glashelder zijn.
Die helderheid moest in de vertaling uiteraard behouden blijven, maar zonder dat dit ten koste ging van die andere aspecten. Het Frans en het Nederlands verschillen nogal van karakter: in het Frans bestaan allerlei elegante constructies om zinsdelen aan elkaar te plakken, waar het Nederlands het meestal moet doen met een bijzin ingeleid door een voegwoord. Pogingen om hetzelfde ritme te bewaren zijn dan ook vergeefse moeite. Onze taal is nu eenmaal minder lichtvoetig. Daar komt nog bij dat in het Frans het woordaccent meestal op de laatste lettergreep valt, terwijl er in het Nederlands veel meer variatie is. Bij het vertalen van een zwierige, ritmische passage, waarvan er in De diepst verborgen herinnering van de mens nogal wat voorkomen, ligt het gevaar op de loer dat een wals verandert in een klompendans. Het was dus zaak om een ritme te vinden waardoor de vertaling dat vloeiende behield van de oorspronkelijke tekst. Dat betekende heel veel hardop lezen, husselen met woorden, synoniemen zoeken, knippen, plakken, schrappen en opnieuw beginnen.
'Een belangrijk deel van de boodschap van het boek zou door zo’n ogenschijnlijk kleine ingreep verloren zijn gegaan.'
Een extra moeilijkheid werd gevormd door het klankspel van de auteur, meestal in diezelfde dansende doolhofzinnen. Deze laatste woorden allitereren, maar zouden dat in het Frans vertaald niet doen ('ces mêmes phrases labyrinthiques et dansantes'). Omgekeerd is dat doorgaans ook niet het geval, en voor de vele begin- en halfrijmen waarmee Sarr zijn zinnen accentueert, kon ik vaak geen equivalenten vinden met dezelfde betekenis, of hooguit vergezochte of potsierlijke. Om toch het karakter van de tekst te bewaren heb ik op andere plekken in zo’n passage vergelijkbare effecten in het Nederlands toegevoegd waar ze in het Frans niet stonden: de kunst van het compenseren.
Het labyrintische aspect van De diepst verborgen herinnering van de mens komt verder nog tot uiting in de diversiteit van de stemmen die beurtelings en soms gelijktijdig aan het woord zijn. De kracht van het woord is het uitgangspunt van de roman: centraal staat een verloren gewaand boek dat een onweerstaanbare fascinatie uitoefent op de verteller – zelf een schrijver op zoek naar zijn plek in de literaire wereld – en dat het lot van velen heeft bepaald. Hier wordt taal ook politiek: wie mag welke woorden gebruiken? De mysterieuze, spoorloos verdwenen auteur van dat uitgewiste werk was afgerekend op zijn gebruik van de taal: hij had het als Afrikaan uit een Franse kolonie bestaan om een literaire roman in het Frans te schrijven. De reacties in de Franse pers varieerden van bevoogdend positief tot onverholen racistisch, en toen bleek dat er ook nog passages van andere – witte – auteurs doorheen waren geweven, werden boek en auteur onschadelijk gemaakt.
In zijn pogingen om aan te tonen hoe taal ideeën en opvattingen niet alleen weerspiegelt maar ook in stand kan houden, gaat Sarr maatschappelijke gevoeligheden niet uit de weg. Door het hele boek heen wordt het n-woord gebezigd, dat in het Frans even beladen is als in het Nederlands. Er zijn echter goede redenen voor deze politieke incorrectheid, die al duidelijk worden bij het eerste voorbeeld: op de middelbare school in Senegal kreeg de verteller les uit Het handboek van de negerliteratuur, 'een van die onverwoestbare bloemlezingen die sinds het koloniale tijdperk voor scholieren in Franstalig Afrika als literair naslagwerk dienden'. De letteren van een heel continent gebundeld op basis van huidskleur en 'ras'.
Door de felle debatten rond het gebruik van omstreden woorden vormde dit nog een laatste vertaalkwestie. De Nederlandse uitgever had moeite met het woord 'neger', maar de auteur drong er desgevraagd op aan dat zijn bedoelingen niet zouden worden verdoezeld door 'nègre' met 'zwarte' te vertalen, wat bovendien problematisch zou zijn, omdat dan het onderscheid zou verdwijnen tussen dat met een problematisch koloniaal verleden verbonden woord en het neutrale 'noir', dat hij in een hedendaagse context gebruikt en dat ik uiteraard wel met 'zwart(e)' heb vertaald. Dit was geen stilistische kwestie: een belangrijk deel van de boodschap van het boek zou door zo’n ogenschijnlijk kleine ingreep verloren zijn gegaan.
Jelle Noorman is tijdens de live-optredens van de Vertalersgeluktournee op donderdag 29 juni in Amsterdam bij boekhandel Van Pampus.
De diepst verborgen herinnering van de mens
Mohamed Mbougar Sarr, vertaald uit het Frans door Jelle Noorman
Een verloren gewaande cultklassieker, een spoorloze auteur: als de jonge Senegalese, in Parijs woonachtige schrijver Diégane een legendarische literaire klassieker uit 1938 in handen krijgt, moét hij de mysterieuze schrijver ervan zien te vinden. Deze T.C. Elimane werd na de verschijning van zijn roman als ‘de zwarte Rimbaud’ gevierd, maar na een schandaal en de daaropvolgende racistisch getinte haatcampagne is hij van de aardbodem verdwenen. De labyrintische zoektocht naar Elimane zal Diégane tachtig jaar later naar Senegal, Frankrijk en Argentinië voeren, in een verslavend verhaal dat verweven is met de complexe erfenis van het kolonialisme.
Hebban Leesclubs met de Europese Literatuurprijs
De Europese Literatuurprijs bekroont zowel de auteur als de vertaler(s) van het winnende boek. De vakjury selecteerde uit de longlist vier hedendaagse romans in prachtige vertaling. Met de vier genomineerden organiseert Hebban deze zomer leesclubs:
Auteursafbeelding: Jelle Noorman via Letterenfonds