Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Column /

Vertalersgeluktournee: Katrien Vandenberghe over woorden die van ons zijn

Twintig romans vertaald uit negen talen maken kans op de Europese Literatuurprijs 2021. De prijs bekroont zowel auteur als vertaler(s) van de beste hedendaagse Europese roman die in het afgelopen jaar in Nederlandse vertaling is verschenen. De longlist is samengesteld door 17 boekhandels. Tot aan de bekendmaking van de shortlist op 29 juni vertellen de vertalers van deze romans over hun werk.

Een huis dat van ons is

Julia Deck, vertaald door Katrien Vandenberghe

Zowel in het algemeen als in het bijzonder vond ik het een vergissing om de kat te doden toen je me vertelde over je plannen met het lijk. Het was al april, we woonden er inmiddels zes maanden. De fonkelnieuwe huizen blonken in de natte zon, de zonnepanelen glinsterden op de daken en een dicht gazon groeide aan weerskanten van de doodlopende straat.

Woorden die van ons zijn

Door: Katrien Vandenberghe

Een matglanzend groen. Een zeldzaam groen. Pastelzacht en toch vervreemdend mysterieus. Een groen dat bij blauw past. Bij het blauw van dat andere omslag – van het destijds ook in de zeer fijne Franse reeks van Uitgeverij Vleugels verschenen, ook op de ELP-longlist geplaatste debuut van Julia Deck. En bij het staalblauw van de strakke hoogzomerlucht waaronder in het tuintje van het spiksplinternieuwe huis dat van hen is liggend wordt gelezen (m) of met de voeten in een teiltje wordt gewerkt (v). Een groen dat wonderwel bij het boek past.

De belettering van de titel staat als een huis. Het springt in het oog: Een huis dat van ons is. In drievoud nog wel: de smalle, donkergroene letterlijn – als een architecturaal ontwerp, een skelet –, vet gevat in stevig wit – massieve moderne bouwsteen –, op zijn beurt geflankeerd door een appelblauwzeegroene slagschaduw. De schaduw die het huis onder de brandende zon op een gemillimeterde grasmat werpt. De schaduw als donkere keerzijde van een mooie illusie. De schaduw van dreigend onheil dat zich algauw boven de genadeloze geestigheden samenpakt. De schaduw waartoe de uiteengespatte bakstenen droom verwordt. In de aanblik van de letters zie ik ook zindering, het dringende appel dat trillend als een fata morgana uitgaat van een blitse, milieuvriendelijke eigen nieuwbouw buiten de grootstad. Én veelvuldigheid, want de manieren waarop mensen zo’n eigen stek bewonen vallen allerminst samen. Hineininterpretierung? Vormgeving is een vorm van poëzie, al helemaal ten huize van Vleugels.

De vertaling van een titel ligt vaak niet voor de hand. 'Propriété privée' klinkt sterk, stellig en streng – resolute alliteratie, claimende tangklemtonen. Particulier-eigendom: prohibitieve plakkaatjes op poorten, hekken, stammen en paaltjes bij paden en wegen doemen op. Waag het niet! Het specifieke opschrift op de Belgische dan wel Nederlandse bordjes varieert – wat ik graag diplomatisch oplos. Een uitweg bood de tekst. 'Propriété privée' wordt maar tweemaal gebruikt, door de ik-vertelster, in een context waarin het duidelijk om het kopen van een eigen huis gaat, zó duidelijk dat 'particulier eigendom' of 'privaat' of 'eigen terrein' raar zou zijn, raarder dan in het Frans – het Frans schuwt nu eenmaal geen abstractie voor het concrete. Vandaar de op de zaak toegespitste vertaling: 'een huis dat van ons is' – liever dan 'een eigen huis'. Om de twee klemtonen, in die positie, om de primaire boodschap, en omdat (net als in de dubbele bodem van het Frans) een kernissue erin oplicht. Want paradoxaal genoeg moet de protagoniste vaststellen dat in dat nieuwe huis dat helemaal van hen is, niets nog van hen is. In tegenstelling tot waar ze voorheen woonden, hartje Parijs, hebben ze geen eigen leven meer.

We blijven even in de groene sfeer. In de eerste alinea, die de toon zet (onderkoeld, snedig, alle uitwas weggesnoeid, zonder kaalheid) wordt er verpot. 'Souci' heet de plant in het Frans. Deze bloeier werpt, ondanks de oranje gloed die de bolle bloemknopjes beloven, zijn sombere schaduw vooruit: veel vaker dan 'goudsbloem' betekent 'souci' 'zorg, kommer'. Vlijtig ga je dan op zoek naar een bloempje met een funeste naam, maar de mogelijkheden liggen niet voor het oprapen, hoe groen ook de vingers. Op straffe van herschrijving van hele zinnen geldt een waslijst van contraintes. Plantkenmerken die een rol spelen: stevige bloemknoppen, grijze blaadjes, verpotten in april, oranje bloemenweelde in juni, kan tegen een stootje, staat buiten op de vensterbank (zon/schaduw). Kasplantje 'kruidje-roer-me-niet' valt over de hele linie af, ook vollegrondplanten met heerlijke namen als 'bitterzoet' en 'wrangwortel' vereisen verregaande auteursingrepen (net als 'schildersverdriet' en 'gebroken hartje', die dan weer te precies zijn in hun tristesse). 'Vrouwentongen' had ontegenzeglijk iets gehad, maar die staan aan de verkeerde kant van het raam en worden niet vurig oranje. Goudsbloem vond ik nog zo gek niet. Dé gouden droom, een eigen huis, edoch, het is niet al goud wat blinkt.

Het openingstafereel waarin de ik-vertelster haar goudsbloemen verpot, tekent de stijl. Vlijmscherp, suggestief (gistende ondergrond). Al in het bovenvermelde – en herdrukte – met lieve collega Lidewij van den Berg vertaalde Viviane Élisabeth Fauville is het Decks handelsmerk: de verrassende trefzekerheid van haar woordcombinaties. Bijvoorbeeld in de lucide, zachtzinnig ironische typering van de al dertig jaar stand houdende band tussen de ik-figuur en haar man, in de desolate troost van de begraafplaats, in de ensoriaans-boschiaanse grotesken van burenhinder. Als vertaler zoek je naar je eigen woorden voor háár woorden. Haar woorden waren eerst, ze zijn mijn richtsnoer, samen met mijn taalgevoel. Met mijn, 'onze' woorden probeer ik op de Nederlandstalige lezer het effect teweeg te brengen dat haar origineel op mij had. Gelukkig als het lijkt te lukken, gelukkig met elke gelukkige inval. Zoals bij zaadjes komt er geduld bij kijken.

Wat niet wegneemt dat ik me efficiëntie had voorgenomen. Door in mijn eerste vertaalronde juist trager te werken. Langer stilstaan bij de Franse zin (wat is het 'lichaam' van de tekst? zoals Piet Gerbrandy dat zo indringend formuleerde in een lezing). Langer stilstaan bij het vormen van mijn eigen zin (alle verhoudingen in acht genomen met een strategie van Ilja Leonard Pfeijffer, opgepikt uit een interview: deze virtuoze bouwer van uitgebalanceerde perioden denkt elke zin helemaal uit voor hij die op papier zet). Spontane ingevingen vertrouwen, kritische voelhoorns op scherp, het onderbewuste zijn wondere inbreng laten doen (tijdens het lopen, het stofzuigen en wat dies meer zij). Zo’n vertaling is een halte op je weg, kruipt in de kelders van je ziel.

Meer herinneringen komen op. Een auteursinterview over Propriété privée bij Tropismes, nog een bij Athenaeum Boekhandel door Olivier Barrot (van wie ik later in Vichy een prachtige documentaire over Valery Larbaud zag), gepresenteerd door Margot Dijkgraaf, met een interessant staartje: in De Zwart kwam ik in contact met Chris de Jong, en van het een kwam het ander (een vertaling bij Koppernik). Q&A-lunch met Julia in een bistro in de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen. Precorona ten voeten uit. Bruisend leven, toeval, schermloze uitwisseling.

We slaan het boek dicht. De cirkel is rond: op de achterflap staat, naar goede Franse gewoonte, de beginparagraaf afgedrukt. Geheimzinnig glanst het groen. Er rest nog raadsel.


De auteur

Julia Deck werd in 1974 in Parijs geboren, waar ze nog altijd woont. Ze heeft letteren gestudeerd aan de Sorbonne en volgde een opleiding aan een school voor journalistiek. Daarna werkte Deck in de wereld van de pers en uitgeverijen. Inmiddels is schrijven haar hoofdactiviteit. Met Viviane Élisabeth Fauville debuteerde Deck in 2012 succesvol bij het prestigieuze Les Éditions de Minuit. Na Le triangle d’hiver en Sigma verscheen in 2019, nog steeds bij Minuit, Decks vierde roman, Propriété privée, dat begin 2020 onder de titel Een huis dat van ons is uitkwam bij uitgeverij Vleugels.

Foto: via Letterenfonds


De vertaler

Katrien Vandenberghe vertaalt Franse literatuur (onder meer verschillende romans van Tanguy Viel en Mathias Enard, een verhalencyclus van Lutz Bassmann, samen met Kiki Coumans een roman van Christian Oster) en een paar filosofisch-essayistische werken (Achille Mbembe met Jeanne Holierhoek, Bruno Latour met Rokus Hofstede). Zopas verscheen onder de titel Kinderscènes bij De Arbeiderspers haar vertaling van Enfantines (1918) van Valery Larbaud. In 2013 ontving ze samen met Katelijne De Vuyst de Europese Literatuurprijs voor hun vertaling van Limonov van Emmanuel Carrère.

Foto: via Letterenfonds

Naar het vertalerskanaal



Over de auteur

Nederlands Letterenfonds

21 volgers
0 boeken
0 favorieten
Specialist


Reacties op: Vertalersgeluktournee: Katrien Vandenberghe over woorden die van ons zijn

 

Gerelateerd

Over

Julia Deck

Julia Deck

Julia Deck werd in 1974 in Parijs geboren, waar ze nog altijd woont. Ze heeft le...

Katrien Vandenberghe

Katrien Vandenberghe

Katrien Vandenberghe vertaalt Franse literatuur en een paar filosofisch-essayist...