Vertalersgeluktournee: Manon Smits over de vogels van Cyprus
Genomineerd Europese Literatuurprijs 2022
Het eiland van de verdwenen bomen
Auteur: Elif Shafak
Taal: Engels
Vertaler: Manon Smits
Cyprus, 1974. Kostas, een Grieks-Cyprioot, en Dephne, een Turks-Cyprioot, ontmoeten elkaar stiekem in de plaatselijke taverne. De stille getuige van deze gelukkige ontmoetingen is een vijgenboom, die midden in dit knusse restaurant staat en door een holte in het dak omhoog groeit. Dan breekt de oorlog uit. Kostas wordt naar een oom in Londen gestuurd en Dephne blijft achter.
Jaren later keert Kostas, inmiddels botanicus van beroep, terug om haar op te zoeken. Ze houden nog steeds van elkaar en hij overtuigt Dephne ervan met hem mee naar Londen te gaan - tegen de wens van haar familie in. Maar eerst keren ze terug naar de plek waar ooit de taverne stond, om daar een stek van 'hun' vijgenboom te halen. Deze vijgenboom is het enige houvast dat hun dochter Ada vele jaren later, na de dood van haar moeder, heeft aan haar familiegeschiedenis. Lukt het Ada om decennia aan geheimen te ontrafelen?
De vogels van Cyprus
Door Manon Smits
Elif Shafak is een Turkse schrijfster die is geboren in Straatsburg, vanwege het diplomatenwerk van haar moeder. Ze groeide op in verschillende landen, studeerde in Istanbul en daar schreef ze ook haar eerste boeken. Aanvankelijk in het Turks, maar later in het Engels. Ik ben geen vertaler Turks, dus ik vertaal alleen de boeken die in het Engels zijn geschreven; dat zijn er inmiddels negen. De stad Istanbul speelt vaak een hoofdrol in haar werk en wordt dan in geuren en kleuren en vooral smaken beschreven.
Ze schuwt echter de controverse niet, integendeel. Dat was bijvoorbeeld zo in haar vorige roman 10 minuten en 38 seconden in deze vreemde wereld, waarin de vermoorde prostituee Leila wordt gevonden in een afvalcontainer in Istanbul. Haar brein blijft nog 10 minuten en 38 seconden actief na haar dood, iets wat wetenschappelijk gezien mogelijk is, en in die tijd denkt ze terug aan verschillende momenten uit haar leven en aan haar vriendengroep, een bonte verzameling mensen uit verschillende landen. Shafak snijdt in al haar boeken maatschappelijke en politieke thema’s aan, zoals mensenrechten, de rol van vrouwen, het verschil tussen oosterse en westerse cultuur. Ze bekijkt kwesties van alle kanten en juist daarom is ze al een paar keer in de problemen gekomen met de Turkse overheid. In haar roman De bastaard van Istanbul, laat ze een groep vrienden discussiëren over de Armeense genocide, maar in Turkije is het verboden om dat een genocide te noemen, zelfs voor romanpersonages, dus werd ze aangeklaagd en riskeerde ze een gevangenisstraf. Daarna emigreerde ze definitief met haar gezin naar Engeland. De aanklacht werd later ingetrokken, maar drie jaar geleden werd ze opnieuw aangeklaagd voor 10 minuten en 38 seconden, omdat ze daarin beschreef hoe de hoofdpersoon Leila als kind was misbruikt door een oom. De Turkse aanklager stelde een onderzoek in met de beschuldiging dat Shafak kinderporno had geschreven. Dat was natuurlijk te gek voor woorden, Shafak is juist iemand die altijd opkomt voor de zwakkeren in de samenleving en die ageert tegen mishandeling en misbruik van vrouwen en kinderen. Het leidde ertoe dat ze niet meer terug kon naar Istanbul en niet eens de begrafenis van haar oma kon bijwonen.
Haar nieuwste roman Het eiland van de verdwenen bomen gaat over de oorlog op Cyprus. Zoals Shafak zegt: 'We hebben na Berlijn nóg een gespleten hoofdstad in Europa, namelijk Nicosia, alleen is die een stuk onbekender.' Ze beschrijft de geschiedenis van Cyprus, en hoe de Turkse en Griekse bewoners vreedzaam samenleefden tot er steeds meer problemen ontstonden, uitmondend in de Turkse militaire invasie op 20 juli 1974. Het leidde tot een scheiding van het eiland die nog altijd voortduurt. Tegen de achtergrond van deze politieke ontwikkelingen maken we kennis met de Turkse Defne en de Griekse Kostas, die in het geheim verliefd worden op elkaar. Later emigreren ze naar Londen, waar hun dochter Ada opgroeit. Ze willen haar niet belasten met het verleden, maar de trauma’s worden toch van generatie op generatie doorgegeven, zo laat Shafak zien.
'Shafak is juist iemand die altijd opkomt voor de zwakkeren in de samenleving en die ageert tegen mishandeling en misbruik van vrouwen en kinderen.'
Maar ondanks de dramatische ontwikkelingen en het beschreven oorlogsgeweld – bijvoorbeeld het belangrijke werk van de internationale Commissie voor Vermiste Personen, die ook nu nog massagraven in kaart brengt en opgraaft zodat families decennia later alsnog afscheid kunnen nemen van hun dierbaren – is Het eiland van de verdwenen bomen ook een ode aan Cyprus en aan de natuur. Zo is de hoofdrol weggelegd voor een vijgenboom. Ook komen er veel andere planten en dieren in het boek voor, met name vogels, die vliegen van Noord- naar Zuid-Cyprus, zoals Klein Orkest zou zingen.
Het vertalen van al die planten- en dierennamen levert zo zijn eigen problemen op. Een citaat uit het boek: 'En verder de vogels. Blauwe reigers, zwartkopgorzen, wespendieven, gele kwikstaarten, fitissen, maskerklauwiers en, mijn favorieten, de wielewalen. Die komen helemaal van het noordelijk halfrond, voor het merendeel ’s nachts trekkend, terwijl de duisternis toeneemt bij hun vleugeltoppen en rode kringen tekent rond hun ogen…' En Shafak vervolgt, in het Engels:
'… they stop here midway in their long journeys, before continuing to Africa. The island for them is a resting place, a lacuna in the tale, an in-between-ness.'
In het Nederlands zouden we hier mooi het begrip 'een tussenstop maken' kunnen gebruiken voor 'they stop here midway', maar in deze zin kon dat niet omdat ik dan in problemen kwam met 'in-between-ness', waar ik het woord 'tussen' voor nodig had. Een één-woord-vertaling zoals 'tussenheid' bestaat nu eenmaal niet in het Nederlands, en als zelfverzonnen woord vind ik het niet mooi genoeg om te gebruiken. Ik heb het zo opgelost:
'… en hier stoppen ze halverwege hun lange reis, voordat ze verder trekken naar Afrika. Het eiland is een rustplaats voor hen, een lacune in het verhaal, een plek tussen twee werelden.'
Een vergelijkbaar probleempje had ik bij de overpeinzingen van Defne over Kostas, die een groot natuurliefhebber is en later ook bioloog wordt: 'Deze jongen die zo zacht was als de dauw op een frisse ochtend, en die de meest ontroerende liederen kon zingen in een taal die ze niet kon volgen, deze jongen die opgewonden kon kletsen over eeuwiggroene struiken and about crested hopoes, stond nu blijkbaar met zijn mond vol tanden.'
'Shafak kan zelf trouwens ook verrassend uit de hoek komen, net als haar personages.'
Een 'crested hopoe' heet in het Nederlands een hop. Maar ik vond het te lelijk en verwarrend om de jongen te laten kletsen over 'eeuwiggroene struiken en hoppen', ik denk dat veel mensen geen idee zouden hebben dat daarmee vogels werden bedoeld. Dus besloot ik de vogel een beschrijving mee te geven die Kostas in zijn enthousiasme vast ook had gegeven: '… en over de hop met zijn grote kuif.'
Op een andere plaats vond ik echter juist de klank van een vogelnaam belangrijker dan de specifieke soort. Hier is de vijgenboom aan het woord, die door Kostas als stekje is meegenomen naar Engeland: 'Cyprus mis ik ook. […] Ik ben nu dan misschien een Britse boom, maar op sommige dagen duurt het even voor ik besef waar ik ben, op welk eiland precies. Er komen allerlei herinneringen in me op, and if I listen intently, I can still hear the songs of meadowlarks and sparrows, the whistling of warblers and wigeons, the birds of Cyprus, calling my name.' De 'warblers' die hier bedoeld worden zijn grasmussen, die komen ook elders in het boek voor, maar als ik de 'sparrows' daarvoor zou vertalen als 'mussen', zou je een lelijke, onbedoelde herhaling krijgen van het woord 'mussen'. Maar het is duidelijk dat Shafak hier bewust voor de alliteratie kiest, het is een poëtisch stukje. Daarom leek het me beter hier in plaats van 'mussen' te kiezen voor 'leeuweriken', natuurlijk wel pas nadat ik had gecontroleerd of die ook voorkomen op Cyprus: 'en als ik aandachtig luister hoor ik nog steeds de wijs van de weidespreeuwen en leeuweriken, het gesjilp van grasmussen en smienten, de vogels van Cyprus, die mijn naam roepen.'
Shafak kan zelf trouwens ook verrassend uit de hoek komen, net als haar personages. Zo ontdekte ik laatst dat metal haar favoriete muziek is, en dat ze haar romans schrijft terwijl ze één bepaald symphonic metal-nummer talloze keren op repeat draait. Dat was wel het laatste wat ik had verwacht van deze wijze, bedachtzame vrouw, maar ze vertelde dat ze die energie en reuring om zich heen nodig heeft, misschien juist omdat ze jarenlang midden in Istanbul heeft gewoond. Wel met koptelefoon, omdat haar kinderen anders gaan klagen. Vandaar dat ik dit stukje heb geschreven met een van haar tips, de Finse band Nightwish, op mijn koptelefoon. En het is inderdaad stimulerende muziek. Weer iets geleerd van deze bijzondere schrijfster, voor wie ik meer en meer bewondering krijg. Ik ben heel benieuwd waarmee ze ons de volgende keer zal verrassen.
Auteur en vertaler
Elif Shafak
Elif Shafak (1971) schrijft zowel in het Engels als Turks en is de meest gelezen auteur van Turkije. Haar werk wordt in 54 talen uitgegeven en won vele internationale prijzen. Daarnaast was ze in 2017 jurylid van de Man Booker International Prize, is ze TED Global Speaker en zet ze zich in voor rechten voor minderheden. Vanwege haar boeken werd Shafak tweemaal aangeklaagd door de Turkse overheid. Ze is professor aan de universiteit van Oxford en vicepresident van de Royal Society of Literature.
Foto: © Ferhat Elik via Letterenfonds
Manon Smits
Manon Smits (1967) studeerde Engels en Italiaans in Nijmegen en in Rome. Sinds 1995 vertaalt ze boeken uit het Italiaans (onder meer van Alessandro Baricco, Silvia Avallone en Jhumpa Lahiri) en uit het Engels (waaronder werk van Elif Shafak en Emma Donoghue). Voor De vreemdelinge van Claudia Durastanti ontving ze in 2020 de vertaalprijs van het Italiaanse ministerie van Cultuur. Dit jaar is ze voor de achtste keer genomineerd voor de Europese Literatuurprijs. Smits is ook bestuurslid van de Stichting Lira.
Foto: via Letterenfonds