Vertalersgeluktournee: Over punten en komma's
Door: Geri de Boer
Als iemand je vraagt wat je aan het vertalen bent, is het vervelend als je niet precies weet hoe je de titel van het betreffende boek moet uitspreken. Bij het tweede boek van Geir Gulliksen dat ik mocht vertalen, zat ik daar een beetje mee: heet het nu Se på óss nå of Se på oss nǻ? Is het Kijk óns nu eens of is het Kijk ons nú eens? Geen vertaalprobleem dus, maar een klemtoonprobleem, een ambiguïteit. Zelfs nadat ik het boek had gelezen, wat je natuurlijk altijd doet voordat je het gaat vertalen, was die twijfel niet weg.
Ik las allereerst een verhaal over verliefdheid en uiteenvallende relaties. In die zin lijkt het op Gulliksens vorige roman, Het verhaal van een huwelijk. Dit tweede boek kent echter een aantal nevenlijnen, waardoor de plot wat gecompliceerder is. Vorige keer probeerde de hoofdpersoon in de huid van de vrouw te kruipen die hem had verlaten; deze keer wisselt het perspectief tussen de verschillende personages. Zo krijgen we een inkijkje in wat het leven in de loop der tijd met mensen heeft gedaan: met hoofdpersoon Hans, met zijn baas, een oude maoïst, met een vroegere vriend die nu een vooraanstaand politicus is, en niet in de laatste plaats met zijn vrouw Ingunn. Dat zijn nu allemaal mensen van middelbare leeftijd die zich realiseren dat er weinig meer over is van het idealisme van hun jeugd. Kijk ons nú eens: we zijn net zo huichelachtig geworden als de generatie waarop we toen zoveel kritiek hadden. Hoewel je evengoed staande kunt houden dat het Kijk óns nu eens is – meer als uitroep van verbazing. Bovendien heeft Gulliksen al in 2005 een dichtbundel uitgegeven onder de titel Se på meg nå – waarbij zich overigens hetzelfde klemtoonprobleem voordoet. En dat zou weer pleiten voor de klemtoon op het persoonlijk voornaamwoord: toen Kijk míj nou, nu Kijk óns nou.
Hoe dan ook, Kijk ons nu eens is net zo knap geschreven als Het verhaal van een huwelijk. Er zijn opnieuw veel innerlijke monologen, er is ook weer veel gedrag op basis van emotie waar de ratio duidelijk iets anders aangeeft. Daardoor is ook dit een ongemakkelijk boek. Dat ik deze keer niet zo’n hekel aan de hoofdpersoon kreeg, komt misschien door de perspectiefwisselingen, maar zeker ook doordat er meer humor in dit tweede boek zit. Sommige passages zijn zelfs zonder meer hilarisch.
Vorig jaar viel mij ook al de eer te beurt om genomineerd te worden voor de Europese Literatuurprijs. In boekhandel Athenaeum in Haarlem hield ik toen een lezinkje over Het verhaal van een huwelijk. Intussen was ik al bezig met de vertaling van Kijk ons nu eens. Grote vertaalproblemen had ik in geen van beide boeken, maar ik had wel moeite met Gulliksens interpunctie: geen punten, geen aanhalingstekens, maar wel heel veel komma’s waar ik punten zou verwachten. Dat leidde tot een stotend ritme dat mij uiteindelijk wel gepast leek voor de seksscènes, maar dat ik verder toch niet goed begreep. Ik eindigde mijn lezing vorig jaar met deze woorden:
‘Over het vertalen van interpunctie is bij mijn weten nog niet veel gezegd of geschreven. Dus, mócht mij de eer en het vertalersgeluk te beurt vallen om met Kijk ons nu eens weer voor de Europese Literatuurprijs genomineerd te worden, dan weet u nu al dat mijn lezing dan zal gaan over het vertalen van interpunctie.’
Dat leek mij een tamelijk veilige uitspraak, want ik ging ervan uit dat ik niet opnieuw genomineerd zou worden. Maar soms zit het tegen...
Dus ik ging op zoek naar wat er over dit onderwerp op internet te vinden is – veel was dat niet. Eén keer veerde ik op van een interessante kop:
zweedse onderzoekers leestekens overbodig
kommas en punten niet langer noodzakelijk
het gebruik van leestekens is overbodig dat zeggen zweedse taalkundigen die jarenlang onderzoek hebben gedaan naar interpunctie hoofdonderzoeker sven gunnarsson zon twintig jaar geleden hadden leestekens nog een heel specifieke functie in de geschreven taal door de opkomst van sociale media zien we echter dat mensen elkaar ook zonder interpunctie prima kunnen begrijpen de taalkundigen denken dat er veel tijd en ruimte bespaard kan worden door alle kommas punten en andere leestekens voortaan achterwege te laten ik denk dat onze samenleving daar veel baat bij zou kunnen hebben aldus gunnarsson
Helaas bleek het hier te gaan om een artikel van De Speld. Eén reactie onder het artikel, van een zekere ‘manvandespaties’ wil ik u niet onthouden:
'ikstelvoorombinnennueneenaantaljaarookdeoverbodigespatiesafteschaffenscheelt
ookweerredelijkwattijd'
Nu weet ik ook wel dat De Speld grappig bedoeld is, maar ik kan toch niet nalaten om erop te wijzen dat dit typische gevallen van qed zijn. Leestekens zijn onmisbaar. Quod erat demonstrandum.
Zelf ben ik een tamelijk conservatieve taalgebruiker en houd ik erg van leestekens om het de lezer wat gemakkelijker te maken. Dat is volgens mij waar interpunctie voor dient. Noren houden sowieso veel minder van taalregels dan wij – ze spreken allemaal hun eigen dialect en ze hebben minstens twee officiële schrijftalen die allebei minstens twee officieel toegestane spellingsvarianten hebben (met 5,3 miljoen mensen, wel te verstaan) – en boekjes over interpunctie vinden er al helemaal geen aftrek. Toch kunnen er ook in het Noors misverstanden ontstaan, zoals blijkt uit het bekende voorbeeld van Per Egil Hegge, waar een commandant in oorlogstijd het volgende telegram van zijn generaal krijgt ten aanzien van een verrader:
'Heng ham ikke vent til jeg kommer'
Lees je dit als ‘Heng ham ikke, vent til jeg kommer’, dan is het bevel: ‘Hang hem niet op, wacht tot ik kom.’ Leest men het als ‘Heng ham, ikke vent til jeg kommer’, dan luidt het: ‘Hang hem op, wacht niet tot ik kom.’ Wat een dilemma. Lastig zinnetje, trouwens. Probeer het maar eens net zo dubbelzinnig te vertalen!
Zo was de interpunctie ook in Kijk ons nu eens mijn eerste probleem. Gulliksen lijkt, op de overvloed aan komma’s na, zo weinig mogelijk leestekens te willen gebruiken. Ook gaat hij op een bijzondere manier met directe redes om: ze beginnen op een nieuwe regel, en ze beginnen niet met een hoofdletter, maar wel vaak met het woordje ‘og’ (‘en’), en geschreven met een kleine letter. Ga daar maar aan staan als conservatieve taalgebruiker.
Eerlijk gezegd koos ik als eenvoudigste oplossing van het probleem de weg van de minste weerstand: gewoon precies hetzelfde doen als Gulliksen. Dus geen punten of hoofdletters waar hij geen punten of hoofdletters zet en komma’s waar hij komma’s zet. De komma’s geven voldoende scheiding aan om, anders dan in het stukje van De Speld, de zinnen uit elkaar te kunnen houden, en ze houden wél de vaart in het verhaal. In de directe rede heb ik het gesprokene steeds op de volgende regel laten beginnen. In overleg met de uitgever heb ik wel de ‘Nederlandse’ aanhalingstekens gebruikt, ook al zien die er wat nadrukkelijker uit dan de Scandinavische. Noorse en Zweedse auteurs gebruiken tegenwoordig bijna altijd een gedachtestreepje als aanhalingsteken openen en geen aanhalingsteken sluiten. Ook moet ik bekennen dat ik af en toe een voegwoordje achter een komma heb gezet, bijv. ‘want’ of ‘omdat’. Anders werd het voor het Nederlandse oor toch wel een beetje eentonig – in elk geval voor mijn oor.
En grappig genoeg, bij het herlezen van de tekst – wat je als vertaler bij elk boek toch al gauw een keer of zes doet – raakte ik toch langzaam maar zeker overtuigd van de schoonheid en de kracht van Gulliksens stijl. Neem bijvoorbeeld de passage van pag. 144 t/m 149. Eerst is er een seksscène – zoals gezegd was ik daarbij al overtuigd van het nut van een stampende, tempo makende stijl. Maar dan volgt deze verdrietige passage:
‘Het was verkeerd, verkeerd tegenover jou, want ik dacht alleen maar aan mezelf, ik wilde niet alleen zijn, want ik mis Pål, dat heb je vast wel al begrepen, en ik weet dat hij iemand anders heeft, dat merk ik al heel lang aan hem, ik heb zelfs berichten van haar op zijn telefoon gelezen, en nu zitten ze samen in een hotel en ik weet dat hij het met haar doet, en daarom zocht ik contact met jou, dat begrijp je vast wel, dat begrijp je vast al een hele tijd, dat begreep je vast al lang geleden, want ik wilde ook ontrouw zijn, net als hij, als Pål mij ontrouw was, wilde ik hém ontrouw zijn, ik wilde niet zo’n passief zielig slachtoffer zijn, ik wilde iets doen aan de situatie en toen ...’
Om de plot niet te verklappen stop ik hier met citeren, maar het gaat nog even zo door in soort verbale stream of consciousness. Hier past de interpunctie (of het gebrek daaraan) heel goed bij de emotie. Als er allemaal aanhalingstekens en punten hadden gestaan en nieuwe alinea’s waren begonnen, had die passage vast niet die intensiteit en kracht gehad die ze nu heeft. ‘Gulliksen brengt onder woorden wat de meeste mensen niet kunnen of durven te formuleren,’ las ik ergens. En in je gedachten en gevoelens komen geen leestekens voor.
Gulliksens interpunctie past ook heel goed bij dit specifieke boek. Kijk ons nu eens is een beetje filmisch van aard (er staat ook niet voor niets ‘Kijk’ in de titel – kun je daar ook nog de klemtoon leggen?) en ontwikkelt zich gaandeweg steeds meer tot een soort soapserie met hoofdstukken als afleveringen en met smeuïge titels als Het liefdesleven in Noorwegen aan het einde van de herfst en Haal me weg bij Hans en Harriet). De roman heeft ook een zeer open einde, een cliffhanger om de lezers/kijkers ertoe te verleiden volgend jaar naar de volgende afleveringen van de soapserie te gaan kijken.
Moraal van dit vertaalverhaal: zolang je dicht op de tekst zit, en dat zit je als vertaler, moet je je misschien ook een beetje laten meenemen door de schrijver, niet te veel willen interpreteren. Dat komt later wel, als je meer afstand kunt nemen. Nu wil ik ook weer niet de indruk wekken dat ik een boek pas begrijp als ik het al vertaald heb, maar misschien is het toch wel een beetje zo dat het volle begrip pas komt (júíst komt) als je elk woord op een goudschaaltje hebt gewogen en als de juiste vertaling zich min of meer aan je heeft opgedrongen. Als dát geen vertalersgeluk is...
Ik ben inmiddels wel benieuwd naar het volgende boek van Gulliksen. Ik verwacht niet dat ik dan opnieuw genomineerd zal worden voor deze prachtige Europese Literatuurprijs. Maar ik doe toch maar geen uitspraken meer over waar mijn lezing volgend jaar over zal gaan...
Geri de Boer raakte als puber al gefascineerd door Noorwegen en de Noorse taal, die ze zich zelf eigen maakte. Na haar studie klassieke talen en theologie, werkte ze als journalist. Daarnaast bleef ze studeren en haalde onder meer haar M.O. akte Nederlands, en in 1996 haar doctoraal Scandinavistiek aan de UvA, met als hoofdtaal Noors en als hoofdrichting taalkunde. Inmiddels is ze alweer bijna vijftien jaar fulltime boekvertaler, van geschiedenis tot literatuur. Recent vertaalde ze onder meer de 'Milennium'-reeks van David Lagercrantz en werk van Mikael Niemi, Patrik Svensson, Jonas Karlsson en Geir Gulliksen.
Geir Gulliksen (1963) is een Noorse schrijver en redacteur. Hij debuteerde in 1986 met een jeugdroman. Uitgeverij Ambo|Anthos publiceerde achtereenvolgens in Nederlandse vertaling de romans Het verhaal van een huwelijk, dat werd genomineerd voor de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2019, en Kijk ons nu eens.