Vertalersgeluktournee: Martin de Haan over 'Vernietigen'
Martin de Haan
Martin de Haan (1966) is de vaste literair vertaler van Michel Houellebecq en Milan Kundera en hij vertaalt daarnaast andere hedendaagse en klassieke Franse auteurs zoals Jean Echenoz en Marcel Proust. Hij kreeg voor zijn werk drie grote vertaalprijzen: de Letterenfonds Vertaalprijs 2012, de Dr. Elly Jaffé Prijs 2018 en de Filter Vertaalprijs 2018. Naast zijn werk als literair vertaler is De Haan essayist, auteur en kunstfotograaf.
Afnemende wanorde
Door Martin de Haan
'Als hij niet tegen zichzelf wordt beschermd, slijt een goede vertaler snel. Vertalen is in de strikte zin van het woord een ongezond beroep. Professionele vertalers, die vanwege hun hongerloon gedwongen worden teksten te vervaardigen als blini's, boek na boek, jaar in jaar uit, kennen rust noch duur en vallen aan zenuwziekte ten prooi. Ze lopen een verhoogd risico op afasie, verzwakking van het spraakcentrum, taalvernietiging, acute neurasthenie. Preventie van arbeidsongeschiktheid is geboden.'
Toen ik die onheilspellende woorden van de Russische dichter-vertaler Osip Mandelstam in 2007 voor het eerst las, door mijn kompaan Rokus Hofstede doorvertaald uit het Frans, kon ik een glimlach niet onderdrukken. Ik had weliswaar al een keer zware RSI (Repetitive Strain Injury, red.) gehad bij een boek dat te snel af moest, maar ik zag dat als een vorm van pech, niet als een wezenlijk probleem. Ook later ben ik erom blijven glimlachen, want het bleef hilarisch klinken, ook al had ik gaandeweg allang ontdekt dat Mandelstam gewoon gelijk heeft: literatuur vertalen ís mentaal en fysiek gezien een heel zwaar vak. Probeert u zelf maar eens dag in, dag uit urenlang achter de computer te zitten om oplossingen voor ogenschijnlijk onoplosbare problemen te vinden.
Toch was ik op geen enkele manier voorbereid op wat me te wachten stond tijdens het vertalen van Michel Houellebecqs achtste roman, raadselachtig Anéantir geheten. What's in a title? Die achtste Houellebecq is met zijn 734 Franse bladzijden verreweg de dikste, en dat was meteen ook mijn voornaamste vraag na de eerste lezing ervan: had het niet veel beknopter gekund? In combinatie met het feit dat de thrillerachtige spanningsboog op ruim 150 bladzijden voor het eind ineens ophoudt, bracht die omvang me in mijn leesverslag voor de Nederlandse uitgever tot de conclusie dat dit boek nooit zou zijn uitgegeven als het was geschreven door een debutant. Waarmee ik niet per se bedoelde te zeggen dat het geen goed boek was, maar daarover straks meer.
Anéantir heeft me vrij letterlijk vernietigd: drie keer spit, zware RSI en vreemde blaasjes die omlaag kropen over mijn linkerarm en uiteindelijk het gevoel in een van mijn vingers maandenlang uitschakelden. Dat alles door het vertalen van die 734 bladzijden, meestal zeven dagen per week inclusief de avonduren, want 'waar blijft die vertaling toch?'. Ik ontwikkelde dus een haat-liefdeverhouding met het boek. Haat omdat ik mezelf aan het vernietigen was, liefde omdat het boek tegelijkertijd steeds beter werd. Inmiddels kan ik die kwaliteit ook benoemen: Vernietigen is in zekere zin een omgekeerde Houellebecq-roman, en daardoor een van de interessantste.
'Al zwoegend, terwijl het me fysiek en mentaal vernietigde, ben ik van dit boek gaan houden.'
Het draait allemaal om de mate van wanorde, oftewel entropie, met een aan de thermodynamica ontleende metafoor. Die kan in een afgesloten systeem alleen maar toenemen, nooit afnemen, en in de romans van Houellebecq gebeurt iets vergelijkbaars: de dingen kunnen alleen maar slechter gaan, nooit beter. Maar in Vernietigen gebeurt het omgekeerde: de thrillerachtige spanning wordt ver voor het eind doorgeprikt als een ballon, de cohesie in de familie van hoofdpersoon Paul wordt hersteld, en zelfs het volledig ontspoorde huwelijk van Paul en Prudence komt weer mooi op de rails. Het slot lijkt ondanks Pauls dood dan ook verdacht veel op een happy end.
Had Houellebecq daar nu echt 734 bladzijden voor nodig? Er zijn momenten waarop het allemaal wel héél erg traag voortkabbelt, en sommige handelingen en taferelen worden wel héél erg uitgebreid beschreven. Niet veel schrijvers zouden dat zo kunnen doen zonder te worden teruggefloten door hun uitgever, maar Houellebecq is een literaire en zelfs buitenliteraire superster die zelf wel bepaalt hoe zijn boek eruit moet zien. Geef hem trouwens maar eens ongelijk. Zelfs continuïteitsfoutjes laat hij het liefst gewoon staan, want de poëtische waarheid van het moment van schrijven weegt voor hem zwaarder dan de logisch-narratieve waarheid. Ik vind dat een mooi uitgangspunt en kan meestal wel grinniken om zulke weeffoutjes, al is het soms wat vermoeiend om de zoveelste serotoninelezer te woord te moeten staan die me triomfantelijk-verontwaardigd meldt dat Pink Floyds Ummagumma niet 'de plaat met de koe' is. En ik moet eerlijk bekennen dat ik het in Vernietigen af en toe wat te gortig vond worden: er zijn hoofdstukken waarvan je je afvraagt of er toch niet beter even een redacteur goed naar had kunnen kijken. Ook de chronologie is net als in zijn vorige romans weer wat problematisch, maar u raadt het al: dat vindt hij zelf niet erg.
Een 'fout' die ik juist erg leuk vind, is de kaart van Europa met de plaatsen van de aanslagen die in het boek worden gepleegd. Die blijken allemaal op een denkbeeldige cirkel te liggen en samen een vijfpuntige ster te vormen, zodat de geheime dienst uiteindelijk de plaats van de volgende aanslag kan voorspellen: ergens op een Kroatisch eiland. Prachtig bedacht. Maar toen ik de kaart wilde namaken met Nederlandse plaatsnamen bleken de plaatsen op mijn gedownloade kaart van Europa onmogelijk op dezelfde manier met elkaar te kunnen worden verbonden, en Frankrijk bleek niet in het midden te liggen zoals op de originele kaart. Ineens daagde het me: een kaart is een tweedimensionale weergave van een driedimensionaal bolsegment, dus het hangt van de gebruikte projectie af of een reeks plaatsen wel of niet op een cirkel ligt en een vijfpuntige ster vormt. Na lang zoeken naar een bruikbare projectie gaf ik het op. De Nederlandse kaart is nu gemaakt door een echte kaartmaker, die Europa flink heeft moeten uitrekken.
Al zwoegend, terwijl het me fysiek en mentaal vernietigde, ben ik van dit boek gaan houden. Het einde, over de wandeling die Paul en Prudence maken door het staatsbos van Compiègne, is een van de ontroerendste passages die Houellebecq ooit heeft geschreven. De liefde en hoop die er ondanks Pauls naderende dood uit spreken zijn wat mij betreft bijna even aangrijpend als het volledig van hoop en liefde verstoken slot van De kaart en het gebied, waar Jef Martin zijn timelapse-filmpjes van langzaam ontbindende Playmobil-poppetjes maakt.
Is Houellebecq mild geworden?
Deze column is een sterk ingekorte versie van een hoofdstuk uit Martin de Haans boek Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq (derde, opnieuw herziene en uitgebreide editie, De Arbeiderspers 2023).
Vernietigen
Michel Houellebecq, vertaald uit het Frans door Martin de Haan
November 2026. De Franse presidentsverkiezingen komen er weer aan, de zittende president kan na zijn tweede termijn niet worden herkozen, dus het hele veld ligt open en radicaal-rechts maakt een goede kans. Dan verschijnt er op internet een onmogelijk realistische nepvideo waarin een van de voornaamste kandidaten wordt geëxecuteerd. De verantwoordelijkheid voor het onderzoek komt terecht bij topambtenaar Paul Raison, en over hem gaat dit boek: over zijn pogingen om een grote terroristische dreiging te pareren, maar vooral ook over zijn privéleven, zijn relatie met zijn vrouw, zijn familie.
Vertalersafbeelding: © Nathalie Barrus via Nederlands Letterenfonds