Vertalersgeluktournee: Nini Wielink over een onbezonnen daad
Het lichtje in de verte
Antonio Moresco, vertaald door Nini Wielink
Een man leeft in totale eenzaamheid in een verlaten bergdorp. Maar elke nacht, op hetzelfde uur, verschijnt er een mysterieus lichtje aan de andere kant van de vallei. Wat is het? Iemand in een ander verlaten dorp? Een vergeten straatlantaarn? Als hij uiteindelijk op onderzoek uitgaat, vindt hij een jonge jongen die ook alleen woont, in een huis midden in het bos. Maar wie is dit kind echt? Het antwoord is zowel geheimzinnig als diep ontroerend.
In een continue dialoog met de wezens die het bos bevolken, luchtwortels, bomen, vuurvliegjes, zwaluwen, reflecteert Antonio Moresco over eenzaamheid en de pijn van het bestaan, over leven en dood, maar ook over wat mensen en dieren bindt.
Een onbezonnen daad?
Door: Nini Wielink
Met La Lucina, een kleine roman van Antonio Moresco, maakte ik inmiddels zes jaar geleden kennis via de Italiaanse leesclub die jarenlang regelmatig bijeenkwam in Libreria Bonardi, de boekwinkel van Marina Warners. Ik kende de schrijver niet, had nooit van hem gehoord, maar ik was meteen gefascineerd en voelde dat dit boekje iets bijzonders was. Het moest vertaald worden, zoveel was duidelijk. Ik liet mijn leesclubgenoten ook meteen weten dat ik die vertaling heel graag voor mijn rekening wilde nemen.
Ik ben opgeleid als vertaalster Franse en Italiaanse literatuur en oefen dit beroep al ruim dertig jaar uit, met veel plezier. Maar in de praktijk was er tot dan toe weinig Italiaans op mijn weg gekomen en had ik me voornamelijk beperkt tot vertalingen uit het Frans, altijd in opdracht van een uitgever. Voorzichtig informeerde ik nu eerst in Italië bij Mondadori of de rechten al aan een Nederlandse uitgever waren verkocht, wat gelukkig nog niet was gebeurd. Wel was La Lucina al vertaald in Frankrijk, in de USA en in Letland, meen ik me te herinneren.
Onmiddellijk ging ik aan de slag. Het was dus de eerste keer dat ik op eigen initiatief, zonder contract, aan een vertaling begon. Maar ik maakte me voorlopig geen zorgen, zo'n mooi boekje, dacht ik, daar zou ik vast wel een uitgever voor vinden.
Het was fijn om aan deze vertaling te werken. Ik had natuurlijk geen deadline, wat op zich al heerlijk is. Soms liet ik het werk een tijdje rusten, schaafde en polijstte hier en daar wat. Ik kon me deze keer ook de luxe permitteren het verhaal, in etappes, aan mijn partner voor te lezen. Als je er de tijd voor hebt, is dat sowieso altijd een uitstekende methode om erachter te komen of een tekst echt lekker loopt. Niet zozeer dankzij de eventuele kritiek van de toehoorder, maar omdat je zelf dan iets meer afstand neemt. Met name voor het ritme doet voorlezen wonderen.
Al vertalend raak je natuurlijk nog meer in de ban van een verhaal dan wanneer je het gewoon leest. De sfeer in dit boek is heel bijzonder, mysterieus maar niet zweverig. Het verhaal, verteld door een man wiens leeftijd niet wordt genoemd, speelt zich af op de grens tussen twee werelden: die van de levenden en die van de doden. Dat klinkt misschien vreemd, maar Moresco weet het aannemelijk te maken, de overrompelende slotscène inbegrepen. Ik kwam veel uitvoerige beschrijvingen tegen van het krioelende leven boven en onder de grond, in planten, bomen, dieren en mensen. Vaak gebruikt Moresco hiervoor lange, meanderende zinnen. Zelf heb ik ook grote belangstelling en waardering voor bomen en planten, voor dieren trouwens ook, dus het vocabulaire dat ik hiervoor nodig had, lag me wel. Veel natuurverschijnselen kwamen aan de orde, hagelbuien, storm, wind, sneeuw, regen, aardbevingen.
En dan was er het jongetje, dat de tweede hoofdfiguur is in deze roman. De gesprekken tussen de man en het jongetje bestaan juist uit korte, eenvoudige zinnen.
Vanaf het begin van het verhaal heerst er een licht onheilspellende sfeer, terwijl tegen het eind de gedachten van de hoofdfiguur apocalyptische vormen aannemen. Het is geen verhaal dat lineair verteld kan worden en je kunt het ongetwijfeld op verschillende manieren interpreteren.
Inmiddels ben ik natuurlijk meer over Moresco te weten gekomen en heb ik ook ander werk van hem gelezen. Ook daarin tref je een geheimzinnige, af en toe surrealistische sfeer, vaak ook op de grens van leven en dood.
Maar goed, van plezier alleen kan een mens niet leven, dus toen de vertaling naar mijn zin was, ging ik serieus op zoek naar een uitgever. Dat viel nog niet mee. De eerste – ik zal geen namen noemen – via e-mail benaderd, gaf geen enkele reactie en pas na een telefoontje werd me een antwoord beloofd, dat overigens nooit is gekomen. De tweede vond het boek interessant, maar liet het lange tijd 'op de plank' liggen zonder een besluit te kunnen nemen. De derde vond het niet in haar fonds passen. Van nummer vier en vijf heb ik nooit enige reactie mogen ontvangen. En zo ging het een tijdje voort. Op den duur begon ik te wennen aan het idee dat mijn vertaling misschien nooit gepubliceerd zou worden. In ieder geval zou ik alles uitprinten, er zelf een mooie kaft voor ontwerpen en het resultaat vervolgens aan mijn vrienden laten lezen. Zakelijk gezien zou dit uiteraard een idioot plan zijn geweest en ik wil hier ook niet de indruk wekken dat ik me normaal gesproken zulke fantasieën kan veroorloven. Maar deze keer was het nu eenmaal anders dan anders gegaan: een ongewoon boek had me tot een onbezonnen daad aangezet.
In mijn kringetje van collegavertalers had ik natuurlijk wel verteld dat ik op eigen initiatief met een mooi boekje bezig was. En ten slotte was het geluk met mij. Want dankzij mijn collega Marijke Scholts kwam ik in contact met Martijn Couwenhoven van de nog niet zo lang bestaande uitgeverij Oevers. Hij las mijn vertaling, was enthousiast, kocht de rechten en bood me het Modelcontract.
Tot mijn vreugde blijkt er nu veel waardering te bestaan voor deze kleine poëtische roman. Bovendien heb ik door middel van mijn vertaling Antonio Moresco in het Nederlandse taalgebied geïntroduceerd!
De auteur
Antonio Moresco (1947) wordt gezien als een van de grondleggers van een nieuwe richting in de Italiaanse literatuur die verder gaat dan de postmoderniteit, en vergeleken met Don DeLillo en Thomas Pynchon. La lucina (Het lichtje in de verte) verscheen in 2013 en werd in 2018 verfilmd, met Moresco zelf in de hoofdrol.
Foto: via uitgeverij Oevers
De vertaler
Nini Wielink (1948) verzorgde tientallen fictie en non-fictie vertalingen uit het Frans, waaronder romans van Benoîte Groult, Malika Oufkir, Tatiana de Rosnay en Fred Vargas. Samen met Jeanne Holierhoek vertaalde ze Ladivine van Marie NDiaye voor uitgeverij De Geus.
Foto: © Kim Hoekman